Recensie door Tea
van Lierop
Meulenhoff
Wonderen?
Deze lijvige roman
laat zich niet een-twee-drie in
een hokje stoppen. Meerdere verhalen vormen een dicht netwerk. Wat
uiteindelijk de hoofdlijn zal worden hangt af van de interpretatie
van de lezer. In elk geval staat het vast dat de opbouw van het boek
noopt tot doorlezen en vooral goed opletten, er komen nogal wat
personages in voor en de Spaanse namen zijn niet zo makkelijk te
onthouden. Met regelmatig even terugbladeren en dankzij de
aantekeningen komt het goed en verlies je de greep niet.
Twee
hoofdverhaallijnen dus. De openingszin geeft meteen het idee van het
belang van de eerstgenoemde personages: ‘Het jaar dat Onofre
Bouvila in Barcelona aankwam heerste er een koortsachtige
bedrijvigheid in de stad.’
Deze Onofre komt uit
een arme Catalaanse streek ten zuidwesten van de Pyreneeën. De
woorden die de auteur gebruikt om die onherbergzame omgeving te
beschrijven roepen schitterende beelden op van een ruige omgeving
‘Er waren dagen dat geen mens deze angstaanjagende, mistige gebieden durfde te betreden. Dan kon men klokken horen luiden waar geen kerken of kapellen waren en stemmen en gelach tussen de bomen horen klinken en soms zelfs dode koeien de sardana zien dansen: iedereen die deze dingen hoorde of zag werd onherroepelijk krankzinnig. De bergen die de dalen omringden waren steil en bijna het gehele jaar door met sneeuw bedekt; de huizen waren gebouwd op palen, de mensen leefden er in stamverband en de mannen, ruw en stug, droegen nog dierenhuiden.’
Wanneer Onofre zijn
intrede doet in Barcelona is de opbouw van de eerste
Wereldtentoonstelling (1888) in volle gang. Tijdens de
voorbereidingen van deze tentoonstelling krijgt Onofre de gelegenheid
veel op te steken over het reilen en zeilen van Barcelona. Hij heeft
geen cent te makken en moet op zoek naar werk. Eerlijke baantjes zijn
schaars en het aanbod werkzoekenden enorm. Via Delfina, dochter van
de pensionhouder, komt hij in een anarchistische groepering terecht
en krijgt hij de kans een netwerk op te bouwen. De jongen is zwaar
ontgoocheld vertrokken uit zijn ouderlijk huis, zijn vader bleek niet
de held te zijn die hij zijn familie jarenlang had voorgespiegeld.
Zijn jaren in Cuba bleken hem geen rijkdom gebracht te hebben, in
tegendeel, met schulden en een aapje kwam hij terug in Europa. ‘De
Amerikaan’ noemde men hem, een mooi pak en een panamahoed gaven hem
die uitstraling.
Aanvankelijk heeft
Onofre helemaal geen kwade bedoelingen, hij zoekt werk, vindt het
niet, komt met het baantje in de anarchistische groep ook niet veel
verder en zet al zijn slimheid en lef in om op een minder eerlijke
manier aan geld te komen. De ontmoeting met Efrén Castells – een
reusachtige verschijning – levert een levenslange vriendschap op.
Intussen wordt
Barcelona historisch en geografisch in kaart gebracht. Wie
overheersten er, welke sporen lieten ze na, hoe zit het met de
rivaliteit tussen Catalonië en de rest van Spanje en hoe kwamen
beslissingen betreffende stadsuitbreiding tot stand? Tijdens de
avonturen van antiheld Olonfe (hij ontwikkelt zich niet zo gunstig)
wordt er heel wat verteld over politiek, vooral de trucs over de
handel in onroerend goed zijn doortrapt. Hoewel het een roman is zijn
er veel zaken echt gebeurd, de wereldtentoonstellingen, de
uitbreiding van de stad en allerlei uitvindingen die vooruitgang
brachten.
Een grote rol is
weggelegd voor Delfina. Zij is de schrik van de buurt vanwege haar
valse zwarte kater met de duivelse naam Beëlzebub. Wanneer ze
boodschappen doet neemt ze dat beest mee en dwingt ze de verkopers
lagere prijzen te rekenen. Delfina en Olonfe zullen elkaar nog vaak
tegenkomen en ook haar vader is van belang voor het verhaal.
Behalve die zwarte
kater, die beschouwd wordt als onheilsprofeet, is er meer bijgeloof
in het verhaal. In het pension waarin Onorfe zijn intrek nam woont
een waarzegster die hem voorspelt dat hij drie vrouwen zal ontmoeten,
alle drie met een andere missie. Later zal hij erop terug kunnen
kijken. Ook op het platteland is men er niet ongevoelig voor
bijgeloof, in de streek waar Olonfre vandaan komt waren de mensen
bijgelovig vanwege ‘dichtbegroeide, in nevelen gehulde stukken
grond.’
Het hoofdpersonage
ontwikkelt zich van een ontgoochelde jongen tot een niets – en
bijna niemand ontziende schurk. Zo af en toe roept hij zichzelf tot
de orde
‘Anderen zijn ongelukkig geweest en kunnen hun ongeluk misschien aan mij toeschrijven. O, wat verschrikkelijk om ineens al deze dingen te beseffen nu het te laat is voor berouw en verzoening! Bij dit plotselinge inzicht viel hij als door de bliksem getroffen op de grond.’
Om daarna weer terug
te vallen in zijn oude patroon.
Het einde is
spectaculair en verrassend. Zie het als machtsvertoon in de
overtreffende trap waarbij meerdere partijen wedijveren en er eentje
de show steelt. Met een misschien een verwijzing naar de hoogmoedige
Icarus uit de Griekse mythologie?
Het boek heb ik met
veel interesse gelezen, het is spannend en afgezien van de vele namen
en het feit dat het boek iets korter had gekund, was het een boeiende
leeservaring. Bovendien geeft een prachtig tijdsbeeld van de Spaanse
geschiedenis. Schitterend is het stuk waarin de film ontdekt wordt en
daarmee alles op het gebied van spektakel verandert. En de twee
wereldtentoonstellingen natuurlijk. Uitgebreid worden de processen
beschreven wat daar allemaal voor komt kijken, hoe er zaken gedaan
worden en niet te vergeten wie de financiële afwikkeling na afloop
mag doen. Het goed uitgewerkte karakter van Olonfre geeft het boek
een enorme meerwaarde en zorgt voor een evenwicht tussen het verhaal
over de stad en het het hoofdpersonage.
Bron |
De auteur
Eduardo Mendoza
(Barcelona, 11 januari 1943) is een Spaanse schrijver.
Mendoza studeerde
rechten in de jaren zestig. In 1973 verhuisde hij naar New York, om
daar te werken als vertaler voor de Verenigde Naties. Daar bleef hij
wonen tot 1982.
Terugkerende thema's
in het werk van Mendoza zijn het Spanje ten tijde van het
Franco-regime en het leven in Barcelona.
In 1995 kreeg hij
het ereteken Creu de Sant Jordi van de Generalitat de Catalunya, in
2007 voor zijn een jaar eerder verschenen roman Mauricio o las
elecciones primarias de Premio Fundación José Manuel Lara. In 2010
won Mendoza de Premio Planeta voor Riña de gatos. In 2016 werd de
Cervantesprijs aan hem toegekend.(bron)
Auteur: Eduardo
Mendoza
Titel: De stad der
wonderen
Uitgever: Meulenhoff
Vertaling: Francine
Mendelaar en Harriët Peteri
ISBN: 9789029087841
Pag.: 496
Genre: fictie
Verschenen: 2014
Tea: Dankjewel voor deze heldere recensie. De vertaling van De stad der wonderen verscheen al in 1988, een klassieker dus, die het verdient om gelezen en herlezen te worden. En actueel als we de gebeurtenissen van de afgelopen weken in en rond Barcelona tot ons laten doordringen.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Noud voor het compliment. Dit is zo’n boek dat je aan het denken zet en bij het horen van nieuws over Barcelona herinnert aan de beelden uit het boek. Heel actueel inderdaad.
BeantwoordenVerwijderenTea, ik heb het boek lan geleden gelezen, dat herinner ik me nu ik je recensie lees, die zo intrigeer dat ik meteen zin heb om te gaan herlezen.
BeantwoordenVerwijderenO, dat kan ik me wel voorstellen, de sfeer en de karakters in het boek worden erg goed weergegeven, de auteur is daar echt in geslaagd. Ook de locatie spreekt tot de verbeelding. Voor het geval je overgaat tot de herlezing: veel leesplezier!
Verwijderen