Recensie door Tea
van Lierop
Ambo|Anthos
Wie zó gewaagd kan schrijven…
Meer dan zestig
Duitse uitgeverijen weigerden de publicatie van Der Nazi & der
Friseur, de redenen van
afwijzing varieerden van ‘het ontbreken van details’ tot ‘over
het hoofd gezien’.
De
echte reden lag elders, het was de manier waarop Hilsenrath over de
Holocaust schrijft.
‘Men was het erover eens dat een verwerking van de Shoah in de vorm van een bijzonder bittere, pikzwarte satire - die bovendien uitsluitend vanuit het perspectief van de dader was geschreven - volkomen ongepast en daarom ontoelaatbaar was. Concreet: de bij uitgeverijen gevestigde generatie die volgde op die van de daders, meende de slachtoffers te moeten voorschrijven hoe de Shoah literair moest worden behandeld, oftewel de grenzen voor een dergelijke behandeling vast te moeten leggen.’
Tussen
het schrijven van deze recensie en mijn lezing zit een aantal
maanden, toch ligt het boek nog vers in het geheugen. Na het lezen
van een ander boek van Edgar Hilsenrath – Het
sprookje van de laatste
gedachte was ik benieuwd naar meer werk van deze auteur met zijn
volstrekt eigen stijl.
Zes
delen plus het verhelderende nawoord van Helmut Braun telt het boek.
Waar te beginnen? Bij de jeugd van twee jonge jongens, Max
Schulz en Itzik
Finkelstein. Hun namen, respectievelijk typisch Arisch en Joods, zouden spreekwoordelijk geen nadere uitleg behoeven, maar krijgen die
wel. Hun doopceel wordt gelicht en we zien
de twee opgroeien in het
begin van de twintigste eeuw. De een als zoon van Minna Schulz en een
onbekende vader – het konden er vijf zijn – de ander als
kapperszoon in een gezin waarin de Joodse wetten golden. Als
buurjongens trekken de jongens samen
op. Max leert het kappersvak
bij de vader van Itzik en steekt ook nog een en ander op over de
Joodse tradities. Daar zit
ook meteen de angel, identiteitsverwisseling behoort later
tot de mogelijkheden.
Het
verhaal wordt gedeeltelijk
verteld door Max zelf, de man
die zich in het begin van het boek voorstelt als toekomstige
massamoordenaar. Een van de
eerste passages is te gruwelijk voor woorden, hier wordt een kind
misbruikt, je zou compassie kunnen krijgen met de moordenaar in spe
en dat is misschien de bedoeling van de auteur. Enfin, jeugd gaat
over in adolescentie en de oorlog dreigt. De vanzelfsprekendheid
waarmee Max en de zijnen
aanhangers lijken te worden van
het nationaalsocialisme
is opvallend, zo zou het
inderdaad kunnen gaan. De ontstane gevoelens van
onbehagen en onvrede worden
gevoed door kranten die schrijven over de schande van het
vredesverdrag van Versailles en de reacties daarop in de buurt, op
straat, in winkels. Hitler wordt gezien als de ‘verlosser’.
Wanneer
Max Hitler voor het eerst ziet tijdens een bijeenkomst waarop H. een
bijbel openslaat en een tekst voorleest vallen de schellen Max van de
ogen en ziet zichzelf als volgeling van deze man met zijn profetische
gaven.
Het
roept gevoelens op van herkenning, de woorden doen denken aan zijn gewelddadige
jeugd.
‘Onophoudelijk dreunden de woorden van de Führer in mijn schedel: 'Vervloekt zij de stok in de hand van de valse meester. Als de stok echter van meester wisselt...' Ik werd heel duizelig. Ik voelde een brok in mijn keel. Dat zat me dwars. En dat wilde ik uitspugen. 'Zalig is de stok in de hand van de ware meester. Want zie...'En toen zei ik bij mezelf: Ja, waarom eigenlijk? Maar nu is het genoeg! En ik zei bij mezelf: Max Schulz. Je zult je achterste niet meer blootstellen. Het is de hoogste tijd dat je zelfde stok eens ter hand neemt, de gele en de zwarte.’
Deze aanloop naar
wat er later allemaal gaat gebeuren bezorgt een uiterst ongemakkelijk
gevoel. De stap voor stap vertelling met daarbij niet alleen de actie
van Max, maar vooral zijn gedachtegang en zijn reacties op de
toespraak zijn intens beschreven. Je wilt zijn verhaal helemaal niet
weten, maar eenmaal begonnen ontkom je er niet aan, dit boek kan niet
terzijde geschoven worden. De nieuwsgierigheid wint het van de
afkeer. Hoe komt Max uit de oorlog, waar heeft hij gestreden, welke
misdaden beging hij en hoe verging het zijn Joodse buren? Deze
bijzonderheden komen allemaal aan bod. Hilsenrath heeft een manier
van schrijven die je bij de les houdt. Zo gruwelijk en toch verteld als min of meer logische stappen
maken dit boek een klassieker, eentje van de buitencategorie.
In het tweede boek
zit een stuk over vrouw Holle met haar houten been, bovendien werd ze 59 keer verkracht door de
Russen. Max vertelt vrouw Holle wat er gebeurd is tijdens zijn vlucht
uit Polen, en passant werkt hij ook nog een lijk weg dat bij haar in
huis ligt. Het verhaal staat bol van bizarre elementen. In de stukken
waarin Max zelf aan het woord is als de ik-verteller komt de vraag om
de hoek kijken hoe betrouwbaar deze verteller is. Het is niet erg
geloofwaardig dat hij zich zaken uit zijn babytijd herinnert, maar
geeft wel een aardige kijk op zijn vroege jeugd en zorgt tijdens het
lezen voor een alerte houding. Wat klopt er wel en wat niet? Dit zou
een van de thema’s kunnen zijn. Zijn leven lang is het Max’ lot
in een leugen te willen/moeten leven. Bijzonder wrang is het dat zijn
uiterlijk absoluut niet Arisch is, terwijl zijn vriend zonder meer
voor een niet-jood door zou kunnen gaan.
Het plan zich het
vege lijf te redden ontvouwt zich. Getransformeerd vertrekt hij
tenslotte naar Palestina en maakt ook daar het nodige mee. Soms
tenenkrommend, af en toe ook bloedstollend en zeker ook stomverbaasd
over het totale gebrek aan geweten van Max leest het boek als een
verhaal met een enorm tempo waarbij je als lezer alleen maar aan
boord kunt blijven tot het einde. En ik durf te voorspellen dat dit zo'n boek is dat indruk zal maken, blijvende indruk.
De auteur
Edgar Hilsenrath
(Leipzig, 1926 – Wittlich 2018) vluchtte in 1938 met zijn moeder en
jongere broer het land uit. Hilsenrath overleefde de oorlog en
vertrok naar Palestina, en van daar in 1951 naar New York. Van zijn
hand verschenen onder meer de veelgeprezen internationale bestseller
De nazi en de kapper en Het sprookje van de laatste gedachte,
waarvoor hij de prestigieuze Alfred Döblin-prijs kreeg.
Titel: De nazi en de
kapper
Auteur: Edgar
Hilsenrath
Uitgever:
Ambo|Anthos
ISBN: 9789041418494
Vertaling: Annemarie
Vlaming
Pag.: 395
Genre: fictie
Verschenen: 2001
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.