zaterdag 29 augustus 2020

Wessel te Gussinklo - De verboden tuin

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Koppernik



Het labyrint van een kind 

Dit boek zou nog mooier zijn dan De hoogstapelaar, deel drie van de tetralogie, dat ik onlangs las. Het was mijn kennismaking met de auteur en het klinkt vreemd om te beginnen met het derde deel, maar volgens kenners is het uitstekend apart te lezen. Maar nu was de nieuwsgierigheid naar het eerste deel, waarin Ewout nog maar een klein jongetje is, erg groot. De titel klinkt alvast raadselachtig!

De kennismaking met Ewout doet denken aan het kijken door een bril die het echte beeld van het jongetje vertekent. Niet dat hij er vreemd uit zou zien, maar omdat de gedachten die hij openbaart zo onaf, lucide zijn. Hij voelt, observeert, formuleert en ventileert zijn denkbeelden die, wanneer je ze zou tekenen, tot vervormde beelden zouden leiden; traag, amorf en buiten proporties. Zo beleeft Ewout de wereld, op jacht naar eeuwige roem, zal hij heel wat voor elkaar krijgen en de gevolgen voor de omgeving zullen groot zijn. Veel van deze fantasieën spelen zich af in de tuin waarin tal van verwilderde plekjes zijn waar Ewouts gedachtespinsels een goede voedingsbodem krijgen en deze succesjes – die vooral in zijn hoofd plaatsvinden – hebben geen doel op zich, maar laten de ontwikkeling van de jongen zien. Een jongen op zoek naar warmte.

‘Het had niets met vertellen te maken of bedenken wat hij voor zich zag; het gebeurde, en hij registreerde dat gebeuren verrukt. Dat was alles. En ten slotte was zo’n gebeuren voltooid en zag het haarscherp en doodstil voor zich: het was, het was – van het begin tot het einde met alle verwikkelingen; en hij was één met alle dingen, veilig, alles vertrouwd, bekend; alles zoals hijzelf, stampvol bedoeling, voor hem alleen, voor altijd; de ruimte vulde zich met hoogzingende vrouwenstemmen. Hij wist alles: hij wist wie hij zelf was en wie hij werd, en wat hij wilde en al het andere: hij kon alles, niets was voor hem onmogelijk. En glimlachend viel hij in slaap.’

De variatie in de plannetjes is groot, zijn briljante idee een onderaards riviertje te maken is zeer opwindend omdat het geheim is! Meestal zijn z’n ideeën zo bijzonder dat hij tintelt bij de gedachte alleen al omdat hij ze zelf bedenkt en uitvoert. Het bestaande lokt hem veel minder, dat ligt te ver van zijn wereld en gaat niet leven voor hem. De relatie met de dingen om zich heen bezorgen Ewout eenzame gevoelens. Als scherp observator ziet hij om zich heen talloze dingen waarmee hij geen enkele band mee krijgt; ze zijn er gewoon en veranderen nooit, zeer verontrustend voor de jongen.
Hoe een auteur op zo’n manier in het hoofd van een kind kan kruipen, zijn eenzaamheid en worsteling kan beschrijven is meesterlijk. 

Er is ook een moeder, de vader is niet meer. De uitwerking van dit thema is heel subtiel en toch overtuigend, er zijn schitterende dialogen met moeder die Ewout toespreekt wanneer hij stout geweest is. Behalve zijn moeder en afwezige vader spelen leeftijdsgenootjes een grote rol, met hen meet hij zich, hun daden worden bekritiseerd en door zich aan hen te spiegelen vormt hij zichzelf. En dan zijn er natuurlijk ontluikende seksuele gevoelens die verwarren, voldoende spanning geven en je bezighouden.

‘‘Jammer dat papa dood is, hè mama?’ zei hij onverschillig, maar met het gevoel of hij zijn adem met een schokje inhield. Zijn moeder knikte. Ze zag er opeens verbijsterd uit. ‘Mis jij papa erg, Ewout?’ Hij haalde zijn schouders op, wat moest hij zeggen? Missen? Hij dacht er nooit over na; het was als met vriendjes, speelgoed, plannen, voornemens, die hij vroeger had gehad toen hij kleiner was. Hij wist ze nog wel, maar het zei hem niets meer. Of liever, nog anders. Niet híj miste zijn vader, maar het waren de andere kinderen die hem misten, die er wat van zeiden, op school, vriendjes, alsof hij scheel was, of rood haar had, of een eigenaardig brilletje. Er was iets met hem: geen vader!’

Voor de liefhebber van de ongrijpbare wereld van een kind dat zich verloren voelt en daarom zijn gedachten en fantasieën tot zijn universum maakt en daarin botst met de harde werkelijkheid. Mijn blik richt zich verlangend op het tweede deel De opdracht

De auteur

Wessel te Gussinklo studeerde psychologie in Utrecht. In 1986 verscheen zijn eerste roman De verboden tuin, die bekroond werd met de Anton Wachterprijs. Zijn tweede roman, De opdracht (1995), ontving de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, de ECI-prijs en de F. Bordewijkprijs, en werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en De Gouden Uil.

Zijn meest recente roman, Zeer helder licht, stond op de toplijst van de AKO Literatuurprijs. In 2015 verscheen het cultuurfilosofische essay Wij zullen aan God gelijk zijn en in 2016 de essaybundel Vijf sterren voor de gaarkeuken.

In 2017 verscheen zijn veelgeprezen roman De weergekeerde bloem die op de longlist van de Libris Literatuurprijs en de Bookspot Literatuurprijs stond. Februari 2019 verscheen De Hoogstapelaar, de roman kreeg unaniem lovende kritieken. In november 2019 won hij met De Hoogstapelaar de Bookspot Literatuurprijs. (bron)

Titel: De verboden tuin
Auteur: Wessel te Gussinklo
ISBN: 9789083048048
Uitgever: Koppernik
Pag.: 256
Genre: fictie
Verschenen: 1986

2 opmerkingen:

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.