Uitgeverij Athenaeum
Onthoofde karakters
De naam Anatole France duikt
jaarlijks, halverwege oktober, weer even op wanneer de winnaar van de
Nobelprijs voor literatuur bekend wordt gemaakt. Anatole France won zelf deze
Nobelprijs in 1921. Een paar weken geleden toen zijn naam het jaarlijkse rondje
maakte was het voor mij tijd om eindelijk eens De goden zijn dorstig uit
de kast te pakken en het boek te gaan lezen.
De goden zijn dorstig (1912) is een
historische roman die zich afspeelt in de tijd van de Franse Revolutie. Om
precies te zijn in het Parijs in de jaren 1793-1794. In deze jaren was de ‘terreur’
het hevigst en werd de Revolutie zowel van buiten, door legers van vreemde
mogendheden, als intern bedreigd. De interne bedreiging bestond uit twee delen.
Aan de ene kant had je de antirevolutionairen bestaande uit monarchisten,
edellieden en hun aanhangers. Aan de andere kant had je een ideologische
scherpslijperij binnen de politieke leiders van de Revolutie. De combinatie van
deze drie bedreigingen zorgde voor een paranoïde optreden van de machthebbers,
iedere uitspraak, iedere handeling kon worden uitgelegd en werd vaak uitgelegd
als een aanval op de staat, met de guillotine als uiteindelijke straf.
France vooronderstelt deze kennis van
de Franse Revolutie in de jaren 1793-94. Dat is hem niet kwalijk te nemen, hij
schreef dit in 1912 voor een Frans lezerspubliek die konden volstaan met een
paar zinnen om te weten waar over het gaat en in welke periode het verhaal zich
afspeelt. Voor een Nederlandse lezer meer dan 100 jaar na Anatole France en
meer dan 200 jaar na de Franse Revolutie is het in het begin lastig om in het
verhaal te komen. De twee belangrijkste karakters in De goden zijn dorstig
zijn de jonge niet al te getalenteerde kunstenaar Evariste Gamelin en de oudere
door de Revolutie aan lager wal geraakte aristocraat Maurice Brotteaux. Zij
wonen in dezelfde woonkazerne in het centrum van Parijs en hebben regelmatig
contact met elkaar. Gamelin heeft een goed hart, zorgt voor zijn moeder, is een
tikkeltje naïef en een fervent aanhanger van de Revolutie. Brotteaux, voor wie
Anatole France zelf model heeft gestaan, is een atheïstische scepticus die voor
zover als mogelijk geniet van het leven.
Wanneer Gamelin benoemd wordt tot
jurylid van de plaatselijk rechtbank verandert hij langzaam maar zeker van een
oprecht en integer persoon tot een achterdochtig en zeer rechtlijnig uitvoerder
van de ideeën van de Revolutie. Brotteaux/France vergelijkt Gamelin met een
geloofsfanaticus, die verblind door zijn idealen niet meer in staat is om goed
van kwaad te onderscheiden. Dit fanatisme van Gamelin, gevoed door de
collectieve massapsychose van de aanhangers van de revolutie, heeft als gevolg
dat Gamelin zonder gewetenswroeging Brotteaux en andere bekenden veroordeelt
tot de guillotine. Dit blind fanatisme van Gamelin wordt uiteindelijk ook zijn
eigen ondergang. Intrigerend is dat Gamelin zijn ondergang verwijt aan een
gebrek aan meedogenloosheid, nog te veel mens zijn, nog te weinig instrument van
de ideeën van de Revolutie, terwijl ieder ander (lees: niet fanatiek aanhanger)
het dogmatisch geloof in de ideeën van de Revolutie als verklaring voor zijn
ondergang zal geven.
Op het moment dat Gamelin zich zelf
opoffert voor wat hij denkt dat goed is, is dit gelijk ook het enige moment in De
goden zijn dorstig dat een van de karakters die Anatole France opvoert
enige diepgang heeft. In de rest van de roman zijn de karakters erg plat,
eendimensionaal, op het karikaturale af. France maakt dezelfde fout die hij
Gamelin verwijt, door zich mee te laten slepen door de morele boodschap die hij
ons wil meegeven heeft hij zijn karakters onthoofd.
Titel: De goden zijn
dorstig
Auteur: Anatole France
ISBN: 9789025305307
Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
Vertaling: Theo Kars
Pag.: 224
Genre: fictie
Verschenen: deze editie
2001
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.