Recensie door Philipp van Ekeren
Uitgeverij J.M. Meulenhoff
Een brok in de keel
Het gebeurt nog maar
zelden. Een boek dat ik af en toe moet wegleggen om bij te komen. Een verhaal
dat mij zo naar de strot vliegt dat ik er een nachtmerrie van krijg. ‘De stad
der blinden’ is zo’n boek. Vanaf het eerste incident voor het stoplicht start
de ontreddering: witte duisternis. De
angst is gelijk voelbaar. De angst verbindt de slachtoffers. En juist als de
bodem van de beschaving is bereikt gaat het nog dieper. Ik betrap mij erop dat
ik de vrouw van de oogarts, de enige persoon wiens gezichtsvermogen niet wordt
aangetast, influister om al het hitsige schuim der aarde te vermoorden met haar
schaar.
Het is zeker geen
horrorverhaal. Absoluut niet. Het toont de lezer, met bruut raffinement, de
overlevingsdrang waartoe eenieder in staat kan zijn. Extreme situaties
verlichten de donkere zijde der mens.
Het boek deed mij denken
aan de schrijvers Gerhard Durlacher,
Primo Levi maar vooral Albert Camus met 'De Pest'. Overleven
in afzondering. Maar wel met één groot verschil: de eerste twee schrijvers
houden een emotionele afstand tot de hel die ze zelf aan den lijve hebben
ondervonden. Zonder trouwens aan impact in te boeten. José Saramago laat ons voelen wat zijn fictieve hoofdpersonen
meemaken. De snelle transitie van zelfstandigheid tot volledige
afhankelijkheid. En ieder wordt gelijkwaardig, van oogarts tot prostituee. Maar
gelukkig is er hoop. De hoofdpersonen proberen de humane waardigheid en
beschaving te behouden om te kunnen overleven in deze inferno. Of het nu een
concentratiekamp, een epidemie of opgesloten in een leegstaande inrichting
betreft. In het begin van het verhaal dienen alle hoofdpersonen in dit
gemêleerde gezelschap zich één voor één aan met hun leven, zorgen, waarden en
zwakten om na het verliezen van hun visuele zintuig vrij snel te belanden in
ontreddering, twijfel, angst. En door de blindheid gaat alles op de helling.
Solidariteit is een luxe. In hun waardigheid komen de hoofdpersonen, zoals de
oogarts en zijn vrouw, als eerste langzaam bovendrijven in het verval van hun
lotgenoten. Er vormt zich een groep in het besef dat men alleen als collectief
een kans maakt om te overleven of zoals Saramago het schrijft:
'[...] het heilige beginsel van het
gemeenschappelijke bezit moesten respecteren.' Tegen het degenereren tot dierlijke proporties.
Zoals beschreven in de prachtige zin: 'en
door het verlies van het licht in hun ogen het lichtbaken van het fatsoen
kwijtraken.'
Deze hoofdpersonen hebben
geen namen maar omschrijvingen die allemaal te maken hebben met het zicht: de
oogarts, de vrouw van de oogarts, de eerste blinde, de man met het zwarte
lapje, het meisje met de zonnebril, het schele jongetje tot zelfs de hond die
zich bij hun aansluit wordt aangeduid met 'de hond van de tranen'. Het kwam op
mij over dat de afstand die daarmee wordt gecreëerd de alledaagsheid van de
personages benadrukt. De vrouw van de oogarts memoreert in het begin van het
verhaal:
'[...]
het niet lang zal duren of we weten niet
meer wie we zijn, kunnen ons niet eens meer herinneren hoe we heten, en waarom
zouden we ook, wat voor nu zouden onze namen nog hebben, honden herkennen
andere honden niet door de naam die ze gekregen hebben, maar aan de geur… aan
het praten….'
Meestal kan ik halverwege een boek inschatten
hoe het verhaal gaat eindigen. Bij dit boek ging dat gewoon niet op omdat alles
onzeker blijft voor de hoofdpersonen én de lezer. Daardoor blijft het spannend
tot de laatste pagina. Afijn, genoeg gezegd, geen spoilers meer, iedereen zal
het zelf moeten meemaken. De oogarts eindigt met een krachtig
statement:
'Ik denk dat we niet blind zijn geworden, ik denk
dat we blind zijn, Blinden die zien, Blinden die ziende niet zien.'
Een prachtige afsluiter
die stemt tot nadenken. Dit boek zal mij altijd bijblijven.
Als enige negatieve punt
op dit meesterwerk is de stijl. Erg lange samengestelde zinnen, opgedeeld door
komma’s in andere zinnen, met een wisselend perspectief tussen de alwetende
verteller en de hoofdpersonen zelf. Toch past het wel op één of andere manier
bij dit verhaal maar het is wennen. Dat dit boek een regelrechte aanrader is
mag duidelijk zijn.
Auteur
José de Sousa Saramago (Azinhaga, 16 november 1922 - Lanzarote, 18 juni
2010) was een van de belangrijkste Portugese hedendaagse schrijvers. Hij won in
1998 de Nobelprijs voor Literatuur. Rond zijn 50ste, begon Saramago het
schrijven van de romans die uiteindelijk een internationale reputatie zouden
krijgen.
Saramago was kind van de
dagloner Jose de Sousa en Maria de Piedade. In de officiële registers werd hij
echter vermeld als geboren op 18 november. 'Saramago' is de naam van een wild
kruid en tevens de roepnaam van zijn vader. Bij de burgerlijke stand werd deze
roepnaam per ongeluk aan zijn naam toegevoegd. Hij heette dus voluit José de
Sousa Saramago.
Na een hele reeks
betrekkingen, van autohersteller, slotenmaker en tekenaar tot ambtenaar bij de
gezondheidsdienst, kwam hij op een drukkerij en in de krantenwereld terecht. Al
tijdens zijn studie mechanica was hij echter een fervent bezoeker van de
openbare bibliotheek van Lissabon.
In 1947 kwam ook zijn
eerste roman (Terra de Pecado - Het land van de zonde) uit. Hij schreef nog een
onafgewerkte roman, maar stopte met schrijven omdat hij volgens zichzelf 'niets
behoorlijks meer te melden' had. Tot 1966 legde hij de pen neer.
In 1949 werd Saramago om
politieke redenen ontslagen. Eind jaren vijftig begon hij bij een uitgeverij te
werken, zodat hij de Portugese schrijverswereld leerde kennen. Vanaf 1955
werkte hij deeltijds als vertaler. In 1966 verscheen zijn eerste dichtbundel
(Os Poemas Possíveis), in 1970 zijn tweede (Provalmente Alegria). In 1967-68
werkte hij aanvullend als literatuurcriticus.
In 1969 sloot hij zich aan
bij de illegale Communistische Partij van Portugal. Zijn ster rees; hij werd
literair criticus en politiek commentator, lid van het bestuur van de zojuist
opgerichte Portugese Schrijversbond en ten slotte adjunct-hoofdredacteur.
In 1972 en 1973 was hij
redacteur bij het dagblad Diário de Lisboa, waar hij als politiek commentator
werkte en waar hij enige tijd het culturele supplement verzorgde. Hij behoorde
tot de eerste Directie van de Portugese Schrijvers Vereniging. Gaandeweg begon
hij zelf artikelen te schrijven, zichzelf aan cultuur bijbrengend wat hem aan
scholing ontbrak. Saramago werd omstreden als gehard communist en genadeloos
criticus, als zelfverklaard atheïst en pessimist.
Hij besloot zich op zijn
53ste aan de literatuur te wijden. Dat was een sprong in het diepe omdat hij al
een tijd niet meer schreef en weinig geproduceerd heeft (een paar
poëziebundels, verzamelde journalistieke stukken en een roman).
Vijf jaar later, in 1980
kreeg hij succes in eigen land met zijn roman 'Opgestaan van de grond', over de
mensonwaardige levensomstandigheden van de Portugese landarbeiders. In 1981
brak hij internationaal door met zijn roman 'Memoriaal van het klooster'.
In 1988 huwde Saramago de
Spaanse journaliste Pilar del Río. Zij is tevens de vertaalster van een aantal
van zijn boeken. Haar familie geeft Saramago's boeken uit.
In 1992 verliet hij het
land en ging op het Spaanse Canarische eiland Lanzarote in vrijwillige
ballingschap wonen. Zijn roman 'Evangelie volgens Jezus Christus' werd door
Portugese bisschoppen als godslasterlijk bestempeld en daarom door de minister
van Cultuur geweigerd als kandidaat voor de Europese Aristeion-prijs. Op
Lanzarote schreef hij een reeks dagboeken en romans.
Op 8 oktober 1998 kreeg
hij de Nobelprijs voor Literatuur. Bij de Europese verkiezingen stelde hij zich
(op een onverkiesbare plaats) kandidaat voor de Communistische Partij Portugal.
Saramago had een aantal
eredoctoraten, aan de Universiteit van Turijn (Italië), Universiteit van
Sevilla (Spanje), Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk) en de
Universiteit van Coimbra (Portugal).
Titel:
De stad der blinden
Oorspronkeleijk
titel: Ensaio Sobre A Cegueira
Auteur: José Saramago
Vertaling: Harrie Lemmens
Pagina's: 336
ISBN: 9789029091121
Uitgeverij J.M. Meulenhoff
Verschenen: juli 2015
Ik vond het ook een verschrikkelijk boek. Mij heeft het ogen geopend.
BeantwoordenVerwijderenIk durf het niet te herlezen.
Niet nu.
Covid-19 is zelfs geen epidemie.
Covid-19 is een pandemie
IK MOET DIT BOEK LEZEN VOOR SCHOOL, INTERESSANT
BeantwoordenVerwijderen