Uitgegeven in eigen beheer
'De wond
aan mijn been was gaan zweren
en mijn
enige vriend was William K.'
Dave Eggers, Wat is de wat (2009)
De onzichtbaren
Met een ijzersterk
hoofdstuk opent Xander Jongejan zijn
romandebuut 'De tafel van Tarzan'.
Zoals aangegeven hebben we hier met de Zoon
te maken. Hij heeft een auto-ongeval gehad, schrijft dat hij zijn moeder ruikt en
later in het ziekenhuis staat er een agent op wacht bij de deur.
'Er is op me geschoten. Ik gaf me niet over. Natuurlijk niet, ik ben niet laf, ik ben verantwoordelijk. Ik ben de zoon die alles oplost.'
In drieëndertig korte
hoofdstukken wordt een indringend verhaal geschetst van een disharmonieus gezin.
Het perspectief wisselt per hoofdstuk tussen de zoon - waarvan later blijkt dat
zijn naam Robert is - en de vader. De indruk wordt gewekt dat er een
briefwisseling gaande is, maar deze zijn verstoken van aanhef en afsluiting.
Wat vrijwel direct opvalt is dat er weinig interactie is tussen beide brievenschrijvers.
Ze vertellen elkaar hun persoonlijke verhaal en herinneringen, maar er wordt
slechts zelden een vraag aan de ander gesteld; hoogstens een retorische.
Derhalve zijn er vanzelfsprekend ook geen antwoorden te lezen.
Langzaam maar zeker
ontrolt zich het verhaal van een gezin over een periode van pakweg een jaar of
tien, waarin de sfeer steeds grimmiger en triester wordt. De beide heren zien
alleen het onvermogen van de ander en kunnen geen hand in eigen boezem steken.
Moeder is depressief, op
het apathische af. Ze kijkt tv, heeft haar chips in een boodschappentas naast
haar stoel en doet... niets. Haar man zorgt voor het huishouden, de warme
maaltijd en dient er precies op tijd voor te zorgen dat zij haar kopje koffie krijgt. Hij staat
volledig in dienst van zijn vrouw en heeft niet (meer) het lef om tegen haar in
te gaan.
Dit is niet altijd het
geval geweest, maar ze zit in de herinnering van Robert altijd al in haar eigen
bubble. Vader voelt zich door haar niet gezien, niet gehoord. Ze slapen ook
apart en in een eigen slaapkamer. Robert maakt eens een opmerking dat het gezin
van zijn vriendje zeker erg arm is, want zijn ouders slapen in één bed en in
één slaapkamer. Voor hem is het dus heel normaal dat zijn eigen ouders
gescheiden slapen.
Vader is nogal hardhandig
naar zijn zoon toe en ook de buurtkat Tarzan, Robert's vriendje, moet het
ontgelden. Robert constateert dat zijn moeder op zulke momenten stoïcijns
blijft en nooit voor hem in de bres springt. Zijn vader is vooral met zijn
eigen sores bezig en hunkert naar de lijfelijkheid die er eens was tussen hem
en zijn vrouw, terwijl ze hem tot in zijn diepst van zijn ziel vernedert.
Waar beide echtelieden
zich schuldig aan maken is de psychische verwaarlozing van hun kind, die op
zijn beurt ook hunkert naar contact, gehoord en gezien wil worden.
'Een keer bleef ik op mijn kamer tot ik zou worden geroepen voor het eten. Mijn huiswerk was af. Ik zat achter mijn bureau. Ik keek naar het klokje op mijn bureau. Het werd donker. Het werd later. Ik zat daar maar. Ik wachtte. Ik zat van half vier tot kwart voor negen. Etenstijd was vanzelf voorbij gegaan. Toen ging ik naar bed. 's Ochtends zei niemand wat. Toch bleef ik verwachten dat mijn naam genoemd werd. Dat iemand mij zocht.'
In het boek komt het
slechts eenmaal voor dat zijn ouders zich daadwerkelijk om hem bekommeren, vanwege het feit dat hij nog
steeds in zijn bed plast. De oplossing voor dit probleem leggen ze echter in
handen van 'een bijzondere man. [...] Hij
heeft speciale krachten'. Zelfs dan komt geen van beiden op het idee om
tenminste de eerste keer met hun zoon mee te gaan. Helaas voor Robert is de man op
andere dingen uit.
Deze verhaallijn dooft jammer genoeg uit als een nachtkaars, de man is ineens 'weg' en de auteur gaat niet
verder in op de impact die het handelen van de man op Robert heeft. Het blijft daardoor hangen als
een los draadje.
'Soms wou ik zeggen dat ik van jullie hield. Maar hoe moest ik dat doen? Wie luistert er naar een onzichtbare?'
De veilige baken voor
Robert is zijn oma. Zij neemt hem en Tarzan in huis wanneer zijn moeder in het
ziekenhuis ligt, maar er komt toch een tijd van afscheid nemen...
Tarzan blijkt een
belangrijke protagonist te zijn in dit verhaal. Als onvoorwaardelijke vriend
die Robert ongewild een drastische
daad laat begaan. Heel cryptisch, ik weet het, maar het is verder aan de lezer.
Zoals hierboven al is te
zien staat dit boek bomvol thema's, waarvan ik er maar een paar heb beschreven
om niet alles weg te geven. De thema's zijn goed verwerkt in het geheel en
geven, naar gelang het verhaal vordert, een bijzonder mooi opgebouwd beeld van de gezinsstructuur en -problemen. Zelf had ik graag gezien dat de personages wat meer uitgediept zouden zijn
geweest, maar tegelijkertijd bedenk ik me dat dát waarschijnlijk niet de
bedoeling was van de auteur. Het gaat hier tenslotte om een beknopte roman, waar al
heel veel in is gestopt en het daarom geen aanvullende waarde heeft om nog
verder de diepte in te gaan, omdat het juist om de thema's gaat zoals eenzaamheid, gezien willen worden,
verwaarlozing, naar de ander wijzen en dergelijke.
Het verhaal is cyclisch.
Mooi, daar ben ik fan van. Bij het dichtslaan van het boek blijkt waarom hij in het eerste hoofdstuk schrijft dat hij zijn moeder denkt te ruiken.
De schrijfstijl is door de
korte zinnen heel helder. Ook wat staccato, echter niet op een storende manier.
Het is absoluut mooi dat de schrijfstijl verandert bij de
perspectiefwisseling, zodat het kind en de volwassen man een eigen uitstraling
hebben meegekregen.
Mijn sympathie gaat
voornamelijk uit naar Robert die opgroeit in een schijnbaar liefdeloos gezin.
Hij voelt dat hij liefde en aandacht tekort komt, maar denkt tegelijkertijd
dat het wel zo zal horen.
Tot slot: ik ben positief
verrast door dit verhaal. Het schuurt, is meeslepend, grijpt je bij de strot. Er
is iemand aan het werk geweest die weet hoe hij de dingen op een zeer prettige manier
aan de lezer over moet brengen. Ondanks de overwegend korte zinnen is het proza
subtiel en laat nog wat te raden over. Ik proef een mooie belofte van een
eventueel volgende roman. Zonder losse draadjes, maar met kronkelende
verhaallijnen.
Hier laat ik
(schrijver/dichter, 1973) mijn sporen van proza & poëzie na. Ik publiceer
mijn werk in eigen beheer: in 2018 de roman De tafel van Tarzan, in 2017 de
dichtbundel Wat zijn de bananen duur. Gedichten van mij werden opgenomen op
Meander Magazine, in Passionate magazine, in de verzamelbundel Voorbij de poort
en op poëziewebsites Rottend Staal online en Gedichten.nl. Proza & poëzie
was te lezen in het literaire tijdschrift De Eendagsvlieg, dat Jasper Langedijk
en ik in eigen beheer uitgaven.
Titel: De tafel van Tarzan
Auteur: Xander Jongejan
Pagina's: 146
ISBN: 9789402171938
Verschenen: 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.