Uitgeverij Querido
Zingen in de tuin van
Jan Engelman
De gedichtenbundel Tuin van Eros
van Jan Engelman (1900 – 1972) is in twee fases ontstaan. De eerste uitgave van Tuin van Eros is een bibliofiele uitgave waarin Engelman naast nieuw werk
ook een aantal gedichten opnam uit zijn dichtbundels Het Roosvenster (1927)
en Sine Nomine (1930). Dit waren ook twee bibliofiele uitgaves. Begin 1934
won Jan Engelman de Mei prijs voor poëzie van de Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde voor Tuin van Eros. Doordat de bibliofiele versie uitverkocht
was, kwam er in 1934 een reguliere uitgaven van Tuin van Eros (en andere
gedichten). In deze bundel werden nog meer gedichten uit Het Roosvenster en Sine Nomine toegevoegd aan de eerste versie. Er werden ook een aantal
gedichten weggelaten die aanstootgevend zouden kunnen zijn en de (licht)
erotische tekeningen van Hendrik Wiegersma komen niet in de tweede versie van Tuin van Eros terecht. Een aantal van de ‘aanstootgevende’ gedichten zijn
In latere edities alsnog toegevoegd en is het tweede deel van de titel, ‘en
andere gedichten’ komen te vervallen. Wel is er in de diverse herdrukken door
Engelman zelf nog wat geschoven met de volgorde van de gedichten. De tweede
versie van de bundel is in zijn geheel opgenomen in Verzamelde Gedichten van
Jan Engelman.
In het interbellum was de verzuiling
in Nederland ook binnen de literaire wereld een niet te onderschatten factor.
Engelman hoorde tot de zogenaamde ‘jong-katholieken’, die zich rond het
literaire tijdschrift De Gemeenschap hadden gegroepeerd. Engelman is, in 1925
een van de oprichters van dit tijdschrift. In de jaren na de oprichting van het
tijdschrift krijgt Engelman steeds meer kritiek uit eigen kring, omdat hij te
veel vriendschappelijke literaire contacten heeft met collega’s en
tijdschriftredacties die niet tot de katholieke zuil behoren. Het zijn niet
alleen deze vriendschappelijke contacten waardoor Engelman in 1930 uit de
redactie van De Gemeenschap wordt gezet. Hij geeft ook steeds meer een eigen
invulling aan het katholicisme, een invulling die niet overeenstemt met die van
de kerk. Dit persoonlijk katholicisme is een mix van traditioneel katholicisme
en neo-plantonisme wat bij Engelman leidt tot een algemenere
individualistischere religiositeit.
Deze persoonlijke ontwikkelingen
hebben ook bijgedragen aan zijn ontwikkeling als dichter naar een meer
“musische” stijl vinden we terug in Tuin van Eros. In het openingsgedicht In De Tuin is de tuin zowel het hof van Eden (het paradijs) als de tuin van
Eros. Ongeveer halverwege het gedicht beschrijft Engelman het als volgt:
Wie onuitspreeklijk heeft bemind,wie zoekt tot hij zijn oerglans vindt,raakt op den groten stroom eens vlot,en aan den horizon is God.
Tegen het einde van het gedicht:
Ik ben ontluisterd en ik dwaaltot ik eindelijk achterhaal,Ambrosia, mijn serafskind,In wie ik àlles wedervindwat aanving met sereniteiten tot beminnen is gewijd:de schroom, de wilde stil en kuis,het witte licht van ’t vaderhuis.
Hiermee zet In De Tuin zowel
inhoudelijk als dichterlijk de toon voor de rest van de bundel. Zijn bekendste
gedicht is Vera Janacopoulos. Hij schreef het gedicht nadat hij de
gelijknamige zangers had horen optreden in Den Haag. Wanneer er een gedicht van
Engelman in een bloemlezing wordt opgenomen is het negen van de tien keer dit
gedicht, omdat het beschouwd wordt als een van de weinige geslaagde voorbeelden
in het Nederlands van poésie pure, waarbij de klank van de woorden belangrijker
is dan de betekenis van de gebruikte woorden. Het gedicht was al eerder door
Engelman opgenomen in de bundel Sine Nomine.
Ambrosia, wat vloeit mij aan?uw schedelveld is koeler maanen alle appels blozende klankgazelle die ik vondhoe zoete zoele kindermondvan zeeschuim en van rozeno muze in het morgenlichto minnares en slank gedichter is een god verscholenviolen vlagen op het moselysium, de vlinders losen duizendjarig dolen
Het zijn niet alleen maar de klanken
die dit gedicht zo goed maken, het zijn ook de associaties die de woorden
oproepen die het gedicht zijn kracht en betekenis geeft. Dat wordt duidelijker
wanneer we Vera Janacopoulos vergelijken met de twee andere poésie pure
gedichten in Tuin van Eros. In En Rade wordt door woordherhaling nog wel
iets muzikaals (melodieus en ritmisch) opgeroepen, in Wolken lukt dat zelfs
niet.
Tuin van Eros werd door de
literaire pers goed ontvangen. Ruim 85 jaar later heeft het wel een deel van
zijn zeggingskracht verloren. De hedendaagse lezer is niet meer zo van
zijn/haar stuk te brengen wanneer de erotische en de goddelijke ervaring
(bijna) aan elkaar gelijkgesteld worden. Daarmee is het vakmanschap van
Engelman niet verdwenen en blijft het nog steeds de moeite waard om af en toe
een aantal gedichten uit De Tuin van Eros te lezen.
Titel: Tuin van Eros
Auteur: Jan Engelman
ISBN: 9789021441214
Uitgeverij: Querido
Pag. 74
Genre: Poëzie
Verschenen: oorspronkelijk 1932, deze
editie 1978
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.