Recensie door Koen de Jager
Uitgeverij Van Oorschot
Tijdschrift 'De
Witte Mier'
Ik zal de naam Jan Greshoff vast in een boek al eens
tegen zijn gekomen, maar eerlijk gezegd wist ik niet precies wie de man was.
Toen ik de achterkant van dit boek las, wist ik dat 'Moralist van de ontrouw' van Annemiek
Recourt onverwijld gelezen diende te worden.
Ik ben geïnteresseerd in
geschiedenis én in Nederlandse literatuur en dan kan je niet om Greshoff heen.
Hij stond bekend, zeker in het interbellum, als aanjager van menig literaire
carrière, én was zelf ook actief als dichter en schrijver. Het verbaasde mij
ook dat ik niet meer over hem wist, maar dat is met dit boek aardig goed
gekomen.
Greshoff maakte geen
opleiding af maar voelde zich dichter. Na school verzamelde hij al snel een
‘culturele’ kring om zich heen en bleef dat gedurende de rest van zijn leven
doen. Hij was al jong fan van Albert
Verwey en probeerde om zijn gedichten gepubliceerd te krijgen in diens
tijdschrift De Beweging. Daar begon
zijn tragiek eigenlijk al een beetje. Zijn vrienden Jacques Bloem en Piet van
Eyck lukte het wel. Zijn tragiek, maar ook zijn dynamiek. Greshoff blijkt
namelijk een onvermoeibaar aanjager van de verspreiding van kennis over
literatuur en de literatuur zelf. Zo richt hij met De Zilverdistel de eerste 'private press' op. Ook begint hij zijn
eigen tijdschrift, De Witte Mier. Dat
blad oogst veel sympathie, behalve bij volksschrijver A.M. de Jong, die hem van kopie-gedrag beticht. Greshoff is niet
onder de indruk:
'Ineens is daar uit de dikke duisternissen der
onbekendheid een grove figuur op mij toegestoven. Hoewel ik maar een bleek en
mager jongentje ben en heelemaal geen held, ben ik van déze literaire
struikroover niet geschrokken.'
Jan Hendrik Greshoff (1888-1971) |
Zij vrienden E. du Perron, Hendrik Marsman en Menno ter
Braak overlijden kort na elkaar aan het begin van de oorlog. Greshoff heeft
het daar moeilijk mee. Uiteindelijk merkt hij dat zijn invloed als literair
zwaargewicht in Nederland tanende is.
Dat weet hij zelf ook. Hij ziet niets in de nieuwe garde als Hermans, Reve en Lucebert. Zijn
afkeuring is voor hen een aanbeveling geworden. Greshoff schrijft hier zelf het
ironische maar toch zo serieuze gedicht over;
Tot wat ik nooit heb willen zijn
Ben ik tenslotte toch verworden
Een van die deftige verdorden
Eertijds verfoeid op ’t Velperplein
Ik wenschte mij, ver van de horden,
Een doelloos leven zonder lijn;-
Nu ben ik echter, braaf en klein,
Een moralist met ridderorden.
Soms voel ik nog een sterke drang
Iets geks te doen en los te breken,
Helaas te zelden en nooit lang.
Ik heb de plooien glad gestreken
En met dit zweempje zwanenzang
Is het geheel afdoend bekeken.
Een onvermoeibare aanjager
van literair Nederland, schrijver en
dichter, maar uiteindelijk vooral herinnerd om dat wat hij naast dat schrijver-
en dichterschap deed.
Ik heb het boek, ruim 670
pagina’s, met meer dan gewone belangstelling gelezen. Dat komt door
bovengenoemde interesse, maar ook door de hoofdpersoon zelf. Recourt zet hem
neer als een mens, soms zelfverzekerd en eigenwijs maar soms ook vol twijfel.
Hij onderneemt steeds weer initiatieven om de literatuur op een hoger plan te
brengen. Het boeide mij zo dat ik zelfs de eerste twee jaargangen van zijn
tijdschrift De Witte Mier aanschafte.
Het is geweldig om daar in te grasduinen en de stukken van Jan en zijn vrouw Aty te
lezen. Zo neemt Greshoff in nummer 1 van jaargang 1913/1914 afstand van een
stuk van één van zijn medewerkers;
'Aan de lezers. De Witte Mier is ontrouw geworden
aan een van de principe, welke van af de oprichting van het tijdschrift bij de
redactie hebben voorgezeten: in nummer twaalf van den eersten jaargang staat
n.l. een kritisch opstel over binnenlandsche literatuur. Nu zou ten slotte deze
uitzondering niet zóó belangrijk zijn, dat ik er hier nog eens de aandacht op
vestigen moet, indien niet dit artikel een vrij streng, in ieder geval
verwèrpend oordeel inhield over een schrijver, die juist mijn gehééle liefde en
bewondering heeft. Mijn gewaardeerde medewerker Pauwels natuurlijk alle
oordeelsvrijheid gunnende, de eerlijkheid van zijn uiting eerbiedigende, zal
hij het mij zeker niet ten kwade duiden als ik hier verklaar dat mijn oordeel
over J.J. de Stoppelaars werk zoo gehéél het tegenovergestelde is van het
zijne, dat ik het betreuren moet dat dit laatste in mijn tijdschrift is
verschenen.'
Tijdschrift 'De Witte Mier' |
In deze video vertelt de auteur waarom ze precies over deze man wilde schrijven en wat hem zo bijzonder maakt.
Auteur
Annemiek Recourt (1981) is als cultuurhistoricus verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, en werkt daarnaast als freelance redacteur. Zij woont in en werkt vanuit Zuid-Afrika.
Over
Greshoff:
‘Een stuk Noord- en
Zuid-Nederlandse literatuurgeschiedenis is zonder Greshoff ondenkbaar: hij
heeft ze mee helpen maken.’ Kees Fens
‘De man die
onze plechtig indommelende literatoren wakker schudde, hen niet alleen hun
heiligenkroontje ontnam maar hen ook “letterkundig” onthoofde.’ Louis Paul Boon
Titel: Moralist van de ontrouw
Auteur: Annemiek Recourt
Pagina's: 670
ISBN: 9789028282315
Uitgeverij Van Oorschot
Verschenen: oktober 2018
Práchtig ...!
BeantwoordenVerwijderenHartelijke groet,
Hans Oud.
Deze bespreking maakt mij ook nieuwsgierig naar deze, voor mij, onbekend heerschap.
BeantwoordenVerwijderenMisschien wordt hier zijn tragiek mooi samengevat. Greshoff, wie? En toch zo belangrijk. Het onderstreept het belang van deze biografie. Door de aanschaf van die Miertjes ben ik er nog lang niet klaar mee en dat gebeurt me niet heel vaak met boeken. Aanrader wat mij betreft
BeantwoordenVerwijderenHet lezen van dit boek heeft in ieder geval je interesse voor deze man aangewakkerd. Van die Miertjes had ik ook nog nooit iets gehoord of gelezen. In ieder geval lijkt het mij ook heel interessant om dit boek te gaan lezen. Vooral nu je aangeeft dat dit een aanrader is.
Verwijderen