Uitgeverij Polis
Natuurlijk
en poëtisch….
Bejubeld
Deze dubbelroman van Alfons de Ridder, alias Willem Elsschot, is een ode aan kleinzoon Tsjip, die bejubeld wordt op een bekende en deels ook nog onbekende Elsschot. We nemen aan dat schrijven voor Elsschot niets meer of minder betekende dan zijn dagelijks leven op te tekenen.
Door het lezen van dit boek kun je als lezer niet heen om de enorme liefde van de auteur voor zijn kleinzoon en ook dat Elsschot, met behoud van stijl, die gevoelens kan overbrengen. Houd de tissues gereed, die kunnen nodig zijn. Waren zijn vorige werken veelal humoristisch, ironisch of meer, hier spreekt de liefhebbende opa, vader en echtgenoot.
Deze dubbelroman van Alfons de Ridder, alias Willem Elsschot, is een ode aan kleinzoon Tsjip, die bejubeld wordt op een bekende en deels ook nog onbekende Elsschot. We nemen aan dat schrijven voor Elsschot niets meer of minder betekende dan zijn dagelijks leven op te tekenen.
Door het lezen van dit boek kun je als lezer niet heen om de enorme liefde van de auteur voor zijn kleinzoon en ook dat Elsschot, met behoud van stijl, die gevoelens kan overbrengen. Houd de tissues gereed, die kunnen nodig zijn. Waren zijn vorige werken veelal humoristisch, ironisch of meer, hier spreekt de liefhebbende opa, vader en echtgenoot.
Ook
dit deel is een gloednieuwe heruitgave. Een leeuw met Tsjip als
leeuwentemmer prijkt op de omslag, het nawoord is van Koen Rymenants.
Structuur
Het
boek is opgedragen ‘aan
mijn kleinzoon Jan Maniewski’, hierna
onmiddellijk gevolgd door een inleiding met de titel ‘Opdracht’,
daarna
de roman Tsjip. Het laatste gedeelte van Tsjip wordt gevormd door 3
hoofdstukken die samen ‘Achter
de schermen’
genoemd zijn. Hierin geeft Elsschot een inkijkje in zijn
schrijfproces, bijzonder interessant en ook humoristisch beschreven.
Daarna volgt De Leeuwentemmer.
Vreemdeling
‘Ik herinner me niet
precies meer hoe en wanneer de vreemdeling in huis gekomen is, maar
hij loopt hier nu voortdurend rond.’
Zo
begint
hoofdstuk 1 en zet meteen de toon. Je voelt het ongemak waarmee deze
vreemdeling het huiselijk ritme verstoort en zolang er geen openheid
van zaken gegeven wordt wat de precieze rol is van deze vreemdeling
wordt er om de hete brij heengelopen. De vreemdeling in kwestie is
een Pool, Bennek is zijn naam, en is in huis gehaald om te blokken
met Adele, de oudste dochter van Frans Laarmans. Bennek en Adele
zitten samen op de handelsschool en kunnen elkaar helpen met leren,
maar daar blijft het natuurlijk niet bij. Op de eerste de beste
bladzijde komt Elsschot met één van zijn bekende motieven op de
proppen, de Pool klapt zijn hakken tegen elkaar bij het begroeten,
dat is een van
de vele martiale
termen die gebruikt worden als motief of als metafoor. Elsschot maakt
graag gebruik van deze terminologie,
wat te denken van wapengekletter van lepels en vorken of
‘poortjesbenen’,
overgehouden uit zijn tijd bij de bereden artillerie en waar de
kinderen als kleuters tussendoor kropen.
Huwelijk
Wanneer
blijkt dat de vreemdeling dingt naar de hand van zijn dochter
verandert de situatie. Niet langer klinkt het gefluister van familie
en bekenden, maar wordt een bruiloft voorbereid. De locatie wordt de
‘residence
secondaire’ van de familie, dit huis bevindt zich aan zee. De plek
behoort al lang aan de familie en het weerzien van bekenden in
‘Vogelzang’ tijdens het drinken van een bier levert prachtige
beschrijvingen op.
‘Mathieu de aannemer met
vier van zijn metselaars die tevens maats van hem zijn en Buk die
niets doet en voor een ledig glas staat. Zij spuwen er lustig op los
zonder elkaar te raken en ik spuw dadelijk mee om te laten blijken
dat wij nog steeds broeders zijn.’ (blz.
78)
Tot de gasten behoren onder
anderen broer Karel en mijnheer Van Schoonbeke, beiden werden ook
opgevoerd in ‘Kaas’. Er wordt getrouwd in het gemeentehuis van
Coxyde, zonder veel toeters en bellen was dit snel gebeurd. De kerk
werd in eerste instantie overgeslagen, maar na enig overleg en
twijfel moest Adele in allerijl gedoopt en bijgespijkerd
worden in de catechismus en wordt er uiteindelijk toch in de kerk
getrouwd. Dit huwelijk kon zomaar niet meer ontbonden worden, ‘tot
de dood ons scheidt’.
Polen
Tot verdriet van de hele
familie vertrekt het stel naar hun nieuwe stek, Polen. Het is
politiek onrustig in Europa, de vrede van Versailles
in 1918 heeft bij de Duitsers kwaad bloed gezet. Elsschot stipt de dreiging
regelmatig aan en vindt Polen geen veilige plek voor zijn
dochter.
Uit Polen komt er plotseling
het bericht dat Adele zwanger is en zie hoe de vrouw van Laarmans zich de
rol aanmeet als toekomstige oma
‘En toen zijn de poppen
aan het dansen gegaan. De naaiwinkel was nog diezelfde avond weder
volop in actie en er wordt haakwerk geproduceerd als voor een heel
regiment kabouters. Het wit, roze en hemelsblauw verlichten onze
huiskamer zodat er geen bloemen meer in nodig zijn.’ (blz.
109)
Tsjip
Wanneer Jan in België
op bezoek is bij zijn grootouders loopt Laarmans met hem op de arm in
de tuin en worden
zij door de mussen begroet, dit levert hem de bijnaam Tsjip op. In
diezelfde tuin wordt ook, net als bij
Mozes, een Verbond
gesloten met de kleinzoon. Het
is in dit laatste hoofdstukje van Tsjip dat Laarmans zich van zijn
gevoelige kant laat zien en zich met liefde en engelengeduld zal
wijden aan zijn grootvaderschap.
In De
Leeuwentemmer
vertelt Laarmans de avonturen met zijn kleinzoon, dit doet hij in
briefvorm aan Walter, zijn oudste zoon. In de zo typerende stijl van
Elsschot wordt de lezer vermaakt met de vragen van een jochie aan
zijn opa. Een leeuw speelt hierin een belangrijke rol. Zoals een goed
opa betaamt moet hij antwoord geven op vragen over de sterkste, is
het Duitsland of de leeuw? Dit geeft de auteur de kans om iets te
ventileren over de positie van Duitsland.
Zinkend
schip
Behalve militaire metaforen
gebruikt Elsschot bijzonder veel beeldspraak uit de zeevaart. Het
geeft gevoelige onderwerpen een stoer tintje, doet denken aan die
bekende sterke snoepjes en een huilende schipper…
Het gezin Laarmans is als een
bemanning op een schip, dat zelfs een naam heeft: ‘Revolution’,
dit schip dreigt te zinken, of op zijn minst water te maken na de
scheiding van Adele en Bennek. Tsjip wordt toegekend aan de moeder,
maar wanneer hij na een vakantie bij zijn vader in Polen niet
terugkeert is Leiden in last. Uiteindelijk zal Adele het schip van de
ondergang redden.
Conclusie
Deze roman is tot nu toe mijn
meest favoriete van Elsschot. Andere titels zijn ook erg mooi, maar
deze laat me intens meeleven en genieten van de gevoelige Laarmans.
Niet alleen het kleinkind, maar het hele gezin wordt liefdevol bij
elkaar gehouden. Ook wanneer er eens een vergissing begaan is, blijft hij pal achter z’n gezin staan.
Over
de stijl hoef ik weinig meer te zeggen, die is - net als in zijn
andere werk - humoristisch, ironisch, vol metaforen, thema’s en
verwijzingen. Het poëtische zit vooral in beschrijvingen van de natuur en ik zou niet weten aan wie het boek niet besteed zou
zijn.
De
auteur
Willem
Elsschot (pseudoniem van Alphonsus Josephus de Ridder) (Antwerpen, 7
mei 1882 – aldaar, 31 mei 1960) was een Vlaamse romanschrijver en
dichter. Hij schreef poëzie en 750 pagina's proza, met als bekendste
titels Lijmen/Het been (roman, 1923 en 1938) en Kaas (roman, 1933).
Zijn beroep was reclameman. (bron: Wikipedia)
Titel: Tsjip/De
Leeuwentemmer
Auteur: Willem
Elsschot
Uitgever: Polis
ISBN: 9789463102575
Genre: literaire
roman
Pag.: 304
Verschenen: 2018
Schitterende recensie!
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Guido! Jij was er ook bij hè?
Verwijderen