dinsdag 9 januari 2018

Kazuo Ishiguro - Laat me nooit alleen

Recensie van Roosje

 *spoiler alert* 
 (Dit boek is bijna niet te recenseren zonder spoilers)


 DE ONAANRAAKBAREN

Inleiding

Mijn naam is Kathy H. Ik ben eenendertig jaar en al meer dan elf jaar verzorger. Dat lijkt lang, ik weet het, maar ze willen zelfs dat het nog acht maanden blijf doen, tot eind dit jaar. Dan ben ik het bijna exact twaalf jaar. Ik weet dat het feit dat ik het al zo lang ben niet se betekent dat ze geweldig tevreden over mijn werk zijn. Een paar heel goede verzorgers kregen na twee, drie jaar te horen dat ze ermee moesten stoppen. En ik ken minstens één iemand die niet minder dan veertien jaar verzorger is geweest en er helemaal niets van terechtbracht. Dus ik zit niet op te scheppen, al weet ik toevallig dat ze altijd tevreden over mijn werk zijn geweest, ikzelf over het algemeen trouwens ook. Mijn donors hebben het meestal veel beter gedaan dan verwacht.’ (ebook, begin) 

Zo begint het boek Laat me nooit alleen van Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro. Opvallend is de vriendelijk kabbelende toon van het vertelde door hoofdpersoon Kathy; hoe haar achternaam is en of ze wel een achternaam heeft, blijft duister.  
Vreemd zijn ook de concepten ‘verzorger’ en ‘donor’. Helaas wist ik al het een en ander van het verhaal voor ik het zelf ging lezen. Meestal vind ik dat niet erg, maar in dit verhaal toch wel een beetje. Het verrassingseffect was kleiner. 

De vriendelijk, schijnbaar kabbelende toon duurt het hele boek door. Deze toon staat feitelijk in volstrekte tegenstelling tot de heftigheid van het gebeuren, van de ‘werkelijke’ situatie. De situatie in het boek kun je scharen onder het begrip dystopisch fantastische roman’, maar tegelijk realiseerde ik me dat de groep mensen om wie het in deze roman draait, makkelijk vervangen zou kunnen worden door elke willekeurige andere onderdrukte minderheidsgroep. 

Het verhaal 

Kathy, Tommy en Ruth zijn vriendjes in een tehuis dat Hailsham heet. Ze gaan er naar school, ze brengen er hun vrije tijd door en ze gaan nooit naar huis. Geleidelijk kom je er als lezer achter hoe het ongeveer zit. Soms heb je als lezer een voorsprong op wat er te weten is en soms heb je een achterstand. Omdat Kathy het verhaal achteraf vertelt, heb je als lezer altijd een achterstand in het ‘weten’. Maar tijdens het verhaal, als je vergeet dat het verhaal achteraf verteld wordt, lijk je af en toe een voorsprong te hebben op de personages. Van tijd tot tijd wordt het duidelijk dat Kathy terugkijkt, maar die aanwijzingen zijn zo subtiel dat je dat ook weer makkelijk vergeet.

Je vraagt je al spoedig af hoe het komt dat de kinderen nooit naar huis gaan en waar die ouders eigenlijk zijn. Daar kom je gewoon helemaal niet achter; er is een sterk vermoeden dat die kinderen helemaal geen ouders hebben. Zelf hebben ze slechts een uiterst vaag begrip van ouders, en ze noemen dat ook anders: 

Hoewel de meesten van ons op Hailsham op het idee van ‘mogelijken’  (romein van rdv) gekomen waren, hadden we het gevoel gehad dat we er niet over mochten praten, en dus hadden we dat ook niet gedaan - hoewel het ons zeer zeker had geïntrigeerd en in verwarring gebracht.’ (810) 

De kinderen ontdekken langzaam wat de zin van hun leven is - ik dacht: daarin heeft deze groep een voorsprong op ons, gewone mensen; wij kennen immers ons doel niet -. Er is zelfs een lerares, juffrouw Lucy, die vindt dat de kinderen eerder op de hoogte gesteld moeten worden van hun werkelijke bestemming, omdat zij zich dan sneller kunnen wapenen - niet letterlijk -. Haar opvatting staat lijnrecht tegenover die van juffrouw Emily en van de directrice, die Madame - wie denkt dan niet aan een bordeel? - genoemd wordt. De laatsten proberen de kinderen een zo goed mogelijk, zo veilig mogelijk, zo prettig mogelijk tehuis te bieden voordat hun rauwe leven een aanvang neemt.  

Je lijkt voortdurend in een soort half vacuüm te verkeren, met situaties die doen denken aan Pitty naar kostschool van Enid Blyton, maar dan wel met jongens, met vrije seks ook, want de kinderen kunnen geen eigen kinderen voortbrengen en seks heft emotionele spanningen op.

Kathy fantaseert van een fijne baan in een moderne kantoortuin; zij had daarvan een afbeelding gezien in een tijdschrift dat achteloos was weggeworpen en op een pad in een plas lag te vergaan. Ze spit ook stelselmatig pornoblaadjes door, niet om de opwinding, maar op zoek naar vrouwen wier gezicht op hare zouden kunnen lijken. Dat is een voorbeeld van tragikomische humor; wat heet: tenenkrommende humor. Het feit dat Kathy op zoek is naar haar ‘mogelijke’ moet dieper verborgen blijven voor degenen om haar heen dan het kijken in pornoblaadjes om de opwinding.

nage à trois  

Kern van de roman vormt de uiterst dynamische ‘ménage à trois’ van Kathy, Tommy en Ruth. Persoonlijk vind ik dat het mooiste gegeven in deze roman; ik denk niet dat iedereen dat met eens zal zijn. De uitgesproken en onuitgesproken en dubbelzinnige gevoelens en gedachten van deze drie kinderen, pubers, adolescenten en volwassen, die zo onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zijn wonderschoon. Ik geef een willekeurig voorbeeld:

‘‘Luister, idioot. Zoveel kansen krijg je niet meer. Besef je niet dat we hier niet lang meer samen zullen zijn?’ 
    Tot mijn verbazing was Tommy’s reactie, toen die kwam, rustig en weloverwogen - een kant van hem die de jaren daarna alsmaar meer naar voren zou komen. 
    ‘Dat besef ik, Kath. Juist daarom kan ik niet zomaar weer met Ruth in zee gaan. We moeten heel goed nadenken over de volgende stap.’ Toen zuchtte hij en keek me recht aan. ‘Het is zoals je zegt, Kath. We gaan hier binnenkort weg. Het is geen spelletje meer. We moeten alles goed overwegen.’’ (657-658).' 

Cassettebandje

De titel refereert aan een liedje van een onbekende nachtclubzangeres (dat maak ik ervan, het is een easy listening-zangeres), van wie Kathy een cassettebandje heeft. Dat luistert ze af en toe, in afzondering. Ze begrijpt de woorden niet helemaal en fantaseert dat het gaat om een baby die ze in haar armen heeft, ondanks dat ze weet dat ze geen kinderen kan voortbrengen en ondanks dat besef dat ze daarvan heeft tijdens het wiegen: ze weet het en ze weet dat ze het weet. Dit zijn wel een paar van die onnadrukkelijke dubbele bodems in dit boek. 

Dat bandje raakt zoek; ze weet niet hoe of door wie. Later vindt Tommy voor haar in een Winkel-van-Sinkel het bandje terug. Nee, zo ging het niet: Kathy vindt zelf het bandje maar Tommy had het idee en samen gingen ze op zoek (dit is ook een soort dubbele bodem). Hij weet niet wat dit liedje voor haar betekent, maar wel weet hij dat het belangrijk is voor haar. Overigens is dit bandje niet exact hetzelfde als dat was kwijtgeraakt (als ik me dat goed herinner): weer een soort dubbele bodem. 

Kathy weet dat Madame haar gezien heeft toen ze het liedje luisterde. Ze zag dat Madame ontroerd was en ze weet dat Madame denkt dat Kathy om een andere reden geëmotioneerd is. Kunt u het nog volgen? Ik zou willen dat ik de dingen zo goed zou kunnen bedenken en afwegen als Kathy. 
Later ontmoeten Kathy en Madame elkaar nog eens, komt dat liedje nogmaals ter sprake en de verschillende ervaringen daarin van Kathy en de directrice. 

Als lezer weet je niet hoe betrouwbaar de verhalende ik-persoon is. Als je het begin leest, zou je kunnen denken dat Kathy misschien een beetje een fantast is. Helemaal zeker ben je niet, en word je ook niet. Ik ben er niet helemaal over uit hoe belangrijk dat gegeven in deze roman is. Ga ervan uit dat een ik-verteller in een verhaal altijd een mate van ‘onbetrouwbaarheid’ met zich mee brengt. Onbetrouwbaarheid is een literair concept: het betekent niet dat het personage psychologisch onbetrouwbaar is, maar dat de auteur van onbetrouwbaarheid een literair-structureel concept maakt.  

Sentiment

Eerlijk gezegd vind ik aan het einde een paar passages die te zeer neigen naar sentimentaliteit. Daar gaat het over the top, zonder dat dat bedoeld is als stijlfiguur of iets dergelijks. Dat vind ik jammer.

Ik dacht na over de rommel, het flapperende plastic in de takken, die vloedlijn van oude troep die langs het hek was blijven hangen, en ik deed mijn ogen half dicht en stelde me voor dat dat de plek was waar alles wat ik sinds mijn jeugd verloren had, was aangespoeld, en dat ik daar nu tegenover stond, en dat er, als ik lang genoeg wachtte, een stipje aan de einder voorbij het veld zou verschijnen dat langzaam groter zou worden, tot ik zou zien dat het Tommy was, en dat hij dan zou zwaaien, misschien zelfs roepen. Verder ging mijn fantasietje niet - dat liet ik niet toe - en hoewel de tranen over mijn gezicht rolden, was ik niet aan het snikken of van streek. Ik wachtte gewoon even, keerde toen terug naar de auto en reed naar waar het ook was waar ik geacht werd te zijn.’ (einde) 

Over de auteur

Kazuo Ishiguro - roepnaam Ish of Ishy (Nagasaki, 8 november 1954) is een Japans-Engels auteur die onder meer de Booker Prize won en in 2017 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg toegekend.

Hoewel Ishiguro in Japan werd geboren, groeide hij vanaf zijn vijfde op in Guildford. In Engeland haalde hij in 1978 zijn bachelorgraad aan de Universiteit van Kent en twee jaar later een master creatief schrijven aan de University of East Anglia in Norwich. Naast de Booker Prize voor zijn derde boek The Remains of the Day (1989), won Ishiguro eerder in 1986 de Whitbread Prize, voor zijn tweede boek An Artist of the Floating World.  

In 2017 won hij de Nobelprijs voor Literatuur. De jury loofde met name zijn emotionele kracht. Men kende Ishiguro de prijs toe voor zijn 'krachtige, emotionele romans, waarin hij de afgrond toont die achter ons ingebeeld gevoel van verbondenheid met de wereld schuilgaat.


A Pale View of Hills (1982) 
An Artist of the Floating World (1986) 
The Remains of the Day (1989) 
The Unconsoled (1995) 
When We Were Orphans (2000) 
Never Let Me Go (2005) 
Nocturnes (2009) 
The Buried Giant (2015)

Auteur: Kazuo Ishiguro  
Vertaald door: Bartho Kriek  
Oorspronkelijke titel: Never Let Me Go  
Uitgever: Atlas Contact 
Verschijningsdatum: oktober 2017  
ISBN 9789025452483  
Literaire roman
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.