Uitgeverij Brevier
Het grote gemis van een
overleden tweelingzusje
De vrouw op het
perron is het warme verhaal van Cornelia Nevenzeel, een vrouw van begin vijftig
en al een poosje niet meer gelukkig in haar huwelijk.
Al vele jaren draagt Cornelia het grote verdriet met zich
mee dat ze geen kinderen hebben gekregen. Eenmaal was ze zwanger, maar dat
eindigde jammerlijk met een miskraam.
De beginjaren van hun huwelijk waren gezellig, liefdevol en
warm, maar haar man Henk negeert haar de laatste tijd grotendeels. Wanneer hij
wél iets heeft te zeggen kleineert hij haar, is kortaf en moppert. Hij gooit haar lelijke dingen voor de voeten en is 's avonds steeds vaker weg naar de
klaverjasclub. Van enige vorm van intimiteit is ook al heel lang geen sprake
meer. Cornelia heeft het idee dat de reden hiervoor is dat ook hij
teleurgesteld is in hun kinderloze bestaan.
Cornelia prijst zich gelukkig met een aantal leuke en trouwe
vriendinnen, maar er knaagt nóg een gemis aan haar. Al sinds ze een jaar of
vier is weet ze dat ze een deel is van een tweeling en een zusje heeft gehad.
Geesje is echter al na tien dagen overleden. Voor haar ouders een groot
verdriet en haar moeder heeft er haar hele verdere leven niet mee om kunnen gaan
en heeft nooit het grafje willen bezoeken. Al vanaf haar vroegste jeugd gaat Cornelia
wel regelmatig met haar vader naar de R.K. Begraafplaats in Crooswijk.
Dubbelgangster of spiegelbeeld?
Het is voor Cornelia totaal onverwacht wanneer ze op het
station van Delft oog-in-oog komt te staan met een vrouw in wie ze zichzelf
herkent, haar spiegelbeeld. Deze vrouw draait zich echter plotseling om en
maakt zich uit de voeten. Cornelia is geschokt en ziet haar om de hoek verdwijnen. Ze
probeert nog om haar te volgen, maar vanwege de drukte verliest ze de
mysterieuze vrouw toch uit het oog.
'Het bonkte nu in haar hoofd: 'HET KAN NIET, HET KAN NIET'
'Ze kon maar beter met
de deur in huis vallen. 'Henk, denk je dat ik mijn tweelingzusje kan hebben
gezien? '
'Wat vertel je me nu weer
voor onzin.'
'Het is waar, ik denk
dat ik haar ben tegengekomen,'zei Cornelia.
'Je bent niet helemaal
lekker.'Hij streek met zijn vingertoppen over zijn snor.
'Henk, stel je voor
dat zij het was. Geesje!' Haar stem sloeg over.
Hij pakte zijn servet,
veegde met zorg zijn mond af en mompelde: 'Wat een zotteklap ben je toch.' 'Toen
stond hij op en beende naar de gang. 'Ik ga weer eens wat klaverjassen.'
'Vandaag?'
Een harde dreun was
het antwoord en de muren trilden.'
Cornelia laat het er niet bij zitten en gaat bij haar
vriendinnen te rade. Het lijkt op zoeken naar de bekende speld in de evenzo bekende hooiberg, maar ze besluiten om
posters te maken en die op te hangen in het station van Delft, in de hoop dat
de 'dubbelgangster' contact met haar zal opnemen. Zal het haar lukken om haar
'overleden' zusje te vinden?
Ondertussen gaat ze een aantal maal naar het graf van Geesje, waar ze een gele roos aantreft op de dag dat ze jarig is. Wie heeft die daar neergelegd en met welke
reden?
Conclusie
De auteur heeft veel research gedaan en uit haar
herinneringen geput. Ze heeft een mooi tijdsdocument gemaakt, door allerlei
dingen uit vroeger jaren aan te halen en te beschrijven. Zo verweeft ze de
oorlog, de Hongerwinter, de paardentram en opkomst van de metro, de
kruidenierswinkel, het koetsje van de dokter en allerlei panden, een kerk en
café die echt hebben bestaan. Ook taalgebruik en enkele woorden die toentertijd
gebruikt werden passen heel mooi in de tijd waar ze over schrijft.
De Ranitz heeft een tweede laag verweven in het boek. Een
cursief draadje dat vertelt over een oudere, zieke vrouw die niet lang meer te
leven heeft. Pas aan het einde van het verhaal krijgt deze vrouw een naam, wat
de verrassing groot houdt. De auteur weet de aanwijzingen
te bewaren voor een later moment en ze geeft niet te snel teveel weg, zodat de plot
nergens voorspelbaar is.
Het idee voor deze roman is voortgekomen uit een artikel in
de krant, waarin stond dat een vrouw (78) op zoek was naar haar 'overleden'
tweelingzus. De auteur heeft het boek overduidelijk met veel liefde geschreven.
Het is echter een minpuntje dat er toch een aanzienlijke
hoeveelheid - onnodige - herhalingen in het verhaal zijn te lezen. Het geeft de indruk dat
de auteur haar best wil doen om voldoende informatie te geven, maar over het
hoofd heeft gezien dat ze dit al had beschreven.
Een ander puntje is dat de auteur de zinnen voor het overgrote deel van de zinnen begint met het 'onderwerp-gezegde', wat een kinderlijke indruk geeft. Zo staccato dat je tijdens het lezen een ritme voelt.
Een ander puntje is dat de auteur de zinnen voor het overgrote deel van de zinnen begint met het 'onderwerp-gezegde', wat een kinderlijke indruk geeft. Zo staccato dat je tijdens het lezen een ritme voelt.
Niettemin is het een vlot en soepel te lezen roman. De
personages zijn duidelijk uitgewerkt en hebben allen een heel eigen karakter
meegekregen. Nawoord, dankwoord, bronvermelding én foto's uit vroeger tijd zijn
een mooie en verduidelijkende aanvulling op het verhaal.
Een heel fijn en warm boek voor de koude wintermaanden.
Auteur
Agnita de Ranitz (1952) komt oorspronkelijk uit Den Haag en
heeft het verhaal van haar debuut geplaatst in de omgeving van haar jeugd. Zelf
is ze ook deel van een tweeling en heeft haar broertje nooit gekend.
In Parijs heeft ze een opleiding kunstgeschiedenis gevolgd
en na haar huwelijk heeft ze zich definitief gevestigd in Frankrijk. Ze is een
breed geïnteresseerde vrouw. Zo heeft ze jarenlang pianoles gegeven en mag ze
graag beeldhouwen. Geregeld neemt ze deel aan tentoonstellingen. Het schrijven
is de laatste jaren een passie waar ze zich in uit kan leven.
De vrouw op het perron
Auteur: Agnita de Ranitz
Categorie: Roman
Pagina's: 224 pagina's
ISBN: 9789491583827
Uitgeverij Brevier
Verschenen: april 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.