woensdag 13 november 2019

Eduardo Mendoza – De stad der wonderen

Recensie door Tea van Lierop
Meulenhoff




Wonderen?

Deze lijvige roman laat zich niet een-twee-drie in een hokje stoppen. Meerdere verhalen vormen een dicht netwerk. Wat uiteindelijk de hoofdlijn zal worden hangt af van de interpretatie van de lezer. In elk geval staat het vast dat de opbouw van het boek noopt tot doorlezen en vooral goed opletten, er komen nogal wat personages in voor en de Spaanse namen zijn niet zo makkelijk te onthouden. Met regelmatig even terugbladeren en dankzij de aantekeningen komt het goed en verlies je de greep niet.

Twee hoofdverhaallijnen dus. De openingszin geeft meteen het idee van het belang van de eerstgenoemde personages: ‘Het jaar dat Onofre Bouvila in Barcelona aankwam heerste er een koortsachtige bedrijvigheid in de stad.’
Deze Onofre komt uit een arme Catalaanse streek ten zuidwesten van de Pyreneeën. De woorden die de auteur gebruikt om die onherbergzame omgeving te beschrijven roepen schitterende beelden op van een ruige omgeving

‘Er waren dagen dat geen mens deze angstaanjagende, mistige gebieden durfde te betreden. Dan kon men klokken horen luiden waar geen kerken of kapellen waren en stemmen en gelach tussen de bomen horen klinken en soms zelfs dode koeien de sardana zien dansen: iedereen die deze dingen hoorde of zag werd onherroepelijk krankzinnig. De bergen die de dalen omringden waren steil en bijna het gehele jaar door met sneeuw bedekt; de huizen waren gebouwd op palen, de mensen leefden er in stamverband en de mannen, ruw en stug, droegen nog dierenhuiden.’

Wanneer Onofre zijn intrede doet in Barcelona is de opbouw van de eerste Wereldtentoonstelling (1888) in volle gang. Tijdens de voorbereidingen van deze tentoonstelling krijgt Onofre de gelegenheid veel op te steken over het reilen en zeilen van Barcelona. Hij heeft geen cent te makken en moet op zoek naar werk. Eerlijke baantjes zijn schaars en het aanbod werkzoekenden enorm. Via Delfina, dochter van de pensionhouder, komt hij in een anarchistische groepering terecht en krijgt hij de kans een netwerk op te bouwen. De jongen is zwaar ontgoocheld vertrokken uit zijn ouderlijk huis, zijn vader bleek niet de held te zijn die hij zijn familie jarenlang had voorgespiegeld. Zijn jaren in Cuba bleken hem geen rijkdom gebracht te hebben, in tegendeel, met schulden en een aapje kwam hij terug in Europa. ‘De Amerikaan’ noemde men hem, een mooi pak en een panamahoed gaven hem die uitstraling.

Aanvankelijk heeft Onofre helemaal geen kwade bedoelingen, hij zoekt werk, vindt het niet, komt met het baantje in de anarchistische groep ook niet veel verder en zet al zijn slimheid en lef in om op een minder eerlijke manier aan geld te komen. De ontmoeting met Efrén Castells – een reusachtige verschijning – levert een levenslange vriendschap op.
Intussen wordt Barcelona historisch en geografisch in kaart gebracht. Wie overheersten er, welke sporen lieten ze na, hoe zit het met de rivaliteit tussen Catalonië en de rest van Spanje en hoe kwamen beslissingen betreffende stadsuitbreiding tot stand? Tijdens de avonturen van antiheld Olonfe (hij ontwikkelt zich niet zo gunstig) wordt er heel wat verteld over politiek, vooral de trucs over de handel in onroerend goed zijn doortrapt. Hoewel het een roman is zijn er veel zaken echt gebeurd, de wereldtentoonstellingen, de uitbreiding van de stad en allerlei uitvindingen die vooruitgang brachten.

Een grote rol is weggelegd voor Delfina. Zij is de schrik van de buurt vanwege haar valse zwarte kater met de duivelse naam Beëlzebub. Wanneer ze boodschappen doet neemt ze dat beest mee en dwingt ze de verkopers lagere prijzen te rekenen. Delfina en Olonfe zullen elkaar nog vaak tegenkomen en ook haar vader is van belang voor het verhaal.

Behalve die zwarte kater, die beschouwd wordt als onheilsprofeet, is er meer bijgeloof in het verhaal. In het pension waarin Onorfe zijn intrek nam woont een waarzegster die hem voorspelt dat hij drie vrouwen zal ontmoeten, alle drie met een andere missie. Later zal hij erop terug kunnen kijken. Ook op het platteland is men er niet ongevoelig voor bijgeloof, in de streek waar Olonfre vandaan komt waren de mensen bijgelovig vanwege ‘dichtbegroeide, in nevelen gehulde stukken grond.

Het hoofdpersonage ontwikkelt zich van een ontgoochelde jongen tot een niets – en bijna niemand ontziende schurk. Zo af en toe roept hij zichzelf tot de orde

‘Anderen zijn ongelukkig geweest en kunnen hun ongeluk misschien aan mij toeschrijven. O, wat verschrikkelijk om ineens al deze dingen te beseffen nu het te laat is voor berouw en verzoening! Bij dit plotselinge inzicht viel hij als door de bliksem getroffen op de grond.’

Om daarna weer terug te vallen in zijn oude patroon.

Het einde is spectaculair en verrassend. Zie het als machtsvertoon in de overtreffende trap waarbij meerdere partijen wedijveren en er eentje de show steelt. Met een misschien een verwijzing naar de hoogmoedige Icarus uit de Griekse mythologie?

Het boek heb ik met veel interesse gelezen, het is spannend en afgezien van de vele namen en het feit dat het boek iets korter had gekund, was het een boeiende leeservaring. Bovendien geeft een prachtig tijdsbeeld van de Spaanse geschiedenis. Schitterend is het stuk waarin de film ontdekt wordt en daarmee alles op het gebied van spektakel verandert. En de twee wereldtentoonstellingen natuurlijk. Uitgebreid worden de processen beschreven wat daar allemaal voor komt kijken, hoe er zaken gedaan worden en niet te vergeten wie de financiële afwikkeling na afloop mag doen. Het goed uitgewerkte karakter van Olonfre geeft het boek een enorme meerwaarde en zorgt voor een evenwicht tussen het verhaal over de stad en het het hoofdpersonage. 

Bron

De auteur

Eduardo Mendoza (Barcelona, 11 januari 1943) is een Spaanse schrijver.
Mendoza studeerde rechten in de jaren zestig. In 1973 verhuisde hij naar New York, om daar te werken als vertaler voor de Verenigde Naties. Daar bleef hij wonen tot 1982.
Terugkerende thema's in het werk van Mendoza zijn het Spanje ten tijde van het Franco-regime en het leven in Barcelona.
In 1995 kreeg hij het ereteken Creu de Sant Jordi van de Generalitat de Catalunya, in 2007 voor zijn een jaar eerder verschenen roman Mauricio o las elecciones primarias de Premio Fundación José Manuel Lara. In 2010 won Mendoza de Premio Planeta voor Riña de gatos. In 2016 werd de Cervantesprijs aan hem toegekend.(bron)

Auteur: Eduardo Mendoza
Titel: De stad der wonderen
Uitgever: Meulenhoff
Vertaling: Francine Mendelaar en Harriët Peteri
ISBN: 9789029087841
Pag.: 496
Genre: fictie
Verschenen: 2014

4 opmerkingen:

  1. Tea: Dankjewel voor deze heldere recensie. De vertaling van De stad der wonderen verscheen al in 1988, een klassieker dus, die het verdient om gelezen en herlezen te worden. En actueel als we de gebeurtenissen van de afgelopen weken in en rond Barcelona tot ons laten doordringen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je wel Noud voor het compliment. Dit is zo’n boek dat je aan het denken zet en bij het horen van nieuws over Barcelona herinnert aan de beelden uit het boek. Heel actueel inderdaad.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Tea, ik heb het boek lan geleden gelezen, dat herinner ik me nu ik je recensie lees, die zo intrigeer dat ik meteen zin heb om te gaan herlezen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. O, dat kan ik me wel voorstellen, de sfeer en de karakters in het boek worden erg goed weergegeven, de auteur is daar echt in geslaagd. Ook de locatie spreekt tot de verbeelding. Voor het geval je overgaat tot de herlezing: veel leesplezier!

      Verwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.