Gastrecensie Roosje
Beoordeling 4 sterren
Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep
In deze novelle ontmoeten vier mannen
elkaar; hun gemeenschappelijke passie geldt het schaakspel. Drie verhalen
vinden hun weg naar de lezer in dit korte bestek van 88 pagina’s.
De naamloze
verteller van deze novelle reist met een grote oceaanstomer van
‘Want
Czentovics intellectuele vermogen leken hem een dergelijk schitterende carrière
op geen enkele manier in het vooruitzicht te stellen. Algauw lekte het geheim
uit, dat deze schaakmeester in zijn privéleven niet in staat was in welke taal
dan ook een zin zonder spelfouten te schrijven, en zoals een van zijn geëerde
collega’s verbitterd spotte: ‘Zijn gebrek aan ontwikkeling was op alle
terreinen universeel.’’ (p. 6).
Het levensverhaal van Czentovic doet de
naamloze verteller ons uit de doeken: hoe zijn schaaktalent per ongeluk ontdekt
wordt en hoe hij dat talent verder ontwikkeld heeft. Hij is een geweldige
speler maar hij heeft een groot gebrek: hij kan niet blind schaken: hij kent geen enkel spel
uit zijn hoofd. Dat is voor een goed schaker zeer ongewoon. Dit is het eerste
verhaal.
Een derde figuur is de Schot McConnor. Deze biedt de schaakgrootmeester geld om een partij
te mogen spelen, met zijn drieën. Het tweetal matige schakers verliest als
vanzelfsprekend de eerste partij. Revanche wil Czentovic hun wel geven tegen de
betaling van wederom een flinke som geld. In deze partij krijgt het tweetal
hulp van een - uiterst beminnelijke - vierde man, die evenals de verteller
anoniem blijft en dr. B genoemd
wordt; hij stamt uit een aanzienlijk Oudoostenrijke familie. Dat helpen doet
dr. B zo goed dat Czentovic remise aanbiedt. Bovendien wil hij nog een derde,
beslissende, partij spelen. McConnor wil dat de anonieme schaker het in zijn
eentje opneemt tegen Czentovic.
De vierde man protesteert heftig:
‘Dat
is volstrekt uitgesloten... ik kom helemaal niet in aanmerking... ik heb in
geen twintig, nee, vijfentwintig jaar aan een schaakbord gezeten... en ik zie
nu pas, hoe onbehoorlijk ik me heb gedragen, door me zonder uw toestemming in
het spel te mengen...’ (p.34)
Dit verhaal van de schaakpartijen met
Czentovic is het tweede verhaal in de novelle.
Het derde verhaal is dat wat de vierde man
aan de naamloze verteller vertelt wanneer de laatste hem probeert over te halen
de derde en beslissende partij tegen Czentovic te spelen. Net als Czentovic is
dr. B. een wonderlijke en wereldvreemde schaker. Hij is niet op de hoogte van
de huidige stand van de schaakzaken. Hij had voor het laatst geschaakt tijdens
zijn gymnasiumjaren en schaken heeft hem verder nooit geïnteresseerd. Toch zegt
hij:
‘‘Veel
met schaken beziggehouden! God weet dat ik dat wel mag zeggen, dat ik me veel
met schaken heb beziggehouden. Maar dat gebeurde onder speciale, ja volkomen
unieke omstandigheden. Dat was een tamelijk gecompliceerde geschiedenis, die
misschien wel zou kunnen gelden als kleine bijdrage tot onze dierbare grootse
tijd. Als u een halfuur heeft...’’ (p.39)....
.....dan zal hij dit evenzeer wonderlijke
verhaal vertellen, dat zich voordeed tijdens zijn gevangenschap en ondervraging
door de Gestapo.
Spoileren of niet?
Op dit punt aarzel ik of ik nu dat
wonderlijke en paranoïde verhaal van de gevangen dr. B moet gaan vertellen.
Maar dat ga ik niet doen, want ik wil het plezier van toekomstige lezers niet
vergallen. Wat ik nog wel kan
zeggen dat dr. B onder ongewone omstandigheden een schaakpartij van de Dood, in
de gedaante van de Gestapo, won. Daarmee werd zijn leven gespaard maar de tol
die hij moest betalen was hoog.
Verschillende schaakspelers
Drie verhalen over het schaakspel in een
kleine novelle. En twee heel bijzondere schakers, die elkaars volstrekte
tegendeel zijn. De een is een uiterst simpele bijna eendimensionale mens; de
ander een uiterst gecompliceerd mens, op het paranoïde af.
De verteller is het hechtmiddel tussen de
verschillende verhalen en de verschillende mensen. Verhalen met diepte en
verschillende lagen.
Stijl
Ik kan er niet precies de vinger opleggen
en ik weet niet of het door de vertaler komt of dat Zweigs Duits zo is, maar ik
vind de schrijfstijl een beetje stroef. Ik moest vaak een alinea nog eens
overlezen voor ik goed doorhad wat er nu stond. Misschien is de vertaling een
beetje vormelijk? Als ik de stijl van deze novelle bijvoorbeeld vergelijk met de
uiterst elegante en soepele zinnen van Thomas Mann in De Buddenbrooks, dan is dat echt een wereld van verschil. Dan
geef mij maar Thomas Mann!
Maar de structuur van deze korte novelle en
het aantal curieuze zaken dat verhaald wordt zijn fenomenaal: een échte klassieker is deze Schaaknovelle van Stefan Zweig!
De auteur
Stefan
Zweig (Wenen, 28 november 1881 – Petrópolis (bij Rio de Janeiro), Brazilië, 22 februari 1942) werd in een welgestelde Joodse familie
geboren. De familie was niet religieus en Stefan Zweig noemde zich later een
"Jood door toeval". Al tijdens zijn studie gaf hij gedichten uit die
de invloed van Rainer Maria Rilke en Hugo von Hofmannsthal laten zien. In 1904
verscheen zijn eerste novelle, het genre waarmee hij zijn grootste roem zou
verwerven.
Die
Welt von Gestern, de kort voor zijn zelfmoord
geschreven autobiografie van Stefan Zweig, wordt vandaag de dag gezien als een
van de meest treffende en best geschreven tijdsbeelden van de periode 1900-1940.
Auteur: Stefan Zweig
Titel: Schaaknovelle
Oorspronkelijke titel: Schachnovelle
Vetaald door: Willem van Toorn
Pagina's: 88
ISBN13 9789025308056
Uitgever: Athenaeum-Polak & Van Gennep
Verschijningsdatum: juni 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.