Gastrecensie Roosje
Beoordeling 3 sterren
Met dank aan Uitgeverij
Vrijdag
'Sorry, ik heb het niet goed verstaan,
want ik had mijn bril niet op.'
(liplezen)
Stilte a.u.b.!!!
Inleiding
Via een vriendin kreeg ik dit boek onder ogen en zij vroeg
mij wat ervan vond. Wie last heeft van een kwaal, een ziekte, een medische
dispositie*, die ook nog chronisch is en niet te genezen, zoekt vaak zijn
toevlucht tot patiëntenbelangengroepen, of fora op internet. Ik merk dat ik
moeite heb om ziektes als tinnitus en hyperacusis te duiden. Is het een
‘kwaal’, een ‘dispositie’, een ‘ziekte’?
Zelf heb ik er in principe geen moeite mee om mensen op de
hoogte te brengen van mijn disposities, maar ik wil er ook weer niet te lang
bij stil blijven staan. Soms gebeurt dat onwillekeurig toch wel eens. Ik zie
dan mensen vaak enigszins ongeduldig wegkijken - soms houd ik midden in een zin
op met praten en merk dat de ander daar niet eens op reageert - of me juist
intens aankijken, ongetwijfeld met de meest goede bedoelingen en als blijk van
medeleven. In ieder geval zijn wij beiden ongemakkelijk met zulke persoonlijke
medische kwesties.
Michel Follet heeft van deze scrupules geen last, zo lijkt
het. Dit is al zijn tweede boek over zijn eigen ervaringen met tinnitus en
hyperacusis.
Wat is het eigenlijk?
We horen tegenwoordig gelukkig steeds meer over tinnitus en
- in mindere mate - over hyperacusis.
Tinnitus is geen ontsteking, want de term eindigt niet op
‘-itis’ als in pleuritis; tinnitus wordt ook
‘oorsuizen’ genoemd, wat voor sommigen helaas een understatement is.
Het is een aanhoudend geluid, variërend in volume, in je oor; dat kan
verschillen in frequentie van hoog tot laag; alles is mogelijk: piepen,
fluiten, brommen, zoemen, suizen, ga zo maar door. Dit geluid wordt door je
hersens gemaakt, meestal bij doof wordende of doof geworden mensen. Er is geen
remedie tegen. Er is veel onderzoek naar therapie, want steeds meer mensen gaan
eronder lijden.
Om eens te horen welke geluiden iemand in zijn oor/hoofd kan
hebben zijn dit 'leuke' linken:
https://www.youtube.com/watch?v=5LDvfZbiHgA
https://www.youtube.com/watch?v=2mV-Z54fiBo
https://www.youtube.com/watch?v=lflicLB2K_k
Hyperacusis is een overgevoeligheid voor geluid. Het vallen van
een luciferdoosje op een keukenvloer
kan
klinken als een pistoolschot. Het gerinkel van vaatwerk
kan een mens door merg en been gaan - voor
mij geen restaurantbezoek meer. Het kan iemand werkelijk fysiek pijn doen en
radeloos maken. Sommigen krijgen er barstende hoofdpijn van. Dit komt ook voor
bij mensen die doof zijn of doof worden.
Het is niet te zeggen welke van de twee irritanter en
pijnlijker is. Dat is voor een ieder anders. Tegen hyperacusis kan een oordopje
een klein beetje helpen het geluid te dempen - hoewel mijn kno-arts het gebruik
ervan afraadt -; tegen tinnitus kan medicatie als codeïne of oxazepam - mondjesmaat,
vanwege de verslavende eigenschappen van alles wat eindigt op 'pam' - enigszins
verlichten. Daar gaat het allemaal niet van over maar soms helpen die heel
even.
Sommige mensen hebben allebei, sommige mensen één van de
twee; nog weer anderen lijden tevens aan een ziekte van het evenwichtsorgaan en
hebben daarbij ook nog last van duizeligheid en misselijkheid.
'De laatste jaren
krijgen ook jongeren steeds meer te maken met deze aandoening. Jongeren en
festivals hebben het fenomeen tinnitus op de kaart gezet. [.....] Lange tijd
werd het geklasseerd als ouderdomskwaal. Als het thema al aan bod kwam, was het
in een medisch tijdschrift of een magazine voor 50-plussers. Tinnitus bleef
daardoor lang onder de radar.'
Gelukkig wordt het onder jongeren steeds normaler om
oordoppen aan te laten meten en te gebruiken op muziekfestivals. Daardoor hopen
we dat het aantal met gehoorschade niet groter zal worden.
Over dit boek
Follet is columnist
en - je zou ook kunnen zeggen - een lobbyist voor de Vlaamse tinnitus- en
hyperacusisbeweging. Een selectie van zijn stukjes vormen de ruggengraat van
dit boekje. Follet komt uit de muziekwereld en is een flink aantal jaren
geleden al behoorlijk doof geworden aan één oor. Hij werkt nog steeds voor de
radio en heeft op zijn werk aanpassingen voor zijn gehoorafwijkingen. Geregeld
is hij daardoor doodmoe. Hij wil in dit boekje zijn kennis en ervaring graag
delen. Humor is zijn wapen, en dat klopt als een zere vinger...
Follet bespreekt in zeventien hoofdstukjes waar hij tegenaan
loopt met zijn ‘oorlog’, zijn niet meewerkende oor. Op zijn werk, en welke
aanpassingen hij heeft laten doen, op de camping in een tent, in de bioscoop,
in de moderne auto met piepjes voor alle functionaliteiten, in het vliegtuig,
in musea, de eeuwige
'wall of sound'
overal, die alsmaar harder wordt.
Voorbeelden
‘Toch kwam ik jaren
geleden met ferme hoofdpijn thuis van een niet eens zo luidruchtige film. ‘The
Girl With The Dragon Tattoo’ heeft zowat over de hele lengte van het verhaal
een groezelig tapijtje van klanken en geluiden onder de dialogen die soms
overgaat in zeer minimalistische muziek. Hoe ik mijn oorwatje ook dieper
indraaide, het leek alsof de airconditioning onophoudelijk in mijn oor stond te
blazen.’ (mijn ebook: p. 273).
‘...niet alleen van
feesten en fuiven, van concerten en te luide hoofdtelefoons krijg je tinnitus.
Er zijn zoveel meer oorzaken. Onze hele samenleving wordt te luidruchtig.’
(mijn ebook: p. 344).
Met betrekking tot deze opmerking ben ik wel en niet met
Follet eens. In vroeger dagen van de paarden en de rijtuigen, de bedrijven en
fabrieken midden in de stad, zeg ruim 100 jaar geleden, was het ook geen
lolletje voor een ‘oorlijder’. Kun je je voorstellen wat dat voor een kabaal
gaf? Anderzijds is het buiten de stad op het platteland ook niet altijd feest:
in de zomer en in de oogsttijd hoor je de hele dag het geraas van
landbouwmachines.
Ook ik erger me, samen met Follet, aan de omstandigheid dat
het in musea nooit meer stil is. Ieder museum profileert zich door middel van
een publieksexpo van formaat, waardoor er steeds meer mensen komen - en dat is
goed! -, die mensen nemen steeds minder eerbiedige stilte in acht voor de
schone kunsten.
En wat te denken over winkelcentra, kledingzaken. Overal
lijkt tegenwoordig op luid volume muziek uit de luidsprekers te schallen. Wanneer
je deze kwaal hebt kijk je altijd naar boven om luidsprekers te ontdekken, waar
je dus zeker niet onder wilt gaan staan.
Ga in de trein niet in een ‘stiltecoupé’ zitten, want daar
is het nooit stil, ook al fluisteren mensen. Voor mensen met hyperacusis is
fluisteren haast nog erger dan gewoon praten. Ik ga ik een gewoon rijtuig zitten
en als het te dol wordt met gillende kinderen en kletsende vriendinnen, doe ik
mijn oortjes in en zet ik muziek aan.
Voor wie is dit boek bedoeld?
Follet bedoelt dit boek meer voor de mensen zónder deze
oorproblemen, om hen er bewust van te maken wat voor een herrie er overal is en
dat steeds meer mensen daar last van hebben en krijgen. En laten we er vooral
wat aan doen: meer rust, minder kabaal. Zijn mede-lijders weten het allemaal al
en kunnen slechts instemmend knikken of hier en daar denken:
Nou, voor mij is dat toch een beetje anders.
Follet wil natuurlijk ook gewoon af en toe eens flink zijn
ei kwijt: lekker mopperen en foeteren. Hij doet dat op een assertieve en - som
té - lollige manier.
*dispositie = aanleg, vatbaarheid
Over de auteur
Follet begon zijn carrière bij verschillende vrije
radiozenders. In 1992 was hij medeoprichter van Radio Donna. Van 2001 tot 2006
presenteerde hij Smaakmakers op de Nederlandse Radio 2 (NCRV).
Follet verloor in 1994 na een operatie (brughoektumor) zijn
gehoor aan één kant. Hij lijdt aan tinnitus en hyperacusis en is peter van de
Vlaamse vereniging voor tinnituspatiënten. Daarover schreef hij een boek dat
uitkwam in oktober 2008:
Oorlog In Het
Hoofd. In 2017 verscheen een nieuw boek van zijn hand over dat onderwerp,
Kopzorgen.
Titel: Kopzorgen: Leven met tinnitus en hyperacusis
Auteur: Michel Follet
Categorie:
Gezondheid
& Psychologie
Pagina's: 92
ISBN13 : 9789460015960
Uitgeverij: Vrijdag
Verschijningsdatum: september 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.