Recensie door Truusje
Uitgeverij Cossee
Kent echte liefde
grenzen?
David Garnett (1892-1981) schreef dit debuut al in 1922 en de novelle werd meteen
als meesterwerk bestempeld.
De auteur maakte destijds deel uit van de Bloomsburygroep - die bestond uit
schrijvers, kunstenaars en intellectuelen - waar onder andere ook Virginia Woolf, haar echtgenoot Leonard Woolf, Vanessa en
Clive Bell, Lytton en James Strachey,
Joseph Conrad en de bi-seksuele Duncan Grant deel van uitmaakten. Garnett,
die de bijnaam Bunny had, kreeg een
relatie met Grant, die op zijn beurt weer een relatie had met Vanessa Bell. Uit
de relatie Grant-Bell werd een dochter, Angelika,
geboren. Garnett heeft zich een schandaal op de hals gehaald door later met
haar te trouwen.
Garnett's eerste vrouw was
indirect de aanleiding tot het schrijven van deze novelle. Zij heeft de
houtsnedes gemaakt die het boek illustreren.
´Toen hij haar een keer meenam naar een stukje bos
om haar jonge vosjes te laten zien – hij was ervan overtuigd dat die daar zaten
– troffen ze er geen dieren aan. Bunny grapte: ‘De enige kans die ik nu nog heb
op het zien van een vos is als jij er spontaan in een verandert.’ Al snel begon
hij zich te verdiepen in het gedrag van de vos, maar vooral in de schrijvers
die hem voorgingen. In 'Vrouw of vos'
noemt Garnett een van hen expliciet: Aesopus. De Griekse dichter schreef een
vijftal fabels waar de vos in voorkwam.'
De metamorfose
van een vrouw in een vos is het grondbeginsel van dit liefdevolle verhaal.
In 1915
schreef Kafka al over een jongen die
in een kever verandert in zijn boek ´De
gedaanteverwisseling´. En nóg veel eerder schreef Ovidius (43 v.Chr.-17 n.Chr.) met zijn ´Metamorphosen´ een boek vol
gedaanteverwisselingen. De Japanse mythologie kent ook veel verhalen met de vos
in de hoofdrol, maar die vertellen juist over de wisseling van vos naar mens.
In zijn boek haalt Garnett
de epische fabel 'Reinaert de vos'
aan, die al tijdens de middeleeuwen werd geschreven.
Een aantal leden van de Bloomsburygroep |
Het is begin
1880. Sylvia Fox - dat kan geen
toeval zijn - is getrouwd met haar eerste liefde, de welgestelde Richard Tebrick. Ze zijn immer samen,
genieten van elkaars gezelschap en wonen in een rustige buurt, op het
platteland in Oxfordshire.
Wanneer ze
besluiten een wandeling in het bos te maken, vindt er iets bijzonders plaats.
'Voordat ze de rand van het bosje
bereikten trok ze haar hand plotseling met fors geweld terug en schreeuwde,
waarop hij direct omkeek.
Waar een moment eerder zijn vrouw had
gestaan stond nu een kleine, felrode vos. Het dier keek hem smekend aan, zette
een stap of twee in zijn richting en hij zag direct dat het zijn vrouw was die
hem door de ogen van het dier aankeek.'
Na te zijn
bekomen van de eerste schrik, nestelt Sylvia zich tegen hem aan, zoekt zijn nabijheid en toont hem haar genegenheid. Zíj likt zijn gezicht, híj kust haar
snuit.
In de
veronderstelling dat de metamorfose slechts tijdelijk is, besluit hij de vos heimelijk
mee naar huis te nemen. Om niet gesnapt te worden door het personeel, vertelt hij
dat zijn vrouw onverwachts naar Londen is vertrokken en dat ook hij zal
vertrekken. Daarop stuurt hij ze met een extra maandloon de laan uit. Vanwege
zijn vrees voor de reactie van zijn honden op de vos, neemt hij á la minute het
besluit om de dieren dood te schieten.
De oude nanny
heeft echter zo haar bedenkingen, gaat op onderzoek uit en vindt de vos in
welke ze direct mevrouw Sylvia herkent. Uit angst door haar werkgever betrapt
te worden, verdwijnt ook zij met gezwinde spoed.
Richard doet
zijn uiterste best om goed voor zijn vrouw te zorgen. Hij borstelt en
vertroetelt haar, parfumeert haar om de penetrante vossengeur te maskeren, laat
haar bij zich in bed slapen, trekt haar haar kleding aan, geeft haar haar
lievelingseten en slaat de encyclopedie erop na om te zoeken naar
wetenswaardigheden over de vos.
'De[ze] voorliefde voor druiven wordt
zo duidelijk beschreven door Aesopus en in passages uit de Schrift dat het
opmerkelijk is dat meneer Tebrick er niet vanaf had geweten. [...] hij was
verheugd toen de encyclopedie het bij het rechte eind bleek te hebben wat de
belangrijkste details betrof. Zijn vosje deed zich er buitensporig tegoed aan
en kreeg er maar niet genoeg van, [...]. Haar geur nam hierdoor zo sterk af dat
hij er nauwelijks nog iets van merkte, op een enkele ochtend na voordat haar
toilet was gemaakt'.
In het begin
blijft hij zijn vrouw telkens zijn liefde en eeuwige trouw verklaren en
vermaakt het stel zich kostelijk met pianospel en kaartspelletjes. Maar ook
vossenbloed kruipt waar het niet gaan kan. Richard ziet met angst dat Sylvia
gebiologeerd raakt door haar duif in zijn kooitje. Het opgesloten zijn in hun huis begint
haar op te breken, waardoor ze verdrietig en lusteloos wordt. Ze wordt zich
steeds meer bewust van haar instincten, kan ze niet meer onderdrukken en gaat
ernaar handelen. Richard, die nog altijd gelooft in zijn onvoorwaardelijke
liefde voor haar, kan haar alleen nog maar volgen, wanneer zij zich niet meer
tegen laat houden. Hoe de relatie zich voort zal zetten, daar is hij zich op dat
moment nog niet bewust van.
'Toen hij de vijver naderde sprong ze
op het ijs, dat hem niet zou houden, en hoewel hij haar riep en smeekte terug te komen
schonk ze hem geen aandacht en bleef ze ronddraven, zo dicht bij de eenden als
ze durfde, maar ze was behoedzaam waar het ijs dunner werd. Uiteindelijk
belaagde ze zichzelf – ze begon haar kleren kapot te scheuren, slaagde erin
haar jasje uit te trekken met haar tanden, nam het in haar mond en propte het
in een gat in het ijs, waar hij er niet bij kon. Toen rende ze in de rondte,
een spiernaakte vos, zonder ook maar een blik te werpen op haar arme man die nu
zwijgend aan de kant stond, wanhopig en huiverend. Ze liet hem daar het
grootste gedeelte van de middag staan, tot hij verkleumd was tot op het bot en
geradbraakt van het toekijken.'
Dit
allegorische* verhaal zou tevens een sprookje of een fabel genoemd kunnen
worden. Het staat vast dat het een prachtig en subtiel verhaal is over onvoorwaardelijke liefde. Onwaarschijnlijk is het ook, maar als symboliek geeft het aan hoe relaties
kunnen veranderen en dat beide partijen daar anders over denken. De alwetende
verteller gaat er vanuit dat hij in alle waarheid het verhaal vertelt, daar is
geen speld tussen te krijgen. Hij zit ook écht op de stoel van de verteller en
richt zich soms tot de lezer vanuit de ik-vorm.
Het proza is
licht en eenvoudig te noemen, geen opgepoetste lange zinnen, maar helder en duidelijk
taalgebruik. Het verhaal staat heel centraal, zonder overbodige, afleidende
toevoegingen en zijwegen. Het is een ontroerende liefdesgeschiedenis, een
verhaal dat nazindert en je nog lang laat nadenken over liefde, loyaliteit,
(on)trouw, intens geluk en de onvermijdelijke pijn wanneer beide partijen een
ander doel nastreven.
Het verhaal is op meerdere niveaus te lezen. Genieten van
de fabel of dieper in het boek kruipen en de fabelachtige symboliek zoeken. De
keuze staat vrij.
Het
verhelderende nawoord van de vertaler - Irwan
Droog - heeft een grote toegevoegde waarde. Het geeft de lezer meer
informatie over het verhaal en de auteur, en geeft voorbeelden van een
mythische metafoor.
Ik heb genoten
van deze 'vergeten' klassieker. Als minpunt wilde ik opvoeren dat ik het boek
te dun vind, maar die mening heb ik herzien toen ik het boek dichtsloeg. Het is
mooi zo, helder, duidelijk en kernachtig. Ik heb weer een juweeltje op mijn
lijstje gezet.
Auteur
David (Bunny) Garnett (Brighton,
9 maart 1892 - Montcuq, 17 februari
1981) was een Brits schrijver en publicist. Als kind droeg hij een mantel van
konijnenbont en daaraan dankte hij de bijnaam Bunny, die zijn familie en
vrienden de rest van zijn leven zouden gebruiken,
Garnett was de zoon van de
schrijver Edward Garnett en Constance Black, een vertaalster van
met name Russische literatuur. Hij weigerde tijdens de Eerste Wereldoorlog
dienst op grond van gewetensbezwaren en bracht de oorlogsjaren door op een
boerderij in Suffolk, Sussex, waar
hij de kunstschilder Duncan Grant
leerde kennen. Grant was een van de leden van de Bloomsburygroep. Literaire erkenning kreeg Garnett met de
verschijning van zijn roman Lady into Fox
(1922). Hij begon een boekhandel nabij het British Museum en een eigen uitgeverij:
de Nonesuch Press. Zijn roman Aspects of
Love (1955) werd later door Andrew
Lloyd Webber tot een musical verwerkt.
Zijn eerste vrouw was Rachel Marchall (een zuster van Frances Partridge). Met haar kreeg hij
twee zonen, Richard en William. Zijn vrouw overleed evenwel op
jonge leeftijd aan de gevolgen van borstkanker. Garnett had ook seksuele
relaties met Duncan Grant en Francis
Birrell. Hij was op Charleston
Farmhouse aanwezig bij de geboorte van Angelica
Bell, de dochter van Vanessa Bell
en Duncan Grant en voorspelde toen dat hij later met haar zou trouwen. Tot
afschuw van haar ouders, gebeurde dat inderdaad in 1942 (de bruidegom toen net
50, de bruid 23). Zij kregen samen vier dochters (Amaryllis, Henriette en
de tweeling Nerissa en Frances). De oudste dochter Amaryllis
Garnett werd actrice.
Angelica en Bunny
scheidden in 1961 en daarna leefde Garnett in Frankrijk, waar hij uiteindelijk ook overleed.
Titel: Vrouw of vos
Oorspronkelijke titel:
Lady into fox
Auteur: David Garnett
Vertaling: Irwan Droog
Pagina's: 143
ISBN: 9789059367852
Uitgeverij Cossee
Verschenen: maart 2018
Oorspronkelijke uitgave:
1922
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.