Recensie en
persoonlijk leesverslag door Mieke van Wijnen
Uitgeverij Aspekt
“Het onbegrijpelijke heimwee is waarschijnlijk veel later pas gekomen, voor ieder van ons op een andere wijze en op een ander moment.”
Annelies, in 1934 in
Holland geboren, tekent aan de hand van haar herinneringen en
documentatie haar levensverhaal op, dat ze ‘Denken aan Bandoeng’
heeft genoemd. Na de oorlog besloot ze namelijk 'niet meer te
voelen'. Dan blijft het veilige denken over om je verslag te doen,
zodat het verhaal niet verloren gaat.
De auteur heeft geen
half werk verricht. “Dankzij schrijfcursussen en kritische
begeleiding ontstond tenslotte een geordend manuscript,”
vertelt ze in haar voorwoord. Aspekt zag de waarde van dit boek in en
heeft haar boek (gelukkig) ook uitgegeven, waardoor het voor de
belangstellende te lezen is.
Omdat ‘Denken
aan Bandoeng’ ook over de teloorgang van Nederlandsch-Indië
als kolonie en moederland van Nederland gaat, vangt dit verhaal aan
bij de grootouders van Annelies aan moeders kant. Zij gingen begin
vorige eeuw als eersten van de familie in Nederlands-Indië wonen en
werken. Hein (1878- 1970) ontmoette Betsy toen hij in Groningen
Klassieke talen studeerde. Hein kwam uit een lerarengezin te Haarlem. Vaders
wil was, on-compromisloos, wet.Na een conflict met zijn vader vertrok hij
naar Den Haag en werkte als gouverneur in het gezin van een bankier.
Daarmee kon hij zijn rechtenstudie, met specialisatie Indisch recht en Adat, in Leiden betalen. Naar de reden van vertrek naar naar Indië moet de
schrijfster gissen. Was het omdat zijn oudste broer daar al zat of was er een conflict met zijn
vader? Storm op de toen open Zuiderzee was het keerpunt, vertelde hij
zelf als motivatie.
Drie van de vier
kinderen zochten hun toevlucht in de Nederlandsch-Indische koloniën.
Zijn oudste broer werd houtvester, Hein jurist, zijn zus trouwde met
een architect in Bandoeng: Annelies’oom Kees. Oma Betsy en
opa Hein verhuisden naar Pekalong, aan de noordkust van Midden Java.
In 1908 verkast het gezin naar het eilandje Muntok in Midden-Sumatra.
Na twee overplaatsingen woonde het gezin tussen 1913 en 1930 op
Batavia om daarna voorgoed naar Holland terug te keren. Bep is hun
jongste dochter, geboren en getogen in Indië. Zij trouwde in 1933 met
Leo Oldeman in Delft en is de moeder van Annelies. In Indië worden
er nog twee zussen en een broer geboren. Het gezin is compleet.
Vanaf dit tijdstip
ongeveer start Annelies met haar eigen verhaal. Aangrijpende
herinneringen mede veroorzaakt door het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog en door de aanval en inname van Indië door
de Japanners. Haar ouders werden afgesneden van elk contact
met de familie in Holland. Annelies werd op zevenjarige leeftijd een oorlogskind.
Door haar ogen maak je veel mee en ik vond dat moeilijk om te lezen.
Mijn eigen opa van moeders kant werkte op de olieraffinaderijen nabij
Prabumulih (Prabamoeli genoemd in het boek), mijn moeder (1929) was
ook hun oudste dochter. Mijn moeder heeft in de ergste Jappenkampen
gezeten, ze heeft het overleefd en samen met mijn vader is ze eind
jaren ‘50 met haar gezin in Prabumulih komen wonen en werken. Ik
werd daar geboren en we moesten plotsklaps emigreren uit Indonesië
omdat de situatie daar onhoudbaar was geworden. Mijn moeder schreef
haar eigen verhaal op voor intern gebruik.
Toen de auteur het
halverwege over de oorlog had raakte ze me (toch onverwachts) vol van
binnen. Inderdaad, heel persoonlijk en dichtbij voor mij dus. Toch
ben ik blij dit boek gelezen te hebben, want stukje bij stukje wil ik
ook mijn ‘het denken’ aan ‘het voelen’ kunnen koppelen, zodat
het mij uiteindelijk lukt het verhaal van mijn eigen moeder te kúnnen
lezen. Er zijn namelijk gedachten en gevoelens, die binnen families
vaak onbewust gedeeld worden door gewoontes. Ook taboes en hoe je om
gaat met ongemakkelijkheden.
Daarom denk ik dat
Annelies dit boek ook geschreven heeft om een stukje Nederlandse
geschiedenis - dat te pijnlijk is voor een
mens om alleen te dragen - aan het licht te brengen. Mijn moeder vond het net als Annelies heel
moeilijk dat men in Nederland geen oor had voor de ontberingen
die in het verre Indië geleden waren. Men had alleen een luisterend oor voor
het eigen geleden ongemak “Jij had het tenminste lekker warm
daar.”
Annelies vertelde
als het ware de light versie van wat mijn moeder heeft meegemaakt (en
onbewust in onverwerkte vorm doorgaf aan de volgende
generatie oudste dochter, ik). Waar Marco Borsato zo mooi over
zong, over oorlogskinderen in het nummer Speeltuin
Door kapotgeschoten straten,zonder vader zonder landloop je hulpeloos verlatenaan je moeders warme hand
Als een schaap tussen de wolvende bestemming onbekenden niemand ziet hoe klein je bentniemand ziet hoe klein je bent
Morgen zal het vrede zijnzal de zon je strelenzal de wereld weer een speeltuin zijnen kun je rustig spelen
Na de winter komt de lentewordt de grijze lucht weer blauwmaar al ben je uit de oorloggaat de oorlog ooit uit jou?Mooie ogen zijn vergiftigdzijn aan het geweld gewenden niemand ziet hoe klein je bentniemand ziet hoe klein je bent (2x) (bron)
Maar voor Annelies
en mijn moeder was het erger dan dit oorlogskind. Hun moeders konden
de zorg voor zichzelf en hun kinderen niet meer aan in de kampen. Ze
waren ziek, vies uitgehongerd en verzwakt. De ‘kinderen’
ontbeerden in Indië juist ‘moeders warme hand’ en moesten voor
moeder, broers en zussen zorgen. Annelies deed dit, mijn moeder deed
het. Het gezin van Annelies overleefde het, die van mijn moeder
overleefde de oorlog. Dankzij de kracht en moed van sterke dochters.
Dát grijpt mij zo aan. Oorlogskinderen! Want wie was er voor hen?
Toen mijn moeder
uiteindelijk haar eigen kinderen kreeg (5!!) was ze fysiek,
emotioneel en mentaal ‘op’. Ze wilde wel houden van haar
kinderen, maar er kwam alleen maar oorlog uit. Dus wij kinderen
zorgden er voor dat ze niet geconfronteerd werd met haar oorlog en
waren altijd ‘zo lief’ volgens haar. Annelies schreef dit boek
ook vast uit liefde voor haar kinderen. Ze rept met bijna geen woord
over haar eigen kinderen of over een echtgenoot.
De auteur
Annelies Oldeman (
1934) bracht haar jeugd door in voorm. Ned. – Indië. Na de
capitulatie van Japan en het eerste jaar van de dekolonisatieoorlog
gingen haar ouders met hun gezin naar Nederland. Zij is gepensioneerd
lerares VWO en volgde enkele cursussen bij Editio. Momenteel werkt
zij aan een boek over haar eigen jeugd in Indië en haar leven na die
twee oorlogen in Nederland. (bron)
Titel: Denken aan
Bandoeng
Auteur: Annelies
Oldeman
Uitgever: Aspekt
ISBN: 9789463384995
Genre: non-fictie
Pag.: 274
Verschenen: oktober
2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.