Uitgeverij Aspekt
Want er is niemand zonder afgrond in
zijn ziel.
- Stefan Anders: 'Voorbij het eerste treffen.'
Deur naar het
verleden
Constance Croon, een jonge
auteur, bereikt het bericht van haar tante Veronika dat haar oma binnenkort zal
sterven en naar haar heeft gevraagd. De gang om naar Vossensteyn - het Twentse zomerverblijf van de familie - te gaan
ligt als een zware steen op haar maag. Haar flegmatische en zwijgzame oma heeft
zich nog nooit met haar persoonlijk bemoeid, dus weet Constance niet wat haar
te wachten staat. Haar allergrootste zorg is dat ze daar niet oog in oog wil
komen te staan met haar moeder, broer en zussen. Een aantal jaar geleden heeft
ze het contact met hen verbroken, omdat ze het niet meer aan kon door hen als
het zwarte schaap van de familie te worden behandeld. Zij was het lelijke
eendje, onhandelbaar en stijfkoppig, althans in de ogen van haar opportunistische
moeder, die haar er zo regelmatig mee om de oren sloeg dat ze er zelf ook in
ging geloven. Maar toen ze tot overmaat van ramp werd beschuldigd de
veroorzaker van een ongeval te zijn, besloot ze voor zichzelf dat ze, net als
tante Veronika, een adoptiekind zou kunnen zijn.
"Soms dacht ze: het is maar goed dat ik geen kinderen heb. Ze zou bang zijn voor hun afhankelijkheid, hun hulpeloosheid. Ze zou van haar kinderen eisen dat ook zij flink waren. Ze wist dat het een wanhoopspoging was om van haar eigen moeder los te komen; dat had een therapeut haar ooit duidelijk gemaakt. Ze kon er beter aan doen haar moeder te vergeven. Vergeven? Dat woord alleen al deed voor haar geestesoog een muur oprijzen, dik en hoog, onneembaar. Onmogelijk daar overheen te klimmen. Ondenkbaar."
Wanneer ze de volgende morgen naar de slaapkamer
van haar oma gaat, is ze verrast te horen dat zij een boek van haar heeft
gelezen en er haar bewondering over uitspreekt. Constance krijgt de opdracht om
het dagboek van oma te lezen, er een boek van te schrijven en het te
publiceren. Ze overhandigt haar kleindochter een sleutel. "Ik wil niet dat je moeder na mijn dood dat schrift vindt." Het
verzoek klinkt haar tamelijk directief in de oren en in eerste instantie ziet
ze er dan ook geen fiducie in, maar desalniettemin besluit ze het dagboek een
kans te geven. Al snel zit ze midden in de oorlogsbelevenissen van de jonge
Claartje, die een aparte verhaallijn vormen in het boek.
Op diepmenselijke wijze
geeft Boonzaaijer weer hoe verwoestend de impact kan zijn van een verstoorde
familierelatie, hoe diepe wonden geslagen worden en hoe vooringenomen
men soms is bij de kennismaking met een familielid dat vroeger node in beeld
was.
Het onvermijdelijke
gebeurt; de moeder, broer en zussen van Constance arriveren een aantal dagen
later ook op het landgoed en de chaos lijkt compleet. Als een olievlek waaieren
de familieleden uit over Vossensteyn
en Constance is dolblij dat ze zich eerder al heeft verschanst op haar oude
slaapkamer op zolder. De nieuwkomers steken het niet onder stoelen of banken
dat ze hopen dat oma snel zal overlijden, zodat de erfenis verdeeld kan worden
en moeder het huis kan betrekken.
Als de personages niet zo
levensecht waren neergezet, lijken de verwikkelingen vanaf dat moment wat
kolderiek te worden; alsof er een klucht wordt opgevoerd op een klein toneel. De overige personages zijn ware
archetypen die in hun eigen waarheid verzand zijn geraakt. Ze kunnen zich
niet ontworstelen aan hun leugens uit angst voor gezichtsverlies. Moeder is de
egocentrische, zelfingenomen, hypochondrische dramaqueen, die haar andere drie
kinderen om haar vinger windt en voedt met allesoverheersende vijandigheid.
"Jij weet hoe ik over deze zaak denk. Hoe ik al die jaren geleden heb onder de breuk met mijn bloedeigen dochter.' [...] Ze was steeds harder gaan praten en nu sloeg haar stem over: 'Er bestaat geen Constance Croon!' 'Stil eens even,' onderbrak oma haar dochter. 'Wou jij je hele verdere leven blijven doen alsof je geen jongste dochter had?' [...] 'Schaam je,’ zei oma. ‘Je zou trots moeten zijn op zo’n dochter.' 'Ze is mijn dochter niet meer."
Lange tijd weet Constance
zich in het huis ongezien te wanen, totdat haar meedogenloze oudste zus een
onvergeeflijke fout maakt. Constance's kansen lijken te keren, wanneer haar oma
en tienernichtje haar wél op waarde weten te schatten en voor haar in de
bres springen. Uit onverwachte hoek komt er uiteindelijk een verklaring dat het
ongeval, waarvan Constance als veroorzaker werd aangewezen, tóch heel anders is
verlopen.
Het centrale thema van dit
boek kan omschreven worden als 'schuld en boete'. De zoektocht naar een eigen identiteit. Dit is heel invoelbaar op
meerdere vlakken uitgewerkt en is een gevecht over verschillende facetten van
drie generaties. Ook schaamte en spijt zijn thema's en daaromtrent komen heel wat
verrassingen boven tafel.
De titel van het boek is
treffend gekozen, want het 'litteken' komt op diverse manieren terug in deze voortreffelijk geschreven psychologische roman.
Het litteken van Vossensteyn toont een beklemmend web van familiegeheimen, diepgewortelde
haat, bekentenissen en schaamte. Boonzaaijer neemt de lezer mee naar een
ingenieuze en krachtige apotheose.
Auteur
Maria Boonzaaijer (Amsterdam) is docent drama, stemcoach en chansonnière, en heeft ruim dertig jaar
als actrice en regisseur gewerkt. Zij doceerde drama en Spaans. Haar eerste
roman 'Papa Tango' schreef ze tijdens een zeilreis rond de wereld.
-Papa Tango (2009),
-Het vreemde meisje (2013)
-Joodse buren (2015)
-Hunkering (2018)
Titel: Het litteken van
Vossensteijn
Auteur: Maria Boonzaaijer
Pagina's: 324
ISBN: 9789463387392
Uitgeverij Aspekt
Verschenen:november 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.