donderdag 30 mei 2019

Kazuo Ishiguro - Vergeten reus

Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact



De nevelen van Avalon of Liefde in tijden van mist, draak én oorlog

De korte versie
Soort van *spoilers*, vrees ik; ik ga een beetje puzzelen en daarom vertel ik misschien iets meer dan jij wilt weten als je het boek nog niet gelezen hebt. Lees anders alleen even de twee alinea’s hieronder, die gaan over de essentie van deze roman.
Wat aan de basis ligt van dit verhaal is vergetelheid versus herinnering; vergetelheid lijkt vaak een beter ‘ding’ dan mensen veronderstellen; maar mensen willen zich altijd alles precies herinneren, mensen willen altijd alles weten, zoals Eva en Adam zich ook niet konden inhouden bij het zien van de boom van goed en kwaad.
En het boek gaat over de liefde tussen man en vrouw, hoe diep is die liefde werkelijk? Zijn echtelieden in staat elkaar liefde te blijven geven en elkaar te vergeven indien ontrouw en elkaar pijn doen een mens diep in het hart treffen, te diep? En is iedereen te vertrouwen, is vooral ‘the smooth talker’ te vertrouwen, de verleider, de duivel? Kun je de duivel herkennen? Telt een gewaarschuwd mens werkelijk voor twee? De liefde tussen man en vrouw staat ook symbool voor de liefde en vergevingsgezindheid tussen de mensen, tussen verschillende bevolkingsgroepen.

De lange versie
Axl en Beatrice wonen aan de periferie van hun dorp, zij zijn bejaard en mogen ‘s avonds geen kaars ontsteken. Tijd en plaats zijn aanvankelijk onbestemd. Even denk ik aan de prehistorie als in De stam van de holenbeer, maar veel later in het verhaal blijkt dat zij leven in de post-Arthurtijd in Engeland, vermoedelijk zuidwest-Engeland, ten westen van de rivier de Severn.

Je zou lang hebben moeten zoeken naar de slingerende weggetjes en serene weilanden waar Engeland later befaamd om werd. In plaats daarvan zag je niets dan verlaten woeste gronden; hier en daar primitieve paden over onherbergzame heuvels en kaal heideland.’ (2015: 9)

Iets wordt wakker in Beatrice en Axl: een vermoeden van een ander leven, een opstandig gevoel niet meer voor tweederangs dorpelingen gehouden te willen worden. In de mist van hun hoofd breekt het verlangen door hun zoon te willen zien, hem op te zoeken. Ze pakken hun boeltje en gaan op stap, angstig voor trollen, draken en kobolden. God kennen ze in primitieve vorm. Op hun reis, die veel langer duurt dan zij gedacht hadden, of die zij ervaren langer te duren dan gedacht, ontmoeten zij verschillende mensen: de veerman en de in de steek gelaten vogelachtige vrouw; de gewonde Saksische jongen in een Saksisch dorp, Edwin; de oude ridder Sir Gawain, wapenbroeder en neef van de legendarische koning Arthur; de dappere Saksische krijger Wistan.
Samen en af en toe van elkaar gescheiden, maar elkaar steeds weer op onvermoede plekken tegenkomend, ondernemen zij een reis, een queeste zou je vermoeden, naar een onduidelijke ‘graal’. Laten Axl en Beatrice zich steeds afleiden van de reis en de rechte weg naar het dorp van hun zoon, dat toch maar een of twee dagen gaans is?

Het is een vreemde reis; de weg lijkt steeds zwaarder en langer dan verwacht; dat is typisch voor een queeste. Axl en Beatrice komen dan weer de een, dan weer de ander tegen. Ze lijken van het een naar het ander geslingerd te worden. Hun weg wordt alsmaar duisterder. Ze waren toch op weg naar het dorp van hun zoon? Dat dorp lag toch maar twee dagreizen of zo weg? Worden ze voortdurend misleid? Of doen zij het zelf?
Vreemde zaken gebeuren; vragen borrelen op. Waarom moet Beatrice een medicijnvrouw en een oude monnik raadplegen. Hoe komt het dat heer Wistan, een Saks, de Britse taal zo goed beheerst? Hoe zit dat met de wond van Edwin? En hoe zit dat nu met die vrouwelijke draak? Wie is die moeder die Edwin de hele tijd hoort roepen in zijn hart?

Het viel moeilijk te zeggen of het waar was dat Wistans route de weg afsneed, maar hoe het ook zij, kort na het middaguur, kwamen ze vanuit de bossen weer op de hoofdweg. Die vertoonde hier karrensporen en was her en der drassig, maar nu konden ze vrijelijker lopen, en na enige tijd werd de weg droger en vlakker. Aangenaam zonlicht viel door de overhangende takken en ze trokken goedgeluimd verder.’ (ib: 119)

En dan de oude ridder Sir Gawain, die zijn zwaard niet meer uit de schede lijkt te kunnen trekken, aan welke kant staat hij nu eigenlijk? Is hij een seniele dwaas, een soort orakelende Catweazle of zit er meer pit in dat lijf? En wat zijn zijn bedoelingen of is hij een dolende ridder?

Er lijken vage flarden herinneringen op te borrelen: komen de reisgenoten elkaar ergens, heel diep weg, niet bekend voor uit een ver verleden of zijn dat maar hersenschimmen?
Het is de adem van de draak, zegt Beatrice, de draak die ergens gaandeweg het verhaal gedood moet worden. Wie moet de draak doden? De gewonde jongen Edwin, die misschien wel door haar gebeten is, moet hij het doen, of Sir Gawain, die aan het beest verknocht lijkt maar dat niet wil toegeven? Welke geheime agenda heeft heer Wistan?

En wat speelt er tussen de echtgenoten? Is er vroeger iets voorgevallen? Willen zij dat beiden verzwijgen voor zover zij het zich kunnen herinneren? Willen zij elkaar sparen? Misschien is het beter niet alles te weten en het hart te laten spreken.
Hun ultieme angst is dat zij gescheiden zullen worden door de veerman, zoals de vogelachtige vrouw is overkomen die zij ontmoetten in het begin van hun tocht.
Een van de eerste vreemde ontmoetingen buiten hun dorp is namelijk die met de vogelachtige, oude vrouw - vogelachtige vrouwen zijn een groot motief in dit verhaal, zijn het heksen, schikgodinnen, zijn het reien van rouwende, wrekende vrouwen? - en de veerman. Die veerman zullen zij nog een keer ontmoeten, aan het eind van het verhaal.

De verhouding tussen de echtelieden en de geschiedenis, het verloop van hun relatie staat symbool voor de relatie tussen de verschillende volkeren in Engeland.

Er viel een stilte toen de veerman was uitgesproken. Axl herinnerde zich later een vage drang iets terug te zeggen, maar tegelijkertijd het idee dat de man in een droom tot hem sprak en hij daar dus niet echt toe verplicht was.  (ib,: 46)

Droom? Sprookje? Ridderverhaal? Hallucinatie? De tijd die niet chronologisch verloopt? De weg die alsmaar terugbuigt. De dingen gebeuren een paar keer tweemaal, in een herhaling of een in een echo, de gebeurtenissen lijken niet altijd in causale relaties te gebeuren, zoals mogelijk is in een sprookje of in een betoverd Arthur-verhaal, ik bedoel een Arthur-verhaal waarin betoveringen een grote rol spelen.
Ik vind het schitterend: de vondsten van Ishiguro om de beneveling in de mensen zo te laten zien: herhalingen, a-causale verbanden, betoveringen, mist en nevel in hun hoofd en hart, vergetelheid. Het is me niet helemaal duidelijk geworden of die mist ook Sir Gawain en heer Wistan benevelde. Ik heb het idee van niet. De twee ridders lijken buiten de tijd en de oorzaken te staan, of eigenlijk: zij staan daar heel anders in dan de eenvoudige stervelingen als Axl, Beatrice en ook de gewonde jongen Edwin.

Vergetelheid: vloek of zegen, lijkt het grote thema te zijn van deze roman. De draak lijkt groot onheil gebracht te hebben over de gebieden, want haar adem heeft invloed op wat de mensen nog weten van vroeger. En op het moment dat die mensen doorkrijgen dat er misschien meer is dan wat zij nu weten en zich herinneren, gaan ze met volle energie aan de slag alles te achterhalen wat zij vergeten zijn. Maar of dat nu in alle gevallen zo slim is en of dat voor de verschillende bevolkingsgroepen, Britten, Saksen, Picten en Schotten, een zegen is?

Dit verhaal lijkt voor een groot deel een soort van Arthur-ridderverhaal, met betoveringen, een draak, een queeste, Sir Gawain, neef van Arthur en Ridder van de Ronde Tafel. De mist die de draak verspreidt en het eiland waarop de veerman vaart, waar schimmen en mensen eenzaam rondwaren, brengen de nevelen van Avalon in herinnering. Het Avalon, waar koning Arthur begraven zou liggen. Het eiland krijgt de vorm en de betekenis van de het land in het westen: het mysterieuze en misschien ook mystieke dodenrijk. Axl en Beatrice en de vogelachtige vrouw van het begin van het verhaal zijn immers oud en aan het eind van hun leven.

Niet voor niets gebruikt Ishiguro de mystieke, mysterieuze, sprookjesachtige, hoofs-romantische verhalen rondom het in nevelen gehulde rijk van Arthur als achtergrond voor zijn verhaal. De ‘Pax Brittanica’ (term is van mij, rdv), de relatieve vrede tussen de verschillende volken, Britten, Picten, Saksen, Schotten e.d., weliswaar onder de bezielende leiding van de Britse koning Arthur, is een broederlijk en ridderlijk-hoofs symbool voor de vrede tussen verschillende volkeren.

De schrijfstijl is ook in de vorm van een middeleeuws ridderverhaal: licht formeel en wat ouderwets. Dat heeft Ishiguro beslist opzettelijk gedaan. Er is in deze roman dan ook niet veel plaats voor iets als psychologische ontwikkeling van de personages. Mij stoort dat niet, ik vind het passend, maar Auke Hulst vindt het een tekortkoming, in zijn bespreking van deze roman in de NRC; te lang, te saai, geen echte diepgang, geen ambiguïteit, geen subtiliteit, schrijft hij. Ik ben het niet met hem eens. Ishiguro schreef zijn boek als een Arthur-roman: daarin is geen plaats voor psychologie, voor diepgang zoals ‘wij’ dat verstaan. Ambiguïteit is er genoeg in dit boek. Te lang?, nee, dat vind ik ook niet. Ik heb me moeiteloos mee kunnen laten nemen door het verhaal in dit boek. Wat mij een beetje stoorde was dat het verhaal van de draak alles ineens zo verhelderde; de puzzel bleek gelegd, alle stukjes pasten.... bijna, want het eind voor Beatrice en Axl was nog niet gekomen. Hun einde kwam toen zij aan het strand stonden en de veerman hen opwachtte met zijn bootje dat maar groot genoeg is voor een passagier.... Een schitterend open einde, dat al voorbereid is aan het begin met de jammerende vogelachtige vrouw en het konijn en de rationele en retorisch begaafde veerman. Wie betaalt de veerman? Waar en wat is de obool voor Charon?*

*In de Klassieke Oudheid betaalden de doden de veerman Charon een muntje, een obool, om hen over te zetten naar de Hades, het Dodenrijk. Ik geloof dat de obool onder de tong van het lijk gelegd werd, rdv.

Auteur:

Kazuo Ishiguro - roepnaam Ish of Ishy (Nagasaki, 8 november 1954) is een Japans-Engels auteur die onder meer de Booker Prize won en in 2017 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg toegekend.

Hoewel Ishiguro in Japan werd geboren, groeide hij vanaf zijn vijfde op in Guildford. In Engeland haalde hij in 1978 zijn bachelorgraad aan de Universiteit van Kent en twee jaar later een master creatief schrijven aan de University of East Anglia in Norwich.
Naast de Booker Prize voor zijn derde boek The Remains of the Day (1989), won Ishiguro eerder in 1986 de Whitbread Prize, voor zijn tweede boek An Artist of the Floating World.  In 2017 won hij de Nobelprijs voor Literatuur. De jury loofde met name zijn emotionele kracht. Men kende Ishiguro de prijs toe voor zijn 'krachtige, emotionele romans, waarin hij de afgrond toont die achter ons ingebeeld gevoel van verbondenheid met de wereld schuilgaat.

    A Pale View of Hills (1982)
    An Artist of the Floating World (1986)
    The Remains of the Day (1989)
    The Unconsoled (1995)
    When We Were Orphans (2000)
    Never Let Me Go (2005)
    Nocturnes (2009)
    The Buried Giant (2015)

Titel: Vergeten reus
Auteur: Kazuo Ishiguro
Oorspronkelijke titel: The Buried Giant
Vertaling: Bartho Kriek
Pagina's: 368
ISBN: 9789025444129
Uitgeverij Atlas Contact
Verschijningsdatum: februari 2015
Nobelprijswinnaar 2017

1 opmerking:

  1. Maar in "Toen wij wezen waren" is er evenmin plaats voor enige psychologische ontwikkeling van personages. Misschien is dat gewoon zijn stijl.

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.