Verontrustende,
hallucinante obsessie
Op het moment dat ik dit
boek in handen kreeg, raakte ik meteen enthousiast om mijn tanden in deze
klassieker te zetten, maar mijn plezier ging op ongeveer de helft van het boek over
in complete paniek.... ik snapte er hé-lé-máál niets van! Help!, dit overkomt
me niet vaak. Wat ga ik hiermee doen? Opgeven is een no go voor mij, dus ben ik eerst op onderzoek uit gegaan naar wat
ik over de auteur kon vinden. Zoals onder het kopje auteur is te lezen heeft Anna
Kavan een nogal ongebruikelijk leven geleid en een voorzichtige vergelijking
met Leonora Carrington kon ik niet
uit mijn gedachten bannen. Zo... nu was mijn interesse weer gewekt en ben ik helemaal
opnieuw begonnen en al vrij snel zat ik in het verhaal.
Marjon Nooij
Rauw
is al meteen een passende term die het verhaal uitstraalt en termen als dystopisch, hallucinant, surrealistisch, sciencefiction
avant la lettre, vooruitziendheid, klimaatverandering, postnucleair, apocalyptisch
en politiek getint zijn kenmerken
die elkaar razendsnel afwisselen en versterken. Bovenal geeft het een koud en
verontrustend gevoel.
In dit verhaal volgt de
lezer drie naamloze personen die in een bittere strijd geraken. De protagonist
is de ik-verteller en daarbij ga ik er meteen vanuit dat het ook een
onbetrouwbare verteller is. In een postnucleaire wereld transformeert alles in
een ijzige uitgestrektheid en alles lijkt in verval te komen. De hele
infrastructuur is ontregeld en werkelijk alles, maar dan ook werkelijk álles is
bevroren.
De ik-verteller raakt
volledig in de ban van een ongrijpbaar, zwijgzaam meisje met lange witte haren,
een bleek gelaat, haast transparant en 'zo
broos als glas'. Ze is echter van haar vrijheid beroofd door haar man, de
wachter genaamd, een potentaat die alles in het land wil beheersen met zijn
treiterende scepter. De hoofdpersoon blijft haar wanhopig volgen om te proberen
haar uit de greep van de wachter te verlossen. Hij raakt geobsedeerd door haar
kwetsbaarheid en gekwetst zijn en reist haar na over bevroren wateren,
ijsplaten en velden bedekt met ijs en sneeuw. Alles is wit en koud, maar hij is
ervan overtuigd dat als hij het meisje van
glas heeft gevonden, zal alles goed komen.
Onderweg komt hij van
alles tegen, maar wat het meest naar voren komt, is dat alles lijkt op te
houden, te vermorzelen en te verdwijnen in het ijs, zoals ook de huizen en de
steden. Oorlog teistert en verscheurt de maatschappij.
Soms twijfelt hij of alles
wel echt is, of het meisje wel echt is en of hij psychotische trekjes heeft of
hallucineert. Dit is nou precies wat deze verteller zo onbetrouwbaar maakt.
'De droom, hallucinatie of wat het ook was, had achteraf een diepgaande uitwerking op mij. Ik kon hem niet vergeten, kon de verheven intelligentie en integriteit van dat droomgezicht niet vergeten. Het had een gevoel van leegte achtergelaten, van verlies, alsof ik iets kostbaars dat werkelijk binnen mijn bereik was geweest had weggeworpen.'
Het verhaal heeft iets
Kafkaësks en doet me ook denken aan De plaats van Mario Levrero.
Steeds geeft het een gevoel van het dolen door een labyrint, zoeken naar een
doorgang en uitgang.
'Ik vroeg me af waar ik heen werd gebracht. Het gebouw was reusachtig groot, er kwam geen eind aan de kronkelende gangen. We passeerden valluiken die op kerkers uitkwamen, cellen die in de rots waren uitgehouwen. Langs de wanden van deze hokken gutste water, een of andere stinkende uitscheiding. Gevaarlijke treden leidden naar kerkers die nog dieper lagen. We gingen door verschillende enorme dubbele deuren, die werden geopend door de wachten die voor me liepen en werden dichtgeslagen door de wachten die achter me aan kwamen.'
Griezelig
actueel zijn de politiek getinte scènes:
'Een boot dreef ondersteboven, omgeven door wild zwaaiende handen en armen die worstelden om uit het water te komen. De mensen uit het bootje ernaast zwermden eroverheen, sloegen om zich heen, schopten, stampten op de handen die zich vastklemden, sloegen de drenkelingen weg. Zelfs de sterkste zwemmer zou in die ijskoude zee niet lang in leven kunnen blijven. Verschillende overbelaste, ondeskundig gehanteerde boten sloegen om en zonken. Sommige braken na een botsing in stukken. In de boten die bleven drijven verdrongen en vertrapten de opvarenden elkaar in zinloze paniek, sloegen met roeiriemen naar de zwemmers die zich probeerden vast te grijpen. Mensen die al stervende waren werden gebeukt en geslagen.'
'Het nieuws dat ik gedurende de vlucht hoorde bevestigde mijn ergste vrees. De wereldsituatie scheen de laatste, noodlottige fase in te gaan. De vernietiging van een groot aantal landen, waaronder mijn eigen vaderland, had de laatste belemmeringen weggenomen voor het militarisme van de overblijvende grote mogendheden, die zich tegenover elkaar hadden geplaatst, terwijl de kleinere landen zich bij een van beide aansloten. De twee voornaamste partijen beschikten over voorraden kernwapens die vele malen groter waren dan de hoeveelheid die nodig was om de vijand te vernietigen, waardoor de balans van de verschrikking precies in evenwicht leek te zijn.'
Het is geen gemakkelijk
boek, het eist veel aandacht, dat moge duidelijk zijn, maar ik zou er nog
heel veel meer over willen schrijven. Eigenlijk kun je je er het best in
onderdompelen en het ondergaan, en gaandeweg zullen er vanzelf wel een paar
lichtjes gaan branden. Niet alles is zoals het wordt gepresenteerd, maar probeer
niet meteen alles te begrijpen. Het komt vanzelf... of niet, maar laat je
vooral niet ontmoedigen. Ondanks - of juist dankzij - de complexiteit is het voor mij een maximale
score waard. De autobiografische elementen die als metaforen worden opgevoerd
zijn ronduit fascinerend en het is dan ook waardevol om je eerst te verdiepen
in de levensgeschiedenis van de auteur. Ondanks mijn aanvankelijke gevoel van
ontreddering ben ik blij dat ik heb doorgezet. Het is absoluut de moeite meer
dan waard.
Auke Hulst
beschrijft in het nawoord ook dat hij niet helder kan krijgen hoe hij deze
roman moet plaatsen - gelukkig... een medestander -, maar hij doet een poging
om vergelijkingen te zien en komt tot de conclusie dat het verhaal op meerdere
niveaus is te lezen.
Hij ziet het ijs als
metafoor voor de Koude Oorlog.
Misschien is het een
feministische roman en zijn de personages archetypen; een weerloos meisje en
twee mannen die om haar gunsten strijden, met als thema de onderdrukking van de
vrouw.
Staat het ijs wellicht als
metafoor voor de heroïne waar Kavan zo lang verslaafd aan is geweest?
Doris Lessing gaf als verklaring:
‘Het ijs is niet psychologisch of metafysisch ijs, het is de
eenzaamheid van de jeugd omgetoverd tot een fysieke realiteit.’ Hiermee doelt ze op de
autobiografische toetsen in het verhaal.

Anna Kavan
(geboren Helen Emily Woods; 10 april
1901 - 5 december 1968) was een Britse romanschrijver, schrijver en schilder
van korte verhalen. Oorspronkelijk publiceerde ze onder haar eerste getrouwde
naam, Helen Ferguson, in 1939 de
naam Anna Kavan, niet alleen als nom de
plume maar als haar wettelijke identiteit.
Kavan in Cannes,
Zuid-Frankrijk, het enige kind van een rijke Britse familie. Haar ouders reisden
vaak en Kavan groeide op in Europa en de Verenigde Staten. Als volwassene
herinnerde ze zich haar jeugd als eenzaam en verwaarloosd. Haar vader pleegde
zelfmoord in 1911. Na zijn dood keerde Kavan terug naar het Verenigd Koninkrijk
waar ze studeerde aan de Parsons Mead School in Ashstead en Malvern College in
Worcestershire.
Afgezien van de wens van
haar dochter om naar Oxford te gaan, arrangeerde haar moeder een ontmoeting met
haar vroegere geliefde, Donald Ferguson.
Helen Emily Woods huwde hem in 1920, een paar maanden voordat hij een positie
bij de spoorwegmaatschappij in Birma innam. Ze ging samen met haar man wonen,
begon te schrijven en bracht haar zoon Bryan ter wereld. In 1923 verliet Kavan
Ferguson en keerde terug met haar zoon naar het Verenigd Koninkrijk. Deze
biografische gebeurtenissen komen overeen met het onderliggende verhaal van
haar eerste Bildungsroman Let Me Alone
(1930) terwijl Who Are You? (1963),
geschreven in een Nouveau-Romaanse stijl, is een experimentele variant van haar
tijd in Birma.
Ze woonde alleen in Londen
in het midden van de jaren twintig en begon haar studie schilderen aan de
London Central School of Arts and Crafts, en bleef haar hele leven schilderen.
Kavan reisde regelmatig naar de Franse Rivièra waar ze werd voorgesteld aan
heroïne door coureurs waarmee ze het opnam. Vanaf dat moment moest haar spuit
haar 'bazooka' worden.
In 1928 scheidde ze van
Ferguson en trouwde ze met een kunstenaar genaamd Stuart Edmonds die ze in de buurt van Toulon had ontmoet. Ze
reisden samen door Frankrijk, Italië, Spanje en de Pyreneeën voordat ze zich in
Engeland vestigden. Een jaar later publiceerde ze haar eerste roman, A Charmed Circle, onder de naam Helen
Ferguson, gevolgd door nog vijf boeken in de komende acht jaar.
Kavan en Edmonds hadden
een dochter, Margaret, die kort na de geboorte stierf en vervolgens een kind
adopteerden dat zij Susanna noemden. In 1938, toen haar tweede huwelijk
eindigde, probeerde ze zelfmoord en werd ze opgenomen in een kliniek in
Zwitserland. Dit waren de eerste van wat zou zijn meerdere hospitalisaties en
asiel opsluitingen gedurende Kavan's leven voor zowel depressie en haar
levenslange heroïneverslaving.
(Zie verder bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Anna_Kavan)
Titel: Het ijs
Auteur: Anna Kavan
Vertaling: Marshall-Van
Wieringen
Pagina's: 208
ISBN: 9789020415544
Uitgeverij L.J. Veen
Klassiek
Verschenen: november 2017
Literatuur & Romans
Klassiekers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.