Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Athenaeum
Intriges, drama en echte liefde
Na Het rood en het zwart van Stendhal
was ik benieuwd naar De Kartuize van Parma. Zou de auteur me ook in dit
boek weten te boeien met zijn thema’s en motieven en schrijfstijl? De Franse
titel La Chartreuse de Parme heeft oorspronkelijk de ondertitel Chroniques
Italiennes, Stendhal hechtte belang aan het schetsen van een juist
tijdsbeeld. Om dit boek op waarde te schatten is het zoeken naar wat
achtergrondinformatie de moeite waard. Stendhal – pseudoniem van Henri-Marie
Bayle – werd getroffen door de schoonheid van Italië toen hij in 1800 in dienst
van het leger terecht kwam in Milaan, dit verveelde hem en hij keerde terug
naar Parijs. Zijn loopbaan, mogelijk gemaakt door een invloedrijke neef, bracht
hem naar Brunswijk en Oostenrijk, waar hij in dienst van het leger een
profijtelijke, administratieve functie kreeg. In 1812 kreeg hij een oproep voor
het leger en trok naar Rusland waar hij getuige was van de verwoestende brand
in Moskou.
In zijn voorwoord waarschuwt Stendhal de
lezer voor de ongezouten manier waarop hij zijn roman schreef, of beter gezegd:
hij dicteerde hem aan zijn secretaris. Hij noemt de geschiedenis waarin
hofintriges zich afspelen ‘verre van stichtelijk’.
Het grote verschil met Het rood en het
zwart is de plaats van handeling, De Kartuize van Parma speelt zich
niet af in Frankrijk, maar in Italië en begint in 1796, het jaar dat generaal
Bonaparte Milaan binnentrekt en Italië wakker schudt uit zijn slaap. Het
kleurrijke begin met de beschrijving van de toestand zoals die heerste tot de
Fransen leven in de brouwerij brachten is prachtig. De ogen van de bevolking
worden geopend. Alles wat tot dan toe de standaard was werd afgedaan als
belachelijk en lelijk,er komt een einde aan de verveling.
Dit is de openingszin
'Op
15 mei 1796 deed generaal Bonaparte zijn intrede in Milaan aan het hoofd van
het jeugdige leger dat net over de brug van Lodi was getrokken, en de wereld
duidelijk had gemaakt dat Caesar en Alexander na zovele eeuwen een opvolger
hadden gekregen. De wonderen van dapperheid en geniaal inzicht waarvan Italië
getuige was, schudden een volk wakker dat was ingeslapen.'
Luitenant Robert wordt ingekwartierd in het
kasteel van markiezin del Dongo in Grianta aan het Comomeer. Wanneer de
echtgenoot van de markiezin het veilig acht terug te keren naar Milaan, wordt
Robert cavalier van de markiezin en haar jongere schoonzusje Gina. Wanneer
uiteindelijk ook Robert het kasteel verlaat is het afscheid tussen de markiezin
en de luitenant treurig, wat er precies gebeurd is tussen die twee wordt hooguit
gesuggereerd.
De hoofdrol is weggelegd voor Fabrizio, zijn
oudere broer Ascanio krijgt een beduidend minder glansrijke rol. Fabrizio
vertoont meer interesse voor het bekijken van gravures die veldslagen
verbeelden dan voor leren lezen en andere nuttige zaken. Gina – inmiddels
getrouwd met de geruïneerde graaf Pietranera – zal haar hele leven een beetje
verliefd blijven op haar jongere neef en hem tot steun zijn wanneer hij in de
problemen raakt.
Fabrizio’s eerste grote avontuur, soms doen
de doldrieste ingevingen denken aan die van Don Quichotte, laat hem belanden in
Frankrijk. Er is een veldslag aan de gang waarbij Fabrizio betrokken raakt,
gedoe met identiteiten en vermommingen maken het verhaal uiterst vermakelijk om
te lezen. Hoewel de jongen nog maar een jaar of 16 is weet hij van wanten,
zonder dat hij weet dat hij werkelijk meegevochten heeft in de slag bij
Waterloo. Zijn escapade blijft niet zonder gevolgen, iemand van adel vecht niet
en het druist ook in tegen de politieke stroming die zijn vader aanhangt.
Kortom, Fabrizio hangt straf boven het hoofd. Dit zal niet de enige keer zijn,
de jongen raakt betrokken bij ernstiger zaken en steeds weer zal Gina de
helpende hand toereiken, zelfs wanneer zij daarvoor grote offers moet
brengen.
Met hulp van graaf Mosca, minister van Parma,
wordt voor Fabrizio een loopbaan als priester uitgestippeld, het zou hem
aanzien geven en goed aansluiten bij de voorgeschiedenis van de del Dongo
dynastie waarin drie aartsbisschoppen van Parma geteld kunnen worden.
Net als in Het rood en het zwart zouden
er twee mogelijkheden zijn voor een carrière: het leger (de fascinatie voor
Napoleon) en de kerk. In dit geval heeft Fabrizio geen keuze doordat hij zich
in de nesten gewerkt heeft.
Over het hof van Parma weet Stendhal smeuïg
te vertellen. Regerend vorst Ernesto IV, een conservatief, lijdt aan het
waanidee dat hij gehaat wordt door de tegenpartij, hij maakt de vergissing twee
liberalen te laten ophangen, achteraf waarschijnlijk onterecht. Verder is hij,
ondanks dat hij door 80 schildwachten bewaakt wordt, bang door de jakobijnen
belaagd te worden. De conservatieven en revolutionairen staan elkaar naar het
leven en het behouden van de macht is een zaak van levensbelang. Vertrouwelingen
zijn ook niet zeker van hun baantje, er hoeft maar één incident plaats te
vinden of het kaartenhuis stort in. De liefde, wel of niet gespeeld, is zo’n
kracht die een verschuiving kan veroorzaken.
Fabrizio is een deel van zijn leven geen vrij
man, niet dat hij steeds gevangen zit, maar hij is wel de man die gezocht wordt
vanwege zijn vergrijpen. Wanneer hij uiteindelijk zijn straf wel uitzit komt
hij tot de ontdekking dat deze positie hem enorm bevalt. Dan komt ook het
moment dat hij de liefde van zijn leven ontmoet Clelia Conti, dochter van
generaal Conti. Hun liefde is even tragisch als gecompliceerd en heeft te
lijden van politiek gekonkel. Uitruil en beloftes zorgen voor een onmogelijke
situatie. Beide karakters worden goed uitgewerkt, waarbij dat van Fabrizio heel
goed uit de verf komt evenals, niet te vergeten, dat van Gina – de eeuwig
onmisbare schakel tussen Fabrizio en de buitenwereld. Maar ook graaf Mosca
toont zijn karakter en afwegingen, net als de andere belangrijkste romanfiguren
in de vorm van een monologue intérieur. Of de geschiedenis inderdaad ongezouten
is opgediend door Stendhal mag de lezer zelf beoordelen. Ik denk dat de auteur
geslaagd is in zijn opzet een realistische roman te schrijven met alle
bijbehorende tekortkomingen en nobele karaktereigenschappen van de personages.
Mooi om te lezen zijn de inzichten die veranderen tijdens de gebeurtenissen die
de karakters dwingen tot andere gedachten.
De gevangenis komt in een eerdere passage
terloops ter sprake:
'Zijn
tante eindigde de brief met de volgende woorden: ‘Neem de grootst mogelijke
geheimhouding in acht over de dwaasheid die je hebt uitgehaald, en zorg er
vooral voor dat je geen gedrukte of beschreven papieren bij je hebt; je zult in
Zwitserland overal vrienden van Sainte-Marguérite[4] om je heen hebben.
[4]
Noot van Stendhal: Dankzij mijnheer Pellico is deze naam nu in heel Europa
bekend. Het is de naam van de straat in Milaan waar zich het paleis van
justitie en de gevangenis van de politie bevinden.'
Het zeer lezenswaardige boek ‘Mijn
gevangenissen’ – Silvio Pellico las ik en vind het een mooie link.
In verband hiermee nog één citaat uit De Kartuize van Parma over het
optreden van de politie
‘Hij
(baron
Binder, hoofd van de politie- tvl)was in die tijd bezig de vermaarde
Milanese politie op te richten en had zich tot taak gesteld een revolutie als
die van 1740 te voorkomen, toen de Oostenrijkers uit Genua waren verdreven.
Deze Milanese politie, die sindsdien zoveel faam heeft verworven door de
wederwaardigheden van Pellico en Andryane, was strikt genomen niet wreed. Zij
hield zich alleen aan strenge wetten die zij methodisch en zonder erbarmen ten
uitvoer legde. Keizer Franz II wilde de Italianen met hun vermetele denkbeelden
schrik aanjagen.’
Dit boek is geen eenvoudig te lezen roman. De
politieke situatie in Europa, de vele personages en verwikkelingen zorgen
ervoor dat niet alle passages even vlot te lezen zijn. Af en toe spreekt de
auteur de lezer toe met de verontschuldiging dat hij de lezer wellicht zal
vervelen met zijn uitweidingen. De afwisseling met stukken die minder
concentratie vergen zorgen ervoor dat je beslist door wilt lezen. Het helpt
wanneer je iets meer bekend bent met de auteur en zijn werk, niet dat het
noodzakelijk is, maar het maakt de vertelling wat beter te plaatsen in de tijd
en te verbinden aan autobiografische elementen. O ja, niet te vergeten, de auteur
weet met zijn ietwat droge stijl en humor regelmatig een glimlach tevoorschijn
te toveren.
De auteur
Stendhal, pseudoniem van Marie-Henri Beyle
(Grenoble, 23 januari 1783 – Parijs, 23 maart 1842) was een 19e-eeuwse Franse
romantische schrijver die in zijn werk zowel romantische als realistische
invloeden verenigde. Zijn bekendste romans zijn Le Rouge et le Noir, Lucien
Leuwen en La Chartreuse de Parme, die alle drie autobiografische elementen
bevatten. De hoofdfiguren vertonen karakteristieken van Stendhal zelf. Zijn
romans worden gekenmerkt door een vrij droge, korte stijl, mede door het feit
dat Stendhal gekant was tegen elke vorm van literaire bladvulling. Het realisme
in Stendhals romans uit zich dan ook niet door uitvoerige beschrijvingen zoals
bij Honoré de Balzac, maar eerder in het feit dat Stendhal zich voor het
basisgegeven van zijn verhaal baseerde op een waargebeurd feit (wat hij
bestempelde als "être vrai"). In de meeste romans staat het thema van
de liefde centraal en meer bepaald het procedé van verliefd worden, wat hij
heeft omschreven als "kristallisatie".(bron)
Titel: De Kartuize van Parma
Titel origineel: La Chartreuse de Parme
Auteur: Stendhal
Vertaling: Theo Kars
ISBN: 9789025363161
Uitgever: Athenaeum
Genre: fictie
Pagina’s: 749
Verschenen: deze editie 2007
Verschenen oorspronkelijk: 1839
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.