Recensie door Roosje
Uitgeverij Oevers
Overal
beestjes
Drie-en-twintig
miniatuurtjes over dieren maken dit bundeltje uit, Bestiarium van Juan José
Arreola. Sommige van de dieren behoren tot een grotere groep, zoals
Watervogels, in plaats van Eend of zo; Insectiada in plaats van Vlieg of een
ander insect; Katachtigen in plaats van Leeuw, waar het in het stukje eigenlijk
over gaat; Camelidae in plaats van de Kameel of Dromedaris, dat is niet uit te
maken; Hertachtigen in plaats Edelhert of Ree.
Het zijn in
ieder geval geen fabels, deze dierenminiaturen, er is geen verhaaltje, er is
geen moraal, als in De fabel van Lafontaine. Dat heb je al snel geconstateerd
als je het eerste stukje gelezen hebt. Als je al meer van Arreola gelezen hebt,
verbaast dat niet. Arreola is een auteur die met taal speelt, die uitermate
'talig' schrijft, een taal-speler. Soms kan
het hem niet bont genoeg zijn en worden alle registers van het absurde
opengetrokken.
Als het geen
fabels zijn, wat zijn het dan wel? Er is een soort van beschouwing en dan
voornamelijk in tamelijk associatieve zin. En gaan die talige observaties,-
want observaties, een soort van, zijn het - wel werkelijk over dieren?
Als je het voorwoord van Annelies Verbeke leest, gaan zijn observaties en bedenksels feitelijk meer
over mensen dan over de dieren. In die zin, als een verre afgeleide, lijken
zijn stukjes wél op fabels: de dieren zijn eigenlijk mensen. Arreola is geen
zoöloog, hij is een dichter, het gaat hem eigenlijk niet om de dieren als
dieren maar het gaat erom dat sommige dieren erg op mensen lijken; dus gaat het
gewoon om de mensen via dieren. Het gaat om menselijke cultuur ook, referenties
aan verhalen en sprookjes, menselijke geschiedenis en wat al niet, vooral dus
het menselijke aspect in al zijn verscheidenheid. Dat geeft heel grappige situaties.
Uit het voorwoord: 'Begroet allerhartelijkst de
wormvormige griezel, die je bij wijze van geloofsbrief namens de mensheid zijn
glibberig dode-vissenhand reikt, terwijl zijn hondse blik je monstert.'
(2018: 13) Hier gaat het echt niet om een vis, en al helemaal niet om een dode
vis; het gaat om mensen die vaak dierlijke overeenkomsten lijken te hebben.
Uit een
verklaring achterin dit boekje blijkt dat deze dierenverhaaltjes door Arreola
gedicteerd zijn aan zeker José Emilio Pacheo, 'de notulist van Arreola' (ib.:
117-123). Arreola liet zijn uitgever alsmaar wachten op zijn pennenvruchten. De
uitgever stond op het punt Arreola's voorschot terug te vorderen en dwong
daardoor de auteur zijn stukjes te dicteren aan een notulist. Dat is komisch: een
dichter en een notulist; groter kan
het verschil van 'schrijver' nauwelijks zijn.
Dat het hier om
gedicteerde stukjes gaat verklaart heel misschien deels het verschil in stijl
tussen deze dierenstukjes en zijn verhaaltjes uit de bundel Het wonderbaarlijke
milligram, die qua taalspel en verscheidenheid aan talige grapjes veel diverser
is, ingewikkelder, intellectueler in zekere zin dan dit Bestiarium. Beide
bundels munten uit in absurdisme en het fantastische.
Tijd om een
paar sprekende citaten te geven:
Over de
neushoorn: 'Door hun buitensporige
wapenrusting bezwaard, geven bronstige neushoorns zich op een open plek in het
bos over aan een van gratie en behendigheid gespeend toernooi, waarin alleen de
middeleeuwse inslag van de botsing telt.
(ib: 17)
(ib: 17)
Over de struisvogel: 'Schril krijsend als een
profane orgelpijp verkondigt de nek van de struisvogel naar de vier windstreken
de radicale naaktheid van zijn opgedofte vlees. [...] Veeleer dan een kip is
hij een gigantisch kuiken in luiers.' (ib.: 31)
Over de Juan José Arreola (in Katachtigen): 'In werkelijkheid houdt
de leeuw met de grootste moeite de schijn van schrikwekkende majesteit op: de
façade heeft niets van doen met het eigenlijke gebouw, dat meer weg heeft van
zijn ziel, die nogal honds en schriel is.' (ib.: 43)
Over de zebra
(sowieso een erg leuk stukje): 'De zebra
neemt zijn opvallende verschijning hoogst ernstig en omdat hij zich gestreept
weet, vertijgert hij.' (ib.: 75)
Arreola
vergelijkt een dier niet alleen met mensen en niet altijd heel rechtstreeks,
maar ook met andere dieren. Het is grappig dat een vredige vegetariër als de
zebra vergeleken wordt met een bloeddorstige tijger. De zebra is ook zijn eigen
gevangenis, door de tralies, die hij draagt.
Over de pad,
het laatste in deze bundel, dat in de oorspronkelijke uitgave van 1958 ontbrak
en pas in de uitgave van 1972 door Arreola is toegevoegd:
'Af en toe
maakt ze een hupje, om uit te testen hoe radicaal statisch ze wel is. [...] In
het voorjaar ontwaakt ze weer, in het pijnlijke besef dat zich aan haar geen
metamorfose heeft voltrokken.' (ib.: 115)
Prachtige etsen
van Héctor Xavier, hier bijgevoegd - hopelijk lukt dat - verluchtigen het
geheel. Met die prenten denk je soms dat je in een middeleeuwse verhandeling à
la Jacob van Maerlant zit te lezen.
Ook hier
schieten mijn woorden weer tekort: ga gewoon lezen, dit bundeltje, dat weer zo
mooi en stevig uitgegeven is door Uitgeverij Oevers.
Overigens dank
ik Uitgeverij Oevers en Hebban hierbij; zij hebben mij de bundels van Arreola
doen toekomen. Dank.
Auteur:
Titel:
Bestiarium
Auteur: Juan
José Arreola
Vertaling: Guy
Posson
Pagina's: 120
ISBN: 9789492068231
Uitgeverij
Oevers
Verschenen: december
2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.