Academia Press
De slagkracht van Maurice Roelants
De jazzspeler en andere verhalen bevat zes verhalen van Maurice
Roelants (1895 – 1966) geschreven tussen 1911 en 1945. De samenstellers van
de bundel hebben een ‘best of’ van het kortere proza werk van Roelants gemaakt.
Het probleem bij zo’n ‘best of’ is vaak dat verhalen uit hun verband worden
gehaald, los komen te staan van een cyclus, de originele bundel waarin verhalen
zijn opgenomen, waardoor verhalen een deel van hun zeggingskracht verliezen.
Daar is hier geen sprake van, omdat (bijna) alle verhalen en novellen
oorspronkelijk ook losstaand zijn gepubliceerd. De jazzspeler en andere
verhalen is dan ook een prima introductie in het kortere proza werk van
Maurice Roelants.
De
bundel is niet chronologisch samengesteld, maar opent met wat zijn bekendste
verhaal/novelle is: De jazzspeler uit 1928. Oorspronkelijke titel van
dit werk is: De jazzspeler. Kleine roman met één personage en zeven
instrumenten zijnde een volledige slagwerk-batterij. Wat betreft stijl en
inhoud is De jazzspeler ruim negentig jaar later nog steeds modern. Het
verhaal gaat over de bijna 45-jarige meubelfabrikant Herman die met vrouw en
kind op zomervakantie is aan de Vlaamse kust. Voor Herman zijn deze twee weken
weg van het leven van verantwoordelijke volwassen eigenaar van een
meubelfabriek meer dan alleen een rustgevende vakantie.
Tijdens de vakantie komt
de 16-jarige puber in hem weer naar boven. Een puber die een avontuurlijk leven
wil leiden, die verschillende jonge meisjes wil leren kennen, die geen
verantwoordelijkheden wil hebben. Deze ‘midlife crisis’ weet Herman te
overwinnen door bij thuiskomst van vakantie een drumstel te kopen. Achter zijn
drumstel, meespelende met de jazz-, blues-, en gospelplaten uit zijn collectie
is hij in staat om de puber in hem te ontstijgen. Wanneer wij, vandaag de dag,
om ons heen kijken en niet alleen drumstel, maar ook motor, ‘oldtimer’ en
dergelijke zien, dan komen we veelal reïncarnaties van Herman tegen.
De jazzspeler
is, zoals gezegd, niet alleen modern in thematiek, maar ook in stijl. Roelants
(samen met onder andere Gerard Walschap en Lode Zielens) zette zich af tegen de
in die jaren in Vlaanderen zeer populaire katholieke boeren epos dat schrijvers
als Ernest Claes en Felix Timmermans produceerden. Roelants en
collega’s wilden de Vlaamse literatuur aan laten sluiten bij internationale
ontwikkelingen. De jazzspeler speelt zich dan ook af in een hoger
middenklasse milieu in mondaine dancings aan de Vlaamse kust. De puntige
interne monoloog van Herman lijkt dan wel een biecht maar mist het schuldgevoel
en de schaamte voor de begeertes van de zestienjarige puber in hem waar Herman
mee worstelt. Het gematigd impressionistisch karakter van de interne monoloog
in combinatie met de sobere en realistische beschrijvingen van wat er om Herman
heen gebeurt zorgen ervoor dat De jazzspeler in moderniteit niets onder
doet voor een hedendaags kort literair werk.
Deze
moderniteit vinden we ook terug in (bijna) alle andere verhalen in de bundel.
De enige uitzondering is het in 1916 geschreven impressionistische drieluik De
driedubbele verrassing. Dit is een typisch voorbeeld van een jeugdwerk van
een schrijver die nog op zoek is naar zijn eigen stijl. De overige verhalen in
deze bundel worden allemaal gekenmerkt door de thema’s vriendschap, trouw en
loyaliteit en een moderne, hedendaagse stijl, al missen ze net de slagkracht
van De jazzspeler. Indien de samenstellers van deze bundel als (neven)
doelstelling hadden om lezers te interesseren in de rest van het oeuvre van
Maurice Roelants, dan zijn ze er wat mij betreft in geslaagd.
Titel:
De jazzspeler en andere verhalen
Auteur: Els van Damme en Yves
T'Sjoen
Uitgever:
Academia Press
ISBN:
9789401459136
Pag.:
80
Genre:
novelle
Verschenen:
2020
Prachtige recensie.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel.
BeantwoordenVerwijderenCies