Recensie door Tea
van Lierop
Uitgeverij
Meulenhoff
‘Ze is diep in
slaap. De slaap van de onwetende’ (1982-6)
In gesprek met de
duivel
Dit is het tweede
boek dat ik las van deze auteur. Was ‘Sneeuwval’ al enigszins
bevreemdend en mooi tegelijk, ‘De schone slaapsters’ is zo
mogelijk nog meer bevreemdend. Probeer maar eens in de huid te
kruipen van ‘de oude heer Eguchi’, een 67 jarige Japanner, en een
huis te bezoeken waar je tegen betaling naast een slapend jong
maagdelijk meisje mag liggen. Zo’n huis is op zich al op z’n
minst apart en de haren zouden je te berge kunnen rijzen bij het
onderwerp, net zoals velen ervaren bij het lezen Lolita van Vladimir Nabokov.
In dit boek gaat het
over meer dan lichamelijke aftakeling en seksualiteit. Door zijn
bezoeken aan het huis van de schone slaapsters – waar hij elke keer
een ander jong meisje toegewezen krijgt – komen bij het zien en
ruiken van de meisjes herinneringen boven van vroeger. Een geur kan
een scala aan emoties oproepen uit het verleden, denk bijvoorbeeld
aan het ‘Madeleine effect’ van Marcel Proust. De bijna
hallucinante evocaties worden niet alleen ontlokt door zijn
zintuiglijke ervaringen, maar worden ook veroorzaakt en versterkt
door de slaaptabletten die worden verstrekt aan de gasten. Dit zijn
overigens andere pillen dan de meisjes toegediend krijgen.
In tegenstelling tot
de ander bezoekers van het huis, is meneer Eguchi nog mans genoeg,
voor hem is de verleiding groot om de meisjes niet met rust te laten.
Het houdt hem behoorlijk bezig en al mijmerend, dromend en
observerend slaat de onrust toe.
‘Hij deed zijn ogen dicht alsof hij in deze houding ook zelf om iets te bidden had. Maar wat was het anders dan het trieste van een oude man, die de handen van een slapend jong meisje vasthield? Het geluid van de nachtregen, die over een kalme zee begon neer te vallen, drong tot de oude heer Eguchi door.’ (1982-57)
De tussentijden van
de bezoeken worden steeds korter en grensoverschrijdend handelen ligt
op de loer. Hij maakt de lezer bijna voyeuristisch deelgenoot van wat
er allemaal te zien is en hoe zijn gedachten en fantasieën alle
kanten opgaan. Het zou ongemakkelijk over kunnen komen, maar dat is
bij mij in ieder geval niet gebeurd. Het blijft fictie en het is ook
belangrijk om rekening te houden met de Japanse cultuur, die wezenlijk anders is dan de Westerse cultuur. Ik sta nergens meer van
te kijken sinds ik de verzamelbundel De brug der dromen - Junichiro
Tanazaki las en ook De spiegel van de zonnegodin - Ian
Buruma geeft veel prijs van het voor ons exotisch aandoende
seksuele leven van de Japanner. Deze cultuur gaat eeuwen terug naar
de tijd dat er nog geloofd werd in natuurgoden. Ook op toneel zijn
daar nog voorbeelden van te zien.
In het nawoord van
vertaler C. Ouwehand wordt verduidelijkt waarom gekozen is voor de
titel De schone slaapsters in plaats van de letterlijke
vertaling De slapende schonen. Voor westerse lezers is ‘schone
slaapster’ een bekend motief. Niet dat dit boek vergeleken kan
worden met de afloop van Doornroosje, hoewel het boek aan het
einde een verrassende wending krijgt.
In dit wonderschone en uiterst
gevoelige boek waarvoor Kawabata in 1968 de Nobelprijs kreeg, speelt
de natuur een grote rol. Door het verhaal meanderen beschrijvingen
van bloeiende bloemen, de zee, de golven, de wind en de regen in
wisselende omstandigheden al naar gelang de seizoenen. Dit motief is
ook een handig handvat om de – enigszins ongemakkelijke –
gesprekken tussen de eigenaresse van ‘het huis’ en meneer Eguchi
vlotter te doen verlopen. Al keuvelend lopen ze dan naar de ‘geheime
kamer’, waar het slapende meisje ligt te wachten en worden vragen
beantwoord en huisregels duidelijk gemaakt.
bron |
Tenslotte is er het
Boeddha-motief
‘Of zou ze – als in oude verhalen- op een of andere manier een incarnatie van Boeddha kunnen zijn? Zelfs dát liet zich denken. Er waren toch ook verhalen over Boeddha die de gestalte van een meisje van plezier, van een hoer aannam?’ (1982-75)
Hopelijk zijn
bovenstaande woorden voldoende om lezers enthousiast te maken voor
deze klassieker. Er valt zoveel te ontdekken in dit ogenschijnlijk
eendimensionale boekje dat de verrassing groot zal zijn bij het
ervaren van de hoeveelheid details waarvan de auteur ons deelgenoot
maakt. In elk geval was Gabriel García Márquez zo onder de indruk
van dit boek dat hij 'Herinnering aan mijn droeve hoeren' (2004)
schreef als eerbetoon aan Kawabata. Márquez zei hierover: 'Het enige
boek dat ik zelf geschreven had willen hebben'.
De auteur
Yasunari Kawabata
(Japans: 川端
康成, Kawabata Yasunari) (Osaka, 11 juni 1899
- Zushi, 16 april 1972) was een Japans schrijver die in 1968 als
eerste Japanner (en tweede Aziaat) de Nobelprijs voor Literatuur won.
Zijn boeken worden nog steeds gelezen, ook buiten Japan. Hij was de
zoon van een arts. Na de vroege dood van zijn ouders werd hij
opgevoed door zijn grootvader en bezocht hij de openbare lagere en
middelbare school. Van 1920 tot 1924 studeerde hij aan de
universiteit van Tokio, waar hij zijn graad in de literatuur haalde.
Hij was een van de oprichters van het tijdschrift Bungei jidal, het
medium van een nieuwe beweging in de moderne Japanse literatuur. Hij
werd lid van de Kunstacademie van Japan in 1953 en in 1957 werd hij
benoemd tot voorzitter van de PEN-club van Japan. Op verschillende
internationale congressen was Kawabata de Japanse afgevaardigde voor
deze club. In 1959 ontving hij de Goethe-medaille in Frankfurt.
Kawabata maakte in 1972 een einde aan zijn leven.
Titel: De schone
slaapsters
Auteur: Yasunari
Kawabata
Uitgever: Meulenhoff
Vertaling: C.
Ouwehand
ISBN: 9789029012973
Pag.: 120
Genre: Fictie
Verschenen: Deze
editie 1982, oorspronkelijk 1961
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.