Recensie
door Tea van Lierop
Uitgeverij
Orlando
Schwob lente-actie 2020
Wervelende reis tijdens het Fin de siècle
Na
Het nichtje van de poppenspeler is dit het tweede boek van Angela Carter dat ik
las. De twee hebben overeenkomsten met elkaar, je herkent de stijl en de thema’s in beide boeken. Circusnachten past in de categorie overtreffende trap, net een treetje
meer dan het prachtige sinistere Het nichtje van de poppenspeler. Deels ligt
het aan de omvang, Circusnachten heeft beduidend meer pagina’s, maar belangrijker
is het veelomvattende, uitwaaierende verhaal. En vooral is er een flinke portie exotisme dat
het verhaal kleur, geur en vaart meegeeft. Het hoofdpersonage Fere, haar echte
naam is Sophie, is een trapeze-artieste
met een wel zeer bijzonder uiterlijk; zowel haar verschijning als haar afkomst is extravagant en dat vindt ook journalist Jack Walser. Hij wil haar verhaal
optekenen en raakt zo verweven met haar leven dat hij zich aansluit bij het
circus. Lizzie is de vrouw die zich ontfermde over het kleine weesmeisje
Sophie. Het bordeel is de plek waar Sophie opgroeit.
In
drie delen mogen wij genieten van hun lotgevallen, elk deel heeft zijn
geografische bestemming. Deel een speelt zich af in Londen, het tweede deel in
Petersburg en het laatste in Siberië. Fere is dus een extravagante
verschijning, ze heeft vleugels en is reusachtig van gestalte. Terwijl zij
Walser haar levensgeschiedenis vertelt komen wij te weten hoe ze ontdekte dat
ze vleugels ontwikkelde en probeerde te vliegen. Hierbij is de associatie met
Icarus snel gelegd, ook die wilde vliegen, maar was te hoogmoedig en moest het
afleggen tegen de hitte van de zon. Met Fere verloopt het anders maar ook zij
vreesde het ergste toen haar vleugels het dreigden op te geven bij een van haar
eerste vluchten. Bij eerdere pogingen viel ze nog als Lucifer… nadat ze even het
zweefgevoel ervaren had.
‘’Wat kon mij die bloedneus schelen, meneer?’ riep Fere hartstochtelijk, want gedurende een kort moment – een tijdsspanne, een hapering zo vluchtig als een Franse klok, als die gewerkt had, het met zijn onhandige tandraderen en veren nooit had kunnen registreren, gedurende een fractie van een ogenblik, niet langer dan de kortste vleugelslag van een vlinder….was ik blijven zweven.’
Veren,
vleugels, eieren zijn een greep uit de vele motieven in dit dichtgeweven
verhaal. Ze komen terug en zoals eieren uitgebroed worden, worden verhalen in dit boek
geboren uit verhalen. Wat dat betreft is de rol van Walser ook zo prachtig, van
een buitenstaander wordt hij via zijn liefde voor Fere het verhaal ingetrokken
en ontstaat een extra laag die zorgt voor flink wat spektakel. Er gebeuren
veel bizarre zaken, de auteur haalt alles uit de kast om de vaart erin te
houden. Geweld, seks en circusdieren zijn maar een paar ingrediënten om het
boek zo fabelachtig mooi te maken. Oplichters zijn overal en van alle tijden,
maar iemand die overlijdensadvertenties bestudeert en vervolgens zijn
slachtoffers zorgvuldig uitzoekt is wel erg doortrapt. Hij laat de nabestaanden
denken dat hij de overledenen kan laten zien. Een verkleed meisje doet dienst
als dode.
Het
circus trekt voort en allerlei dieren en mensen treden op. Niets is Carter te
gek, surrealistische beelden wisselen elkaar af en ze zijn zo beeldend beschreven
dat ze amper surrealistisch lijken. Een heerlijke reis langs plekken die je
in het echt niet eens wilt tegenkomen, maar in fictie zeker wel.
‘Bij aankomst tilde de nog enige levende olifant met zijn laatste krachten een kapotte kast met zijn slurf op en slingerde die in de richting van het bos, waar de kast een hagelbui van peper – en zoutvaatjes en azijnflesjes om zich heen verspreidde. Daarna viel de olifant onder het uitstoten van een hartverscheurend getrompetter dat in de onmetelijke verte wegstierf op zijn zij, niet langzaam, niet in etappes, maar in één keer met een doffe dreun op de smeltende sneeuw.’
Tijgers,
olifanten, een treinreis in Siberië met gevolgen, een varken met voorspellende
gaven etc. vullen de een na de andere pagina en tussen al deze dierlijke en
clowneske grappen en grollen is wel degelijk een serieus thema aan te wijzen.
Fere is een enorm sterke vrouw, niet alleen fysiek, maar mentaal staat ze ook
haar ‘mannetje’. Carter gebruikt in haar roman een aantal keren
kariatiden
in haar beschrijvingen, dit versterkt het beeld van het hoofdpersonage: Fere
als prachtig monumentale persoonlijkheid die haar
dierbaren tot steun is. Misschien bedoelde de auteur dat niet zo, maar het beeld past wel
bij haar karakter.
Zoals
de titel van de recensie al zegt, het verhaal speelt zich af aan het einde van
de negentiende eeuw. De klok en de tijd zijn eveneens motieven en passen goed bij
het tijdsbeeld. Het is een onrustige tijd, op dat moment is er geen oorlog, men
geniet van de vele moderne uitvindingen en er heerst een verwachtingsvolle
sfeer. Carter geeft die tijd heel goed weer, ook door een deel van het verhaal
in het tsaristisch Rusland af te laten
spelen.
Het
voorwoord van Sarah Waters las ik achteraf. Soms is het jammer om alvast in een
richting gestuurd te worden, maar dit voorwoord is prima vooraf te lezen. Zij
roemt Carters schrijfkunst en dicht haar optimisme toe die Groot-Brittannië
hard nodig had in de tijd van Margaret Thatcher.
Deze
betoverende roman is een indrukwekkende leeservaring, zorgt voor uren
leesgenot en doet verlangen naar meer Angela Carter!
De
auteur
Angela
Carter was een Britse schrijfster en journaliste, en is bekend geworden met
haar postfeministische magisch-realistische fictie. In 1940 werd zij als Angela
Olive Stalker geboren in het Engelse Eastbourne. Zij begon haar carrière als
journaliste bij de Croydon Advertiser. Ze is twee keer getrouwd geweest. (Wikipedia)
Titel:
Circusnachten
Auteur:
Angela Carter
Vertaling:
Leonoor Broeder
Uitgever:
Uitgeverij Orlando
ISBN:
9789493081260
Pag.:
351
Genre:
Fictie
Verschenen:
Deze editie 2020, oorspronkelijk 1984
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.