dinsdag 11 september 2018

David Garnett - Vrouw of vos


Recensie door Truusje
Uitgeverij Cossee



Kent echte liefde grenzen?

David Garnett (1892-1981) schreef dit debuut al in 1922 en de novelle werd meteen als meesterwerk bestempeld. 
De auteur maakte destijds deel uit van de Bloomsburygroep - die bestond uit schrijvers, kunstenaars en intellectuelen - waar onder andere ook Virginia Woolf, haar echtgenoot Leonard Woolf, Vanessa en Clive Bell, Lytton en James Strachey, Joseph Conrad en de bi-seksuele Duncan Grant deel van uitmaakten. Garnett, die de bijnaam Bunny had, kreeg een relatie met Grant, die op zijn beurt weer een relatie had met Vanessa Bell. Uit de relatie Grant-Bell werd een dochter, Angelika, geboren. Garnett heeft zich een schandaal op de hals gehaald door later met haar te trouwen.

Garnett's eerste vrouw was indirect de aanleiding tot het schrijven van deze novelle. Zij heeft de houtsnedes gemaakt die het boek illustreren.

´Toen hij haar een keer meenam naar een stukje bos om haar jonge vosjes te laten zien – hij was ervan overtuigd dat die daar zaten – troffen ze er geen dieren aan. Bunny grapte: ‘De enige kans die ik nu nog heb op het zien van een vos is als jij er spontaan in een verandert.’ Al snel begon hij zich te verdiepen in het gedrag van de vos, maar vooral in de schrijvers die hem voorgingen. In 'Vrouw of vos' noemt Garnett een van hen expliciet: Aesopus. De Griekse dichter schreef een vijftal fabels waar de vos in voorkwam.'

De metamorfose van een vrouw in een vos is het grondbeginsel van dit liefdevolle verhaal.
In 1915 schreef Kafka al over een jongen die in een kever verandert in zijn boek ´De gedaanteverwisseling´. En nóg veel eerder schreef Ovidius (43 v.Chr.-17 n.Chr.) met zijn ´Metamorphosen´ een boek vol gedaanteverwisselingen. De Japanse mythologie kent ook veel verhalen met de vos in de hoofdrol, maar die vertellen juist over de wisseling van vos naar mens.
In zijn boek haalt Garnett de epische fabel 'Reinaert de vos' aan, die al tijdens de middeleeuwen werd geschreven.

Een aantal leden van de Bloomsburygroep 
Uitgeverij Cossee heeft onlangs het stof van deze klassieker geblazen en het dit jaar in een frisse vertaling uitgebracht, zodat ook wij nu eindelijk, bijna honderd jaar na dato, kunnen genieten van dit sublieme kleinood. Het werd uitgeroepen tot boek van de maand bij DWDD.

Het verhaal

Het is begin 1880. Sylvia Fox - dat kan geen toeval zijn - is getrouwd met haar eerste liefde, de welgestelde Richard Tebrick. Ze zijn immer samen, genieten van elkaars gezelschap en wonen in een rustige buurt, op het platteland in Oxfordshire.
Wanneer ze besluiten een wandeling in het bos te maken, vindt er iets bijzonders plaats.

'Voordat ze de rand van het bosje bereikten trok ze haar hand plotseling met fors geweld terug en schreeuwde, waarop hij direct omkeek.
Waar een moment eerder zijn vrouw had gestaan stond nu een kleine, felrode vos. Het dier keek hem smekend aan, zette een stap of twee in zijn richting en hij zag direct dat het zijn vrouw was die hem door de ogen van het dier aankeek.'

Na te zijn bekomen van de eerste schrik, nestelt Sylvia zich tegen hem aan, zoekt zijn nabijheid en toont hem haar genegenheid. Zíj likt zijn gezicht, híj kust haar snuit.
In de veronderstelling dat de metamorfose slechts tijdelijk is, besluit hij de vos heimelijk mee naar huis te nemen. Om niet gesnapt te worden door het personeel, vertelt hij dat zijn vrouw onverwachts naar Londen is vertrokken en dat ook hij zal vertrekken. Daarop stuurt hij ze met een extra maandloon de laan uit. Vanwege zijn vrees voor de reactie van zijn honden op de vos, neemt hij á la minute het besluit om de dieren dood te schieten.
De oude nanny heeft echter zo haar bedenkingen, gaat op onderzoek uit en vindt de vos in welke ze direct mevrouw Sylvia herkent. Uit angst door haar werkgever betrapt te worden, verdwijnt ook zij met gezwinde spoed.

Richard doet zijn uiterste best om goed voor zijn vrouw te zorgen. Hij borstelt en vertroetelt haar, parfumeert haar om de penetrante vossengeur te maskeren, laat haar bij zich in bed slapen, trekt haar haar kleding aan, geeft haar haar lievelingseten en slaat de encyclopedie erop na om te zoeken naar wetenswaardigheden over de vos.

'De[ze] voorliefde voor druiven wordt zo duidelijk beschreven door Aesopus en in passages uit de Schrift dat het opmerkelijk is dat meneer Tebrick er niet vanaf had geweten. [...] hij was verheugd toen de encyclopedie het bij het rechte eind bleek te hebben wat de belangrijkste details betrof. Zijn vosje deed zich er buitensporig tegoed aan en kreeg er maar niet genoeg van, [...]. Haar geur nam hierdoor zo sterk af dat hij er nauwelijks nog iets van merkte, op een enkele ochtend na voordat haar toilet was gemaakt'.

In het begin blijft hij zijn vrouw telkens zijn liefde en eeuwige trouw verklaren en vermaakt het stel zich kostelijk met pianospel en kaartspelletjes. Maar ook vossenbloed kruipt waar het niet gaan kan. Richard ziet met angst dat Sylvia gebiologeerd raakt door haar duif in zijn kooitje. Het opgesloten zijn in hun huis begint haar op te breken, waardoor ze verdrietig en lusteloos wordt. Ze wordt zich steeds meer bewust van haar instincten, kan ze niet meer onderdrukken en gaat ernaar handelen. Richard, die nog altijd gelooft in zijn onvoorwaardelijke liefde voor haar, kan haar alleen nog maar volgen, wanneer zij zich niet meer tegen laat houden. Hoe de relatie zich voort zal zetten, daar is hij zich op dat moment nog niet bewust van.

'Toen hij de vijver naderde sprong ze op het ijs, dat hem niet zou houden, en hoewel hij haar riep en smeekte terug te komen schonk ze hem geen aandacht en bleef ze ronddraven, zo dicht bij de eenden als ze durfde, maar ze was behoedzaam waar het ijs dunner werd. Uiteindelijk belaagde ze zichzelf – ze begon haar kleren kapot te scheuren, slaagde erin haar jasje uit te trekken met haar tanden, nam het in haar mond en propte het in een gat in het ijs, waar hij er niet bij kon. Toen rende ze in de rondte, een spiernaakte vos, zonder ook maar een blik te werpen op haar arme man die nu zwijgend aan de kant stond, wanhopig en huiverend. Ze liet hem daar het grootste gedeelte van de middag staan, tot hij verkleumd was tot op het bot en geradbraakt van het toekijken.'

Dit allegorische* verhaal zou tevens een sprookje of een fabel genoemd kunnen worden. Het staat vast dat het een prachtig en subtiel verhaal is over onvoorwaardelijke liefde. Onwaarschijnlijk is het ook, maar als symboliek geeft het aan hoe relaties kunnen veranderen en dat beide partijen daar anders over denken. De alwetende verteller gaat er vanuit dat hij in alle waarheid het verhaal vertelt, daar is geen speld tussen te krijgen. Hij zit ook écht op de stoel van de verteller en richt zich soms tot de lezer vanuit de ik-vorm.

Het proza is licht en eenvoudig te noemen, geen opgepoetste lange zinnen, maar helder en duidelijk taalgebruik. Het verhaal staat heel centraal, zonder overbodige, afleidende toevoegingen en zijwegen. Het is een ontroerende liefdesgeschiedenis, een verhaal dat nazindert en je nog lang laat nadenken over liefde, loyaliteit, (on)trouw, intens geluk en de onvermijdelijke pijn wanneer beide partijen een ander doel nastreven. 
Het verhaal is op meerdere niveaus te lezen. Genieten van de fabel of dieper in het boek kruipen en de fabelachtige symboliek zoeken. De keuze staat vrij.

Het verhelderende nawoord van de vertaler - Irwan Droog - heeft een grote toegevoegde waarde. Het geeft de lezer meer informatie over het verhaal en de auteur, en geeft voorbeelden van een mythische metafoor.

Ik heb genoten van deze 'vergeten' klassieker. Als minpunt wilde ik opvoeren dat ik het boek te dun vind, maar die mening heb ik herzien toen ik het boek dichtsloeg. Het is mooi zo, helder, duidelijk en kernachtig. Ik heb weer een juweeltje op mijn lijstje gezet.


Auteur

David (Bunny) Garnett (Brighton, 9 maart 1892 - Montcuq, 17 februari 1981) was een Brits schrijver en publicist. Als kind droeg hij een mantel van konijnenbont en daaraan dankte hij de bijnaam Bunny, die zijn familie en vrienden de rest van zijn leven zouden gebruiken,
Garnett was de zoon van de schrijver Edward Garnett en Constance Black, een vertaalster van met name Russische literatuur. Hij weigerde tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst op grond van gewetensbezwaren en bracht de oorlogsjaren door op een boerderij in Suffolk, Sussex, waar hij de kunstschilder Duncan Grant leerde kennen. Grant was een van de leden van de Bloomsburygroep. Literaire erkenning kreeg Garnett met de verschijning van zijn roman Lady into Fox (1922). Hij begon een boekhandel nabij het British Museum en een eigen uitgeverij: de Nonesuch Press. Zijn roman Aspects of Love (1955) werd later door Andrew Lloyd Webber tot een musical verwerkt.
Zijn eerste vrouw was Rachel Marchall (een zuster van Frances Partridge). Met haar kreeg hij twee zonen, Richard en William. Zijn vrouw overleed evenwel op jonge leeftijd aan de gevolgen van borstkanker. Garnett had ook seksuele relaties met Duncan Grant en Francis Birrell. Hij was op Charleston Farmhouse aanwezig bij de geboorte van Angelica Bell, de dochter van Vanessa Bell en Duncan Grant en voorspelde toen dat hij later met haar zou trouwen. Tot afschuw van haar ouders, gebeurde dat inderdaad in 1942 (de bruidegom toen net 50, de bruid 23). Zij kregen samen vier dochters (Amaryllis, Henriette en de tweeling Nerissa en Frances). De oudste dochter Amaryllis Garnett werd actrice.
Angelica en Bunny scheidden in 1961 en daarna leefde Garnett in Frankrijk, waar hij uiteindelijk ook overleed.

Titel: Vrouw of vos
Oorspronkelijke titel: Lady into fox
Auteur: David Garnett
Vertaling: Irwan Droog
Pagina's: 143
ISBN: 9789059367852
Uitgeverij Cossee
Verschenen: maart 2018
Oorspronkelijke uitgave: 1922

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.