maandag 24 september 2018

William Faulkner - Terwijl ik al heenging


Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij De Bezige Bij


                                                                 ‘Mijn moeder is een vis’ 

                                                                 (kortste monoloog-Vardagam)*



Donkere gedachtestromen


In negenenvijftig monologen verteld door vijftien verschillende personen is het verhaal te destilleren dat William Faulkner wil overbrengen. Niet dat dit een eenvoudig, chronologisch opgebouwd boek is, integendeel, wel een heel intense beleving. Het nawoord van Maarten ‘t Hart geeft nog een extra dimensie aan deze vijfde roman van Faulkner.
Het verhaal op zich is eenvoudig samen te vatten in een paar regels. Een vrouw ligt op haar ziekbed, ze heeft nog maar kort te leven en haar wens is begraven te worden op haar geboortegrond, haar lijk moet ‘zo snel als ezels kunnen lopen’ naar Jefferson, Mississippi gebracht worden.

Met een flinke dosis verbeelding krijgen de personages gestalte door hun ‘stream of consciousness’, die veelal over hun mening van naasten gaat. Zo ontstaat er een lappendeken van informatie over het gedrag, de karakters, de verhoudingen onderling, het wonen en werken op het platteland en vanzelfsprekend duikt er ook wel eens een bekentenis op. Zo’n biecht is alleen voor de lezer bestemd en geeft kleur aan het, toch wel wat donker getint, verhaal.
Donker omdat het over het einde van het leven gaat, maar donker is ook de liefdeloosheid, het egoïsme, de angsten waarmee de personages worstelen.

De spil van het verhaal is Addie, de vrouw van Anse, die in haar bed toeziet hoe een van haar vier zoons, Cash, haar doodskist in elkaar timmert. Het geluid van het zagen van het hout geeft ritme en houvast aan het verhaal

Hij knielt en kijkt met één oog dichtgeknepen lang de randen , dan laat hij ze zakken en pakt de dissel op. Een goede timmerman. Addie Bundren zou zich geen betere kunnen wensen, geen betere kist om in te liggen. Er zal iets zekers en geruststellend voor haar vanuit gaan. Ik loop door naar het huis, vergezeld van het

Tsjak. Tsjak. Tsjak.

van de dissel.’(blz 80)

De kinderen hebben allemaal hun plaats in het gezin, de één geeft meer om hun zieke moeder dan de ander. In één van de monologen is Addie, die dan al gestorven is, zelf aan het woord. Hierin worden een aantal zaken opgehelderd, waardoor de vertelling en de personages ineens in een totaal ander daglicht komen te staan. Die verschuiving van het perspectief bij het wisselen van de personages speelt elke keer wel een rol, maar bij deze ene monoloog was het als een donderslag bij heldere hemel.
Doordat er over dezelfde situaties door verschillende figuren gesproken wordt, krijg je als lezer al snel meer of minder vertrouwen in bepaalde familieleden. Proberen je te identificeren met een van de personages is niet altijd eenvoudig. Met de enige dochter, Dewey Dell, in elk geval niet op de eerste plaats. Zij is vooral erg met zichzelf bezig, een pubermeisje met een obsessie voor seks.

De tocht naar de Addie’s geboortegrond wordt er eentje met hindernissen met als belangrijkste obstakel het wassende water van de rivier en daarmee de onmogelijkheid op de normale manier over te steken. De brug kan niet meer gebruikt worden. De rivier als overweldigende stroom water past wonderwel bij de ‘stream of consciousness’ van de vertellers. Beiden zijn oncontroleerbaar, ze gaan hun eigen weg. 

Bron: Pinterest

Met hangen en wurgen wordt de kist toch de rivier overgebracht. De manier waarop het tafereel wordt beschreven doet apocalyptisch aan, maar tegelijk ook tragikomisch omdat behalve aan het menselijk en dierlijk leed ook aandacht geschonken wordt aan het zoekgeraakte gereedschap. Cash had zijn hele gereedschapskist mee om nog een klusje te kunnen uitvoeren, zo wordt de begrafenistocht naar Jefferson gebruikt om de kas te spekken. Maar alles loopt anders, de timmerman raakt ernstig gewond bij de dramatische gebeurtenis. Lees welke creatieve ‘medische’ behandelmethode wordt toegepast. 

Voor de liefhebber is er voldoende te ontdekken in dit boek, op de achterflap wordt vermeld dat de titel van het boek ontleend is aan de Odyssee,

waar de geest van Agamemmon tegen Odysseus zegt: ‘Zij gunde zich zelfs geen tijd mij de ogen te sluiten en de mond terwijl ik al heenging...’’

Deze bijzondere klassieker heb ik met veel plezier gelezen, ik vond hem iets toegankelijker dan Absalom, Absalom! (1936), kon me met Darl en Cash wel een beetje identificeren en vond de mix van de zeer donkere, tragische gebeurtenissen met de soms absurde monologen (Anse ziet kans valse tanden te kopen nu zijn vrouw dood is!) goed gedoseerd.
De kortste monoloog die bovenaan vermeld staat is een knap staaltje fantasie. Lees wat er allemaal geschreven wordt over die kist en let daarbij vooral op de hoofdrol die weggelegd is voor Addie.

De auteur

William Cuthbert Faulkner (New Albany (Mississippi), 25 september 1897 - Oxford (Mississippi), 6 juli 1962) was een schrijver uit Mississippi en winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur in 1949. Hoewel zijn werken soms uitdagend of zelfs moeilijk zijn, wordt hij over het algemeen beschouwd als één van belangrijkste fictieschrijvers van de Verenigde Staten.

William Faulkner schreef werken van psychologisch dramatische en emotionele diepte. Zoals veel auteurs leed hij aan de afgunst en de minachting van anderen. Hij werd beschouwd als de stilistische rivaal van Ernest Hemingway (zijn lange zinnen contrasteren met de korte "minimalistische" stijl van Hemingway). Hij wordt ook door sommigen beschouwd als de enige ware Amerikaanse modernistische schrijver van de prozafictie van de jaren 30, die de experimentele traditie volgde van Europese schrijvers zoals James JoyceVirginia Woolf en Marcel Proust.

Het lezen van het werk van Faulkner is soms een inspanning. Naast de schrijverstechniek van de 'stream of consciousness' maakt de schrijver vaak gebruik van meerdere vertellers. Ook introduceert hij soms kort een personage om hem/haar later voor te stellen en uit te werken. Deze schrijfwijze, gecombineerd met een grote eruditie, maakt het soms de lezer moeilijk meteen zijn werk te doorgronden en te doorzien hoe de onderlinge relaties van de hoofdrolspelers in het werk met elkaar samenhangen. (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/William_Faulkner)



Titel: Terwijl ik al heenging
Titel oorspronkelijk: As I Lay Dying (1930)
Auteur: William Faulkner
Vertaler: Rien Verhoef
ISBN: 9023423453
Pag.: 226
Genre: literaire fictie
Verschenen: 1987 (deze editie)


* Vardagam is één van de 4 zoons, de anderen zijn: Cash, Jewel en Darl. (citaat blz. 71)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.