Uitgeverij Atlas Contact
Eeuwig was het, is het en zal het
zijn, het altoos durend
Vuur, dat terwijl het uitdooft immer
weer ontvlamt.
- Heraclitus
Ontroerend mooie,
verstilde overpeinzingen
Annie Dillard (1945) is
zesentwintig wanneer ze een jaar lang in het Amerikaanse Virginia woont, in een
vallei waar de Tinker Creek doorheen stroomt. Een schat aan natuurboeken en
wetenschappelijke naslagwerken is voor haar een bron van inspiratie. Haar
dagboeken waren de aanzet voor het schrijven van Pelgrim langs Tinker Creek, welke verscheen in 1974 en een jaar
later beloond werd met de Pulitzer Price. Dit boek is als het ware een reisjournaal
over een jaar lang slenteren langs de oevers van de kreek. Gedurende haar
pelgrimage heeft ze alle zintuigen op scherp staan en door haar verhaal te
lezen maakt ze de lezer deelgenoot van alles wat ze ziet, hoort, ruikt, voelt
en proeft, wanneer ze alle vier de seizoenen letterlijk doorloopt.
'We beleven nu de weelde van augustus; het groen van wat groeit en gegroeid is verhult. Ik kan tien minuten achtereen naar een etende muskusrat kijken; hij oogst plukken gras die in sprieten uit zijn bek hangen, en als hij weer weg is, zie ik geen kale plek in het gras. Als ik het gras met mijn handen platduw en heel goed kijk, zie ik bijna geen schade, zelfs niet als er intensief gegraasd is. Het gras oogt niet eens platgetrapt. Heeft alles zo'n lichte tred behalve ik?'
Dillard vertelt dat ze
religieus is opgevoed en vertelt over haar zoeken naar de Schepper en hoewel ze
het er niet te dik bovenop legt, geeft ze hierdoor wel meer diepte aan wat ze
schrijft, omdat ze haar eigen ideeën blootgeeft. Niet om de lezer te zien als
parochie om voor te preken, maar contemplatief en op zekere manier ook
meditatief. Haar kennis van de Koran, literatuur, het leven van de Eskimo's en
diverse citaten verrijken haar teksten. Ze stelt zichzelf voortdurend filosofische
vragen en is op zoek naar antwoorden over de natuur, het universum en het
sterrenstelsel op micro-, meso-, en macroniveau.
'Helaas is de natuur in hoge mate een kwestie van kiekeboe spelen. Een vis flitst, om voor mijn ogen als zout in het water op te lossen. Herten worden, lijkt het wel, met huid en haar ten hemel opgenomen; de bontste wielewaal valt weg tegen het lover. Zulke plotse verdwijningen dwingen me tot zwijgen en concentreren. [...] Want de natuur verhult én onthult: kiekeboe, zo ben ik er nog, zo ben ik verdwenen.'
Tijdens haar wandelingen
langs de kreek is ze bijzonder opmerkzaam en met een natuurlijke nieuwsgierigheid
neemt ruim de tijd om alles wat ze ziet in zich op te nemen en te mijmeren. Ze
beschrijft hoe ze, haast oneindig geduldig, een muskusrat bestudeert die zich
manifesteert in zijn natuurlijke habitat. Consciëntieus en met veel eruditie
beschrijft ze hoe ze de mysteries van wat leeft en beweegt aan het determineren
is, waarbij ze regelmatig verwijst naar de literatuur en wetenschap. Zo haalt
ze het beroemde gedicht The Waste Land aan
dat cultuurfilosoof en dichter T.S. Eliot schreef in 1922. Ook Henry David
Thoreau, die leefde in het begin van de negentiende eeuw en onder andere
filosoof en natuuronderzoeker was, komt in haar verhalen aan de orde. Deze
heeft twee jaar in een hut gebivakkeerd bij Walden Pond, waarover hij zijn boek
Walden schreef.
Haar schrijfstijl wisselt
voortdurend tussen poëtisch, lyrisch, romantisch en wetenschappelijk, met een
invoelbare en inspirerende passie. Toch is niet alles wat ze schrijft alleen
maar mooi, want ook de onbarmhartige grillen, de afgrijselijke, smerige, wrede,
parasitaire trekjes van moeder natuur komen aan bod. Steeds verlegt ze haar
blikveld en richt ze zich op iets anders. Sommige insecten planten zich voort
door de huid van een rups te doorboren en hun eitjes in dat lichaam achter te
laten. Wanneer de eitjes uitkomen peuzelen de nieuwgeboren larven hun gastheer
van binnenuit op. Een ander fenomeen is de reuzenwaterwants die zich stort op
een kikker, een gifstof inspuit waardoor de kikker vanbinnen transformeert tot
een vloeibare substantie, waarop de wants zijn prooi leeg slurpt en het lege kikkeromhulsel
wegdrijft met de stroom. Of de bijzondere gewoonte van de bladluis, die een
spoor aan eitjes legt, maar wanneer ze tijdens dit klusje honger krijgt, draait
ze zich resoluut om en eet haar eitjes op. Ach... ze kan nog zoveel nieuwe
eitjes leggen. Parasieten als paardenhaarwormen boren zich in de hersenen van
krekels en sprinkhanen en richten daar dodelijke schade aan. Kannibalisme in
het dierenrijk is een voorkomend verschijnsel. Zo eten chimpansees soms hun soortgenoten
en verorbert de vrouwelijke bidsprinkhaan het mannetje na de paring.
Gelukkig weet ze ook vele
prachtige wonderen van de natuur te beschrijven, zoals de kleurrijke monarchvlinder
die een heerlijk zoete geur verspreidt wanneer het met de vleugels wappert. Ook
besteedt ze aandacht aan het fascinerende verschijnsel mimicry, wat inhoudt dat
er dieren zijn die hun natuurlijke vijand misleiden door zich camoufleren met
het uiterlijk van planten of andere dierensoorten. Denk hierbij aan de
wandelende tak, rupsen die op takjes lijken, of een ongevaarlijke soort die een
gevaarlijk of giftig neefje nabootst en er op die manier voor zorgt om geen
gemakkelijke prooi te zijn.
Interessant is haar
verhandeling over hoe een mens de wereld ervaart wanneer hij altijd blind is
geweest en door een operatie ineens kan zien.
'Algemeen gesproken zien mensen die net het gezichtsvermogen hebben gekregen de wereld als een lappendeken van kleurige vlekken. Kleuren ervaren ze als fijn, en ze leren ook al snel de verschillende kleuren te benoemen, maar verder blijft zien voor hen een buitengewoon moeizame onderneming.'
Over dit boek kun je
onmogelijk uitgepraat raken. Het is zo´n rijk boek over zoveel rijkdom die de
natuur te bieden heeft aan wie zich bewust is van al wat ons omringt. Dillards
weet te ontroeren met haar woorden, haar gedetailleerde beschrijvingen lieten
me niet los en in sommige passages zijn ze bedwelmend en louterend.
Vanzelfsprekend zullen niet alle 304 bladzijden even levendig zijn voor iedere
lezer, doordat de auteur af en toe veel feitenkennis aan het spuien is, maar
het maakt duidelijk dat de mens zich nederig zou moeten voelen over het feit
dat hij deel mag uitmaken van wat hem voedt, ook op geestelijk niveau.
Pas bijna vijfentwintig
jaar later, in 1999, heeft Dillard een nawoord geschreven waarin ze beschrijft
hoe dit boek is ontstaan, haar schroom om als vrouwelijk auteur een boek op de
markt te brengen, omdat ze de hoop had om gewaardeerd te worden om de inhoud
van haar boek en niet vanwege haar sekse.
Laat je meevoeren en verrassen
door het mysterie van de kosmos met dit ontroerend mooie en beeldschone boek.
Titel: Pelgrim langs Tinker
Creek
Auteur: Annie Dillard
Vertaling: Henny Corver
Pagina's: 304
ISBN: 9789045037509
Uitgeverij Atlas Contact
Verschenen: januari 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.