Recensie door Roosje
Uitgeverij Querido
Genomineerde op
de Longlist Libris Literatuurprijs 2019
“Sometimes
I feel like a motherless child...”
- een spiritual
In een
land, hier niet zo ver vandaan leefden eens een vader, een moeder en een
zoon....
-- Sorry, een
*spoilertje* hier en daar --
‘Stamvader kan niet meer staan.
Sinds hij vervroegd met pensioen is gestuurd, dijt zijn lichaam onstuitbaar uit
en dragen zijn knieën de kilo’s niet langer. Zijn zoon Bardo heeft al een bed
voor hem getimmerd dat bijna de helft van de achterkamer in beslag neemt. Hij
wil de dokter van het naburige dorp erbij roepen, maar zijn vader duldt geen
dokters aan zijn lijf, hij noemt ze allemaal kwakzalvers.
Wantrouwen is
altijd zijn werk geweest.’ (2018:9)
Bardo’s vader
heeft geen naam, hij wordt Stamvader genoemd, als de wrekende en wrakende God
uit het Oude Testament: zijn wil is wet, zijn wil geschiede*. Een patriarch,
maar wel een beetje een zielige, zijn vrouw overlijdt vroeg en zijn zoon stelt
hem teleur, in alles eigenlijk. Geen echte man wil hij worden, een slappeling
is Bardo, net als zijn slapie Kors later tegen hem zegt. Een slappeling he will
be.
Bardo’s moeder
heeft ondanks haar vroege verscheiden wel een naam: Onna. Zij is verongelukt
toen ze over de grens boodschappen ging doen. Een andere vader reed haar van de
weg. Daarom wil diens zoon Julus aanvankelijk, uit schuldgevoel Bardo’s
vriendje zijn. Het botert niet tussen de twee. Hond wordt daarvan het
slachtoffer. Hond is de hond van Stamvader, een waakhond.
Stamvader is
grenswachter en hij neemt zijn taak überserieus. Hij is gebrand op smokkelwaar.
Daarbij roept hij de hulp in van zijn vrouw, die de dames moet visiteren. Sinds
zij dood is, heeft Stamvader andere methoden om bijvoorbeeld gesmokkelde pakjes
boter op t sporen:
‘Toch
vertrouwde hij het niet, hij meende iets schichtigs in haar zwijgen te bespeuren,
en nu Onna er niet meer was en hij de regels niet wilde overschrijden, vroeg
hij haar haar jas uit te trekken, een soepele dunne regenjas met epauletten en
sierknopen (zoals de regenjas die Onna droeg op de dag dat zij dodelijk gewond
raakte, rdv). Eronder droeg zij een moderne jurk in bonte kleuren, die in zijn
getailleerde eenvoud de zomer al aankondigde. Er was geen verdachte verdikking
aan haar lichaam te zien, maar er kon nog iets tussen haar dijen verstopt
zitten, want haar voeten stonden te ver van elkaar. Hij beval haar haar jurk
uit te trekken en keek toe hoe ze het lipje probeerde te vinden van de rits die
over het midden van haar rug liep. Met haar armen langs haar oren trok ze het
achterpand iets omhoog om erbij te kunnen, daarna zag hij haar handen langs
haar middel naar haar rug gaan, zoekend waar dat lipje was gebleven. Ze trok
het tot op haar heupen, haalde haar armen uit de halflange mouwen en liet de
jurk op het vette kleed vallen, als een krans rond haar voeten.
Al die tijd was
ze hem zwijgend blijven aankijken.
Hij kon zien
dat in haar witte beha alleen de volte van haar borsten zat.
Haar even witte
onderbroek zat strak om haar huid.
Net onder haar
navel ontwaarde hij een kinderlijk strikje dat niets bij elkaar hield.’
(ibidem: 21-22)
Aan deze scène
wordt gerefereerd wanneer Mara en Bardo voor het eerst vrijen. Mara had
overwogen een jurk aan te trekken maar besloot tot rok en bloes omdat dat
minder gedoe zou geven bij het ontkleden, het openen van een rits in een
strakke jurk is geen sinecure; dat kennelijk in een tijd dat de jurken strak om
een vrouwenlichaam pasten.
Verder vind ik
dit een van de prachtigste stukjes uit dit boek. Het getuigt van onverholen en
toch zeer verborgen erotiek - een opgelegde striptease - versus de volledige
onschuld van een onaangeraakte maagd. Dat strikje op een witte onderbroek! Het
uitdoen van een jurk via een ritssluiting in een strakke jurk, dat je dan die
jurk een stukje op moet trekken, etc. Zo beeldend!
We volgen Bardo
in zijn leven. Op school, voortgezet technisch onderwijs, Bardo is daar niet
heel handig; zijn relatie met schoolvriendje Julus; zijn ontmoeting met zijn
toekomstige vrouw Onna; de geboorte van hun dochtertje Onna, die Kleine genoemd
wordt; zijn dienstplicht in het leger en zijn relatie met Kors, die enorm
gepest wordt en Bardo die het niet voor hem opneemt; zijn baan als grenswachter
elders; de verwording van en vervreemding in zijn relatie met Mara.
Aanvankelijk
heb je als lezer veel sympathie voor de arme Bardo, die al jong zijn moeder
moet missen en wiens vader een bullebak is met opgeklopte ideeën over het
Vaderland en hoe een jongen zich dient te gedragen. Daarom vond ik heel
misschien het eerste stukje van het boek het mooist. Als lezer geloof je in de
onschuld van die arme jongen, en voel je mededogen omdat hij het zo slecht
getroffen heeft. Maar wanneer je verder komt in het verhaal blijft er steeds
minder over van die sympathieke jongen. Steeds vaker begint hij trekjes te
vertonen van iemand die wel erg op zijn vader gaat lijken. Dat is best
shockerend. Tenminste dat is iets waar ik mezelf toch regelmatig op betrap, ook
bij het zien van een film of serie. Je wilt als mededogend mens je hoofdfiguur
wel sympathiek vinden of op zijn minst begrijpen. Als je begrijpt waarom een personage
een klootzak is, of gewoon een lafaard of zoiets, dan heb je minder een hekel
aan hem. Als je hem niet begrijpt ga je zelfs (bijna) de hoofdpersoon haten.
Dat is hier bijna het geval, of misschien ook helemaal. Dat moet iedereen zelf
beslissen, ook met het einde in gedachte.
Het is een
kenmerk van de romans van Joke van Leeuwen, van haar romans voor volwassenen,
dat zij vaag is over de geografische plek waar het verhaal zich afspeelt en
over de tijd wanneer. In dit geval vermoed je Oost-Duitsland of misschien
elders in Oost-Europa, aan de hand van de vaker genoemde bruinkool die gestookt
wordt, en de wijze waarop het winkelen in zijn werk gaat en de minder rijke
hoeveelheid consumentenartikelen die in die winkels te koop zijn. De strenge
grensbewaking. Ze vieren er een onbeholpen vorm van carnaval. Tijd? Ergens jaren 50 of 60 of iets later,
want in dat land lopen ze wat achter, aan de hand van de strakke jurken met
ritsen en het smokkelen van boter.
Immigratie en
emigratie komen verholen aan de orde; zeker omdat het verhaal zich afspeelt aan
de grens en omdat Bardo en zijn vader beiden grensbewakers zijn, de term
‘douanier’ komt niet voor. De ouderwetsheid en de soberheid sijpelen tussen de
regels door. Mensen verdienen niet veel. Het is sappelen. Ze eten voornamelijk
stampotten met een kuiltje jus.
Dat uiterlijke
verbeeldt de innerlijke gesteldheid van de mensen om wie het gaat; het
uiterlijke staat ten dienste van die innerlijke gesteldheid.
Enerzijds
schrijft Van Leeuwen heel afstandelijk en tegelijk komen het verhaal en de
emoties daardoor juist heel dichtbij. Met eenvoudige woorden weet Van Leeuwen
een enorme vervreemding tussen mensen en binnen de mensen gestalte te geven.
Ik moet nu
spontaan aan A. Alberts denken, die daar ook een meester in was: eenvoudige
woorden die gelijktijdig een afstand en een nabijheid scheppen. Dat is bijna
tovenarij.
Geschiede is
hier aanvoegende wijs, conjunctivus, vandaar die rare vorm, met een ‘e’ en met
maar één ‘d’.
Auteur
Johanna Rutgera
(Joke) van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952) is een Nederlands auteur voor
kinderen en volwassenen, dichter, illustrator en cabaretière. Ze woont sinds 2002 in Antwerpen.
Haar vader was theoloog en het grote gezin
verhuisde regelmatig. Ze woonde onder meer in Amsterdam ,
Brussel, Zetten en Maastricht .
In haar ouderlijk huis werd veel gelezen, muziek gemaakt en toneel gespeeld.
Van haar tiende tot haar dertiende schreef en tekende ze een eigen huiskrant.
Van Leeuwen
studeerde grafische kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van
Antwerpen en de Hogeschool Sint-Lukas Brussel in Schaarbeek. Daarna studeerde
ze geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel waarover ze vertelde:
"In die tijd moest zo'n studie juist ook exacte componenten hebben, dus
ging het over manuren staking, waarbij je over tien uren staking niet weet of
tien mannen een uur gestaakt hebben of één man tien uur...". Uitgebreider
komt haar opleiding (zowel geschiedenis als kunst) aan de orde in Het moet een
beetje huppelen in mijn hoofd, een portret.
In 1978
debuteerde Joke van Leeuwen als kinderboekenauteur met De Appelmoesstraat is
anders. In hetzelfde jaar won ze ook alle prijzen op het Camerettenfestival en
kwam daarmee terecht in het officiële cabaretcircuit. Vanaf 1984 staat ze
minder frequent op de planken, maar kwam in 2004 officieel terug met een
combinatie van cabaret, literatuur en beeld. Ze treedt op met Mario Paric en
haar vaste begeleidster Caroline Deutman op piano.
Als schrijver
en illustrator van (kinder)boeken is ze veelvuldig bekroond. Zo werd Een huis
met zeven kamers in 1980 bekroond met een Gouden Penseel en een Zilveren
Griffel en Deesje in 1988 met een Gouden Griffel en een Zilveren Penseel. Van
Leeuwen leverde het Kinderboekenweekgeschenk in 1988 (Duizend dingen achter
deuren) en in 1993 (Het weer en de tijd). In 2013 werd ze in Duitsland bekroond
met de James Krüss-prijs voor internationale kinder- en jeugdliteratuur en ze
wordt al enige jaren genomineerd voor de Astrid Lindgren Memorial Award. Haar
hele oeuvre werd in 2000 bekroond met de Theo Thijssenprijs, in 2010 met de
Gouden Ganzenveer en in 2012 met de Constantijn Huygens-prijs. Voor volwassenen
schreef ze onder meer Feest van het begin (AKO Literatuurprijs) en De
onervarenen (shortlist Libris Literatuur Prijs). Ze publiceert ook dichtbundels
zoals Het moet nog ergens liggen en werd in 2007 gelauwerd met de Herman de
Coninckprijs voor haar gedicht Andermans Hond.
In januari 2014
werd Joke van Leeuwen benoemd tot voorzitter van PEN Vlaanderen als opvolger
van David Van Reybrouck. Onder haar voorzitterschap kregen allochtone auteurs
een groter podium en focuste PEN Vlaanderen zich op politieke situatie in
Turkije. In 2018 werd ze in deze functie opgevolgd door theatermaker Erik
Vlaminck.
Titel: Hier
Auteur: Joke
van Leeuwen
Pagina's: 232
pagina's
EAN:
9789021409580
Uitgeverij
Querido
Verschenen:
april 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.