vrijdag 3 november 2017

Nicole Krauss-Donker woud

Gastrecensie Roosje
Uitgever: Ambo Anthos 
Waardering: 4,5 uit 5 sterren 

  

  













*ADAM EN EVA IN BALLINGSCHAP* 
  
Op het moment dat hij verdween woonde Epstein al drie maanden in Tel Aviv. Niemand had ooit zijn appartement gezien. Zijn dochter Lucie was wel met haar kinderen bij hem op bezoek geweest, maar Epstein had ze ondergebracht in het Hilton. Daar kwam hij ze opzoeken aan het overvloedig ontbijt en dan nam hij alleen maar een paar slokjes thee.’ (begin van het verhaal van de rijke advocaat Jules Epstein, p. 13) 
  
‘De Filistijnen stonden te wachten. Met ingehouden adem. Er kletterde een helm op de grond. Er wapperde een rode vlag in de wind, gescheurde zijde. Er weerklonk een grote stilte over de de vallei. Maar van David geen spoor. En nu stak een Filistijn zijn hand omhoog om een foto met zijn iPhone te maken. Waar ben je? typte hij, en terwijl hij zijn strijduitrusting rechttrok, drukte de Filistijn op send en liet zijn bericht los op de cloud.’ (einde van het verhaal van Epstein, die in een film de oude koning David speelt, die de woestijn in loopt. De echte acteur was ziek geworden; p. 290) 
    
Het idee dat je op twee plaatsen tegelijk kunt zijn leeft bij mij al heel lang. Eigenlijk al zolang ik me kan herinneren, moet ik zeggen, want een van mijn vroegste herinneringen is dat ik naar een kinderprogramma op tv zit te kijken en mezelf opeens tussen een groepje studiogasten zie zitten [....] Je zou kunnen zeggen dat het besef van het eigen ik bij jonge kinderen nog steeds poreus is. Dat het oceanische gevoel een tijd blijft aanhouden, ...’ (begin van het verhaal van de schrijfster, p. 49) 
  
In ons huis waren de lampen aan. Door het voorraam kon ik mijn kinderen op de grond zien spelen, met hun hoofd over een spel gebogen. Ze zagen me niet. En een poosje zag ik mezelf evenmin, zittend op een stoel in de hoek, al aanwezig.’ (einde van het verhaal van de schrijfster; p. 298) 
   
Waar gaat het over ?
  
Donker woud van Nicole Krauss is geen makkelijk boek, het is daarbij ook een overvol boek en een boek met één groot leidmotief: de dubbelganger. Laat ik beginnen met een korte samenvatting. 

Jules Epstein is een rijke advocaat die het aan het eind van zijn leven op zijn heupen krijgt, zo lijkt het. Langzamerhand is hij zijn kostbare schilderijenverzameling aan het weggeven, hij is zijn geld aan het verdelen over goede doelen, hij scheidt van zijn vrouw. Dit zijn zijn eigen beslissingen. Epstein woont een klein galadiner bij voor de president van de Palestijnse Nationale Autoriteit, Abbas. Als hij aan het eind zijn jas wil ophalen blijkt die door een vreemde, een Palestijn, te zijn meegenomen. Zijn dure iPhone zat in zijn zak en zijn boekje met Joodse wijsheden.
  
Onderweg naar zijn huis wordt hij in Central Park door een zwerver beroofd van zijn geld. Op deze wijze is hij het meeste van zijn aardse bezittingen al kwijt. Hij gaat naar Israël om een gedenkteken voor zijn ouders op te richten en zijn laatste geld op te maken aan goede doelen. Bij dat etentje ontmoet hij de rabbijn Menachem Klausner, die in Israël een project runt voor Amerikanen die de joodse mystiek willen bestuderen. De rabbi gaat een belangrijke rol spelen. Misschien aast hij op Epsteins geld, misschien wil hij de advocaat onderwijzen. 
In Israël, waar hij als veel andere Amerikaanse Joden kind aan huis is, lukt het Epstein zijn laatste materiële ballast van zich af te werpen, niet altijd uit vrije wil overigens. Laten we zeggen dat Epstein ‘Adam’ is. 

‘Eva’ is dan de schrijfster - het ik-personage - , die met man en kinderen eveneens in New York woont, die een ‘writer’s block’ heeft en totaal vervreemd is van haar man. Zij is evenals Epstein kind aan huis in het Hilton Hotel in Tel Aviv. Zij vertrekt erheen om te kunnen schrijven. Zij wordt daar achtervolgd door een professor in de letterkunde, die haar zijn Kafka-project opdringt, waar Epstein door Klausner in de houdgreep genomen wordt.  
Epstein en de schrijfster kennen elkaar niet. Ze hebben niets met elkaar te maken behalve dat zij Joodse Amerikanen zijn die vaak in Israël komen, een beetje halve zionisten. En dat zij in het oude land vertroosting en (spirituele) verdieping hopen te vinden.  
   
Leidmotief: de dubbelganger 
   
- een beetje - *spoileralert*  
Het hele boek is doordesemd van het concept dubbelganger. Heel eerlijk gezegd vond ik dit aanvankelijk een lastig begrip. Op internet kom ik niet veel verder dan verwijzingen naar de dubbelgangersroman bij uitstek: De donkere kamer van Damocles van W.F. Hermans, dat een ongelooflijk schitterend boek is met een Jekyll&Hyde-motief, een vorm van psychologische dissociatie, een uiterst van zichzelf vervreemd zijn.   

Ik heb het begrip hier iets ruimer opgevat. Niet alleen is de dubbelganger iemand die veel op de persoon lijkt en dan met name diens negatief - ook in de zin van meer negatieve of meer dierlijke eigenschappen - een beetje als Jungs archetypisch begrip schaduw. Bij de schrijfster zien we aan het begin en het einde daar een haast letterlijk voorbeeld van: in feite is dat een vorm van - verbeelde of psychische - bilocaliteit: dat je op eenzelfde moment op twee verschillende plekken kunt zijn. Je kunt dat metaforisch zien als een dissociatie of een uiterste vervreemding van zichzelf. 
Maar ook in de situatie waarin Epstein koning David speelt kun je daarin een dubbelganger zien. Houd bovendien in gedachten dat rabbi Klausner Epstein alsmaar probeert te paaien met diens ‘Davidische stamboom’; de Epsteins zouden helemaal teruggaan tot koning David zelf.
  
En wat te denken van de mysterieuze professor Friedman, die volgens de neef van de ik, de schrijfster, voor de Mossad zou werken of gewerkt hebben? Dat Friedman ongetwijfeld een dubbelganger is vindt zijn bewijs in de omstandigheden dat de schrijfster hem na haar ontslag uit het ziekenhuis op geen enkele wijze kan terugvinden, evenmin zijn kaartje dat hij haar gegeven had bij hun eerste ontmoeting, en ook de hond, die zo trouw bij haar gebleven is in de woestijn, is van de aardbodem verdwenen. Zo zwaar werkt dit dubbelgangersmotief. 
-- Overigens en ter zijde: nu valt op dat al die Joden in dit boek van Krauss - incusief zijzelf - Amerikaans-Duitsige namen hebben. Dat is niet toevallig. Wellicht heeft dat te maken met de centrale thematiek van de Amerikaanse Joden die zo verknocht blijven, die zo’n heimwee hebben naar het oude vaderland: Adam en Eva in ballingschap! -- 

Ik wil het begrip dubbelganger tegelijk een beetje oprekken naar een relatie tussen mensen of zaken en concepten die juist elkaars tegenovergestelde zijn maar daardoor juist nauw op elkaar betrokken zijn. Feitelijk is dit maar een kleine ingreep; bij de dubbelganger gaat het immers om een persoon en diens negatief-beeld. Dit kun je beschouwen als iemand en zijn tegendeel.
Zoals Epstein en de schrijfster: man - vrouw; adam - eva, oud - jong; hij-persectief in het verhaal - ik-perspectief. Tegelijk vindt Epstein zijn dubbelganger in rabbi Klausner en zijn joodse mystiek, en de schrijfster in professor Friedman, waarbinnen de schrijvende ik weer gekoppeld wordt aan de schrijver Kafka, met hun opposities: vrouw - man, levend - dood, de nieuwe wereld - de oude wereld.  

-
In de hut in de woestijn zet de schrijfster alle huisraad buiten: binnen vs buiten. - De Amerikaanse Jood vs de Israëlische Jood. - De diaspora (bijv in Amerika) vs de alia = emigratie naar Israël (zionisme). 
   

Titel: Donker woud 
  
Een beetje Dante-lezer herkent hierin direct het begin van de Divina Commedia: Op de helft van mijn leven bemerkte ik dat ik mij bevond in een donker woud en dat ik van het rechte pad was afgedwaald (parafrase rdv). Dat is hier ook zo. Krauss verduidelijkt dit achterin haar roman nog een keer extra.  
Epstein zoekt in zijn ontspoorde leven nog een laatste redmiddel of beter een laatste goede daad. Hij zorgt ervoor dat een stukje woestijn beplant wordt met een flink aantal bomen, als herinnering aan zijn ouders, die nog niet zo lang geleden gestorven zijn.  

De schrijfster zoekt in het gedwongen voetspoor van Kafka haar eigen levensopgave: moet zij scheiden van haar man; ze wil van haar writer’s block af. De tegenstelling is hier dat Epstein niet terugkeert en de schrijfster wel. 
Talloos zijn verwijzingen naar boom, bomen, bos, woud, water, erosie, wadi, tuin, de Hof van Eden, leven, letterlijk en metaforisch. Hierdoor en door het vele gebruik van het leidmotief krijgt de tekst een uiterst nauwe samenhang, die claustrofobisch werkt. Zie ook de paragraaf beneden: Boom versus woestijn.

Dante heeft misschien wel het meest ‘menselijke’ boek uit de Westerse geschiedenis geschreven. Niet God staat centraal in dit vroege Renaissance-epos maar de mens in al zijn mogelijke ‘zijns-vormen’. Dante, de held van dit epos, is een ware mysticus. Hij maakt kennis met het volledige leven van de mens: het hiervoormaals en het hiernamaals. Hij krijgt een overzicht over al het menselijke. En zelf doorloopt hij alle stadia van het menselijk leven, in het leven en in de dood. Het is een mystieke reis. Dante is in zijn verhaal samengevallen met zijn dubbelganger: Dante is weer één geworden. Hovaardig is Dante in zijn opvattingen wel, want feitelijk is de staat van één-zijn voorbehouden aan God, de Joodse God feitelijk. De christelijke God is de zijns-staat van drie-eenheid. Dat is een fundamenteel geloofsverschil tussen Jodendom en Christendom. 
Opmerkelijk in dit zo Joodse boek van Krauss is dat Dante niet Joods is. Maar hij had het kunnen zijn, denk ik dat Krauss denkt. Dante is verbannen uit Florence, zijn vaderstad, zijn vaderland. Dante leefde tijdens het schrijven van de Divina Commedia in de ‘diaspora’, zoals zo veel joden in de loop van hun geschiedenis.  
   
Kafka 
  
De schrijver Kafka speelt een belangrijke rol. Er is een uitgebreid, ongetwijfeld apocrief verhaal om hem heen gesponnen. Hij zou niet dood zijn gegaan, tenminste niet zo jong en niet in Praag. Hij zou geëmigreerd zijn naar Israël, daar hovenier zijn geworden en genezen zijn van zijn tuberculose. Friedman heeft een koffer met papieren, die met een omweg via Max Brod, Kafka’s vriend, ook in het oude land terecht zijn gekomen. De schrijfster moet daar iets mee, voldoende  in ieder geval om die koffer mee de woestijn in te sjouwen en te verblijven in Kafka’s hut. 

Niet alleen de titel van deze roman is donker, evenzo is dat met een flink aantal passages. Hierboven staat het motto van Kafka, zoals Krauss dat zelf in de roman voorin heeft gebruikt. Een motto voorin een roman heeft vaak nauwe betrekking met het hoofdthema. En wat voor een motto: eentje dat je na verscheidene keren lezen nog steeds moeilijk doorgrondt. Ik ga een poging doen. Het motto is een paradox. Volgens Kafka - of volgens de Kafka van de schrijfster -  zijn Adam en Eva verdreven uit het paradijs. Niet omdat ze gegeten hebben van de vruchten van de Boom van Goed en Kwaad, maar omdat ze niet gegeten hebben van die andere paradijselijke boom, de Boom des Levens.

Het is zo dat wij mensen wel het vermogen hebben goed en kwaad te herkennen maar onze problemen ontstaan wanneer wij proberen te leven met onze morele kennis. Want dan lijkt die kennis een doel op zich te zijn. Dat is een rationalisatie waardoor wij maar één kant van ons leven zien: het materiële, dat bovendien maar al te makkelijk verwoest kan worden. Het eeuwige leven zien wij niet, omdat wij de kennis missen van de vruchten van de Boom des Levens. Het gebrek aan die kennis is vermomd als een obstakel dat ons het zicht ontneemt op de Levensboom en het Paradijs. Feitelijk bevinden we ons nog steeds in het Paradijs, maar we zien dat niet.** 

Adam en Eva in de Hof van Eden-Lucas Cranach de Oude (1530)
Nu kunnen we weer aanhaken bij Dante: hij zag dat namelijk wel. Dante overzag leven en dood, die deel uitmaken van het eeuwige leven van de mens. Op de een of andere wijze had Dante de kennis van de Boom des Levens tot zich genomen: een wijs man! 
   
Boom versus woestijn 
  
Een aparte en centrale categorie is het tegengestelde dubbelgangerspaar ‘boom versus woestijn’. Boom in al zijn veelvormigheid: bomen, bos, woud, tuin (van Kafka oa), zelfs de Davidische ‘stamboom’, de Hof van Eden van de eerste mensen = het paradijs’. De twee polen hebben een wisselende betekenispotentieel, maar blijven wel tegenover elkaar staan.

  
Aanvankelijk is ‘boom’ heel positief, in de zin van dat bomen, een bos, erosie tegengaan en als zodanig is ‘boom’ een oppositie is van ‘woestijn’, het geërodeerde landschap bij uitstek.  
Maar in een bos is het ook zo dat je ‘door de bomen het bos niet meer ziet’, of dat je kunt verdwalen in een bos, als in een sprookje zoals dat van Hans en Grietje; of zoals Dante verdwaald is aan het begin van De goddelijke Komedie. Dan zie je door de bomen het rechte pad niet meer.  

In de paradijselijke tuin, de Hof van Eden, waren de eerste mensen, Adam en Eva, gelukkig in hun staat van zijn, zij waren als de dieren. Tot zij verleid werden te eten van de vruchten van de Boom van Goed en Kwaad. Niet werden zij uit de Hof verdreven omdat zij van de Boom van Goed en Kwaad hadden gegeten maar omdat ze niet hadden gegeten van die andere boom, de Boom des Levens. Zie de paragraaf hierboven over Kafka. 

Anderzins heeft de woestijn niet alleen een negatieve betekenis. Wel is het er meestal ‘woest en ledig’, maar als het regent verandert het landschap van dor en bijna levenloos in een groene oase tjokvol leven. 

Door de schrijfster, en zij weer in de voetsporen van de hovenier Kafka, die tuinierde in de woestijn, merken we dat die woestijn louterend werkt. De hoge hemel, de droge lucht, de koude nachten werken zuiverend op lichaam en geest - ik krijg een associatie met The Sheltering Sky van  Paul Bowles-. Zoals later ook Jezus de woestijn opzocht om van zijn demonen verlost te raken. Het is natuurlijk niet erg comme-il-faut om met Jezus op de proppen te komen in een zo ontzettend Joods boek. 
    
Centraal thema 
  
Deze roman gaat over het verlangen van iedere Jood naar het Oude Land, het moederland, het Beloofde Land - nou, veel Joden in ieder geval en met name Amerikaanse Joden-. Al woont een Jood in de diaspora, zijn dubbelganger woont altijd in Israël. Daardoor voelen veel Joodse mensen zich niet volledig mens, gespleten, opgedeeld, gedissocieerd, en krijgt het verlangen de vorm van heftige heimwee: Adam en Eva in ballingschap; met een dubbelganger in het Paradijs. Daarom is het leidmotief van de dubbelganger op alle niveaus zo vreselijk belangrijk in deze roman.  
   
Stijl van schrijven 
  
Krauss schrijft heel beeldend - zie de citaten hierboven -; je kunt er zo een film van maken. Maar anderzijds is ze ook heel heel talig en filosofisch, zoals het Hebreeuws ook heel talig en filosofisch is, zelfs esoterisch en mystiek, als in de kabbala, die in dit boek overigens niet ter sprake komt. 

Krauss’ observaties zijn prachtig, filosofisch en confronterend, maar soms schrijft ze wel heel intellectueel en zelfs een beetje moeilijk. Het hele verhaal rondom Kafka en diens nalatenschap neigt naar te grote zwangerheid (nee, natuurlijk bestaat te grote zwangerschap niet; dat is een literaire overdrijving).  
Hierboven heb ik begin en einde van de verhalen in Donker woud gegeven in citaten. Ik heb de neiging veel citaten te willen geven. Ik houd me in. 
   
Kortom 
  
Dit is absoluut een boek dat de moeite waard is. De problematiek is vooral een (Amerikaans) Joodse en als zodanig voor ‘ons’ minder herkenbaar. Ik vind dat geen probleem. Misschien schrijft Krauss hier en daar een tikkeltje te moeilijk, ook waar het bijbelse en mystieke zaken betreft, maar daar is overheen te komen. Gewoon een beetje meer moeite doen als lezer. 
Ik geef in ieder geval 4,5 uit 5 sterren. 
    
*Als eerbetoon aan onze grote dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel. Vondels tondeelstuk heet: Adam in ballingschap. 
** Zie ook bijvoorbeeld: http://www.janvanduppen.be/?p=74 
    
Over de auteur 
  
Nicole Krauss (New York, 18 augustus 1974) is een Amerikaanse schrijfster. 
Krauss groeide op op Long Island, waar ze naar haar gevoel 'de laatste Amerikaanse jeugd' had. Vanaf haar twintigste schreef ze poëzie, die zoals ze zelf zei 'voelde als het grote doel van de taal'. 
Krauss studeerde af aan de Stanford-universiteit en haalde haar graden aan de universiteit van Oxford, en aan de Courtauld Institute of Art in Londen. Nadat ze haar thesis over Joseph Cornell in Oxford had verdedigd, stopte ze abrupt met het schrijven van poëzie, ze noemde het 'een onmogelijke zoektocht naar poëtische precisie'. 
Al tijdens haar studies publiceerde ze artikelen in Engelse literaire tijdschriften. Haar eigen literaire interesse gaat uit naar Rainer Maria Rilke, Zbigniew Herbert en Joseph Brodsky. In New York organiseerde Nicole Krauss verschillende lezingen, onder anderen met de schrijvers Susan Sontag, Derek Walcott en Jonathan Franzen. 
Uitgever: Ambo Anthos 
Vertaald door Rob van der Veer  
Verschijningsdatum augustus 2017  
Druk  1  
ISBN10 9026333439  
ISBN13 9789026333439  
pp: 302 
   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.