Uitgeverij Brooklyn
'Gevraagd naar de zin van het leven
antwoordt de mens met zijn
levensverhaal.'
- Gyorgy Konrad
En toch was het
leven een groot feest
De totstandkoming van deze
verhalenbundel - zoals in het uitgebreide voorwoord is te lezen - is voor een groot deel op het conto van Eva Biesheuvel te
schrijven.
Op 26 jarige leeftijd -
hij kan datum en tijdstip nog exact noemen - werd Maarten Biesheuvel zogezegd
krankzinnig en heeft hij sindsdien meerdere malen te maken gehad met opnames in
psychiatrisch ziekenhuis Endegeest,
gedwongen of vrijwillig, in verband met een bipolaire stoornis, waarbij depressieve
en hypomane perioden voorkomen.
In een van zijn verhalen beschrijft
hij een situatie over Jacob die in een psychose met godsdienstwaan belandt en
door de gang naar een 'lege cel' wordt gesleept. Hij slaat als een wilde om
zich heen om de injectie met ingrijpmedicatie af te weren. 'Twee en een halve centiliter Trilafon'. De patiënt slaapt drie
volle etmalen, zwetend, dromend en psalmen zingend.
'Ik lag met mezelf in de knoop omdat ik de dokter haatte. De dokter was een bedrieger en maakte me bang. [...] ik was bang en zag in gedachten de wereld in elkaar storten. [...] Ik kroop door mijn cel, ijsberen kon ik niet. Ik verkende de muren, de deur, de verwarming en de vloer. De paardendeken legde ik nu eens hier, dan weer daar. Soms ging ik er bovenop liggen, tien minuten later weer eronder. Ik had rust noch duur. Driemaal per dag kwam Sollie binnen, een vriendelijke broeder. Ook hij noemde me Jacob, net als de dokter, maar hij mocht me zo noemen, want hij hield van me en ik hield van hem.'
Langzaam maar zeker maakt
de auteur je deelgenoot van zijn 'gekte'. Hij voelt het aankomen wanneer hij door
teveel psychische druk dreigt te decompenseren. Zijn existentiële angsten -
denk hierbij aan het piekeren over de zin van het leven, de grip op zichzelf
kwijt raken, steeds angstig zijn om het gevoel verkeerde keuzes te maken, het
niet meer weten of het leven nog wel zin heeft en/of de verbinding met de ander
kwijt denken te zijn - zet hij heel duidelijk op papier.
Dit zijn de perioden
waarin hij paranoïde psychoses doormaakt, zich ongeremd gedraagt en te maken
krijgt met waanideeën. Op die momenten weet zeker dat hij de Messias is, denkt
dat er gebruiksvoorwerpen bezeten zijn en is ten volle overtuigd van het
bestaan van allerhande complottheorieën. Zijn diepe vriendschap met en
bewondering voor Karel van het Reve
vertaalde hij in dergelijke tijden met de stelligheid dat hij hem bewonderde, juist
omdat hij God zou zijn. Nabokov was
de Verlosser. Het reciteren van psalmen en declameren in diverse talen zijn
steeds terugkerende gedragingen.
In het verhaal 'De Verlosser
op reis' schrijft Biesheuvel over een ander alter ego, David. De hele reis wordt
beschreven als één psychotisch en hallucinant gebeuren.
'De volgende dag was het feest aan boord. Halloween. De avond voor Allerheiligen. Met lachende gezichten boden de passagiers elkaar vergiftigde gebakjes van marsepein aan en appels waarin scheermesjes waren verstopt. Een obsceen feest. Een vrouw liep met een stellage op haar kapsel waaraan slipjes en beha's hingen. Met tastte elkaar in de tieten, in de billen, in de intiemere delen. Ik poepte babydrolletjes op een zilveren schaal en ging daarmee rond in de grote zaal waar ze ook fietsten en op kleine scooters reden. Ik liep met de zilveren schaal waarvan men moest kunnen zien dat ik een heilige was, naar een lieve vrouw in een eenvoudige zwarte jurk.'
Negenendertig jaar is zijn
vrouw Eva Gütlich (1938-2018) zijn rots in de branding geweest, zijn
baken in woelige wateren en kon hij bij haar uithuilen.
Hun liefde was
onvoorwaardelijk, hoewel Biesheuvel's impulsieve en ongeremde buien haar meer
dan eens tot wanhoop hebben weten te drijven. Tijdens zijn psychoses gedroeg
hij zich niet altijd even kies jegens haar, zei last te hebben van een
verminderd libido en kon dan tegen zijn geliefde vrouw uithalen met de woorden
dat hij niet meer van haar zou houden.
Maarten en Eva Biesheuvel bij DWDD eind 2018 |
Toch weet Biesheuvel ook
zijn droge humor te verwerken in zijn verhalen. Aan de impulsieve en onbezonnen acties tijdens
zijn gekte, geeft hij een soms ludieke draai. Heel vertederend en
hartveroverend kan hij verhalen wat zijn psychische ziekte met hem doet. Hij
beschrijft een belevingswereld die niet altijd op de empathie van een
buitenstaander kan rekenen. De angst voor de angst kan zo beklemmend zijn dat het ala allesoverheersend voelt.
Hij is een meester in het
verweven van obscure gebeurtenissen in zijn - schijnbaar incoherente -
vertellingen. Grote delen van zijn werk zijn doorlopende
innerlijke monologen. De waarheid wordt soms flink aangedikt of veranderd en hij
fabuleert er dan lustig op los.
Hoewel de erudiete auteur
een groot liefhebber is van literatuur, is er maar een klein gedeelte boeken
dat hem écht kan bekoren en herhaaldelijk herleest. Aan de modernere
literatuur heeft hij een broertje dood.
'Dat plankje met tachtig boeken is eigenlijk mijn hele leven. Ik verlang niet naar meer. Onlangs hoorde ik een man in de boekhandel vragen: 'Wat is het laatst verschenen boek?' De verkoper noemde de titel. De man las de eerste bladzijde vluchtig door en kocht het omdat het 'het laatst verschenen boek' was. Ik las de eerste zin en meende daarin een onwelvoeglijk woord te zien. Als Voltaire, Nabokov, Erasmus en Flaubert geen schuttingtaal willen gebruiken, waarom doet een nieuwlichter het dan wel? [...] Veel schrijvers lijken net mestruimers. Walgelijk. Ik bevuil mijn handen niet en ook niet mijn geest.'
Achterin het boek is niet
eerder gepubliceerd werk opgenomen en een interview met zijn psychiater en vriend
Andy Lameijn. Hierin vertelt Lameijn zijn ervaringen met Biesheuvel en
verschaft psychiatrisch inzicht. Hij geeft zelf aan dat hij wel enige
terughoudendheid moest overwinnen en eerlijk gezegd hinkte ik daar zelf ook een beetje
op twee benen. De uiteenzetting over de psychische ziekte is bijzonder
interessant te noemen, maar het bevreemde me dat er in een verhalenbundel ván
Biesheuvel ook óver hem is geschreven.
Zijn buitengewoon
onbevangen en hartveroverende manier van schrijven zal meer dan eens een milde
glimlach op het gezicht van de ander toveren, want wat ís die man toch verrukkelijk
geestig.
Lees dit boek, verwonder
je en geniet van zijn kolderieke, cynische, surrealistische, intens verdrietige, unheimische, maar bovenal zeer openhartige vertellingen!!!
Auteur
Jacob Martinus Arend (Maarten) Biesheuvel (Schiedam, 23 mei 1939),
auteursnaam J.M.A. Biesheuvel, is een Nederlandse schrijver. Hij debuteerde in
1972 met de verhalenbundel In de
bovenkooi, waarmee hij onmiddellijk naam maakte. Naast verhalen heeft
Biesheuvel ook een aantal gedichten geschreven, waaronder Tussen dieren, tussen mensen.
In Biesheuvels werk komt
o.a. zijn bijzondere relatie tot uiting met de jurist en essayist Huib Drion en de hoogleraar Russische
literatuur Karel van het Reve, wiens
colleges. Hij onderhield met hen een intensieve correspondentie.
Biesheuvel studeerde
rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden vanaf 1960. Hij werd lid van de
studentenvereniging Catena. Hij schreef voor het verenigingsblad en voor het
Leids Universiteits Blad.
De auteur maakt gebruik
van allerlei literaire verteltechnieken. Hij parodieert en ironiseert.
Zijn werk heeft binnen de
literaire kritiek altijd op veel bijval kunnen rekenen. In de bovenkooi was een
van de meest succesvolle debuten in de naoorlogse Nederlandse literatuur. Gerrit Komrij noemde Biesheuvel in Vrij
Nederland een meester in 'absurd cynisme' en in 'surreële logica'. Na zijn
bespreking gingen vele andere critici door de jaren heen overstag. In zijn werk
werden vooral zijn tegendraadse verteltechniek, zijn licht archaïsche stijl,
zijn onstuitbare humor en de ontwapenende eerlijkheid over zijn geestelijke
toestand geprezen.
In de jaren tachtig ging
men in Biesheuvels verhalen een hoofdpersonage herkennen dat meer en meer
gesteld raakte op huis en haard en minder openlijk sprak over zijn levensangst,
zoals in de bundel Reis door mijn kamer.
Vanaf 1990 liep
Biesheuvels productie door manische depressiviteit ernstig terug en verdween de
schrijver uit de aandacht van de literaire kritiek. Actualiteitenprogramma
EénVandaag portretteerde hem op 4 maart 2015 naar aanleiding van het
boekenweekthema Waanzin.
Titel: Verhalen uit het
gekkenhuis
Auteur: J.M.A. Biesheuvel
Voorwoord: Eva Biesheuvel
Pagina's: 320
ISBN: 9789492754059
Uitgeverij Brooklyn
Verschenen: oktober 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.