dinsdag 2 april 2019

Esther Gerritsen - De trooster

Recensie door Roosje
Uitgeverij De Geus

Genomineerde Libris Literatuurprijs 2019
Judas

Jacob werkt als koster bij een klooster, waar ook leken een tijd door kunnen brengen in een retraite. Jacob heeft - net als Jutka uit de roman Vindeling van Vonne van der Meer - een lichamelijk gebrek. Een kant van zijn gezicht is scheef. De asymmetrie van zijn gezicht heeft ervoor gezorgd hem zich altijd de mindere voelt van andere mensen. Jacob is een eenzelvig mens, wantrouwig, korzelig en niet heel vriendelijk. Hij houdt zich op de achtergrond. Zelfs door de broeders voelt hij zich niet thuis.

Als kind kreeg hij in een rollenspel altijd de rol van de familiehond toebedeeld; hij was daar tevreden mee, hij mocht immers meedoen. Die rol is hij zijn hele leven blijven spelen: de hond; het dier dat niet kan praten, dat zijn eten in zwijgzaamheid eet terwijl anderen zich gezellig onderhouden met elkaar, de hond die kunstjes doet, die niet eens zo moeilijk hoeven te zijn, de hond die gewoon geen mens is. 

Jacob is een mislukte geestelijke. Eigenlijk had hij misschien vroeger ooit ook het klooster in gewild maar die stap heeft hij niet durven zetten. Ooit heeft hij een vriendin gehad, maar eigenlijk was hij liever alleen. Seks met zijn tweeën was een stuk ingewikkelder dan in zijn eentje. Het meisje maakte het uit.

Zijn leven verandert als Henry in het klooster verschijnt. Men fluistert dat hij als minister heeft moeten aftreden: overspel, fraude? Jacob houdt zich niet zo bezig met het nieuws. Henry dringt zich een beetje op aan Jacob, tenminste zo voelt de laatste dat. Er ontstaat langzaam een zekere verstandhouding tussen de mannen. Henry gaat Jacob helpen bij zijn werk in de moestuin. Jacob raakt betrokken in Henry’s leven. Het is in de Goede Week dat Jacob Henry kan overhalen de diensten bij te wonen; iets wat hij voor die tijd niet deed omdat hij niets met het geloof heeft. Jacobs spiritualiteit wordt dieper, intenser naarmate Pasen nadert. Hij voelt de inspiratie, de Heilige Geest over zich komen naarmate hij intiemer wordt met Henry. Het lijkt zelfs een beetje op een verliefdheid. Het is geen fysieke verliefdheid, maar Jacob voelt zich door Henry meer mens. Hij gaat zich steeds steeds meer de leraar voelen, een beetje een jezus, en Henry is zijn apostel. Jacob preekt en Henry volgt. Henry zelf is geïnteresseerd in de apostel Paulus, die Jezus zelf nooit gekend heeft en die voor zijn bekering niet zo’n deugdzaam leven heeft geleid - op de een of andere wijze moest ikzelf steeds aan Augustinus denken, misschien vanwege diens Confessiones? -. 

Tijdens het heidense paasvuur in het dorp gebeuren er verscheidene zaken - dionysisch (mijn term, rdv, niet van Gerritsen) - bij Henry en Jacob, die hen in een ander daglicht stellen. De mannen hebben elkaar wanhopig nodig, maar trekken daar andere consequenties uit. Spoilerwise kan ik daar niet veel over zeggen, maar het is dramatisch.
De Goede Week speelt vaker een rol in Nederlandse romans: zoals bijvoorbeeld in Het hout van Jeroen Brouwers, De weldoener van Thomese. Deze spirituele periode van inkeer en bewustwording spreekt, denk ik, ook minder religieus bevlogenen tot de verbeelding. 
Misschien gaat Jacob - de oud-testamentische naam draagt deze zielige zonderling niet per ongeluk - iets te ver in zijn bevlogenheid, in zijn rol van trooster van de ongelukkige, wanhopige medemens.
Henry beantwoordt Jacobs behoefte messiasje te spelen niet op een wijze die Jacob zich in zijn stoutmoedige dromen had voorgesteld.

Dit is zo’n roman die zich lastig laat bespreken. Dit stukje van mij doet op geen enkele wijze recht aan de sobere taal waarvan Gerritsen zich bedient en de rijke invulling van de mannelijke hoofdrollen zoals zij die vormgeeft. Het overdonderende en anticlimactische einde zag ik niet - al te snel - aankomen (hmm, misschien geef ik hiermee iets te veel weg). In zekere zin vertolkt Jacob een jezusrol en Henry een andere. Zelf zag Henry zich graag als de apostel Paulus maar ik denk dat hij zich daarmee hogelijk overschat; ook is het mogelijk dat Henry hun relatie sowieso heel anders heeft ingekleurd. Het perspectief ligt zo exclusief bij Jacob dat het zou kunnen dat deze een totaal ander beeld van de situatie heeft dan Henry; er zou sprake kunnen zijn van een ‘onbetrouwbaar personage’, in literaire zin, bedoel ik dan.
In hun meer dan menselijke kleinheid ontmoeten beide mannen elkaar maar zij lijken er niet ten volle van te profiteren. En dat is heel tragisch; het lam Gods lijkt toch voor niets te zijn gestorven.

Het is het verhaal van een achtergesteld mens, misschien vindt de grootste achterstelling plaats in zijn eigen hoofd: een groot minderwaardigheidsgevoel, net zoals de hierboven genoemde Jutka van Vonne van der Meer ook had. Een mens die zichzelf meer tekort doet dan zijn medemens dat doet, of de meeste van zijn medemensen. De broeders waarderen Jacob erg en zijn vriendelijk voor hem, zijn bezorgd om hem, stellen hun hart open voor hem, maar Jacob gelooft hen niet.

Ik kom maar weer met mijn zwaktebod - dat doe ik meestal als ik me niet in staat voel een adequaat stukje te schrijven -: lees dit boek en oordeel zelf.

Auteur

Esther Gerritsen (1972) groeide op in de plaats Gendt bij Nijmegen en studeerde Dramaschrijven en Literaire vorming aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
In oktober 2014 verscheen haar roman Roxy. Gerritsen is columniste voor de VPRO Gids. In april 2015 werd bekend dat de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Gerritsen heeft gevraagd het boekenweekgeschenk van 2016 te schrijven. In 2016 is Broer dan ook het boek dat als boekenweekgeschenk werd weggegeven.

Titel: De trooster
Pagina's: 224
ISBN: 9789044541717
Uitgever: de Geus
Verschijningsdatum: januari 2019; oorspronkelijk 2018
Genomineerde Libris Literatuurprijs 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.