Beoordeling 4 sterren
Uitgeverij Voetnoot Publishers
Met de deur in huis vallen
Deze bundel bevat tien korte verhalen van
wisselende lengte van de Tsjechische filmmaker Pavel Juráček (1935-1989). De
verhalen gaan over gewone mensen in gewone plekken, meestal op het platteland
met al hun grote en kleine zorgen, wantrouwen, roddels en achterklap,
verlangens, jaloezietjes op buren en dorpsgenoten, woedeuitbarstingen, dronkenschappen en
verzoeningen. Het zijn allergewoonste mensen: hardwerkende ambachtslui,
argeloze studenten, alleenstaande moeders, bezorgde moeders. Maar in een enkel
verhaal komt het communisme ter sprake. Maar op een heel gewone manier, beetje
zijdelings, of eigenlijk heeft dat communisme zich gewoon aangepast aan de bestaande dorpscultuur. Het gaat niet
om het communisme, het gaat om hoe de mensen dat ingekapseld hebben in hun
dagelijkse bestaan.
‘Een straat zonder ambitie’
Laten we het langste verhaal en naamgever
aan de bundel wat nader beschouwen. **-
Er staan wel wat spoilers in -.** ‘Een straat zonder ambitie’ is de titel;
het gaat over een alledaagse straat in een klein dorp ergens op het platteland
niet ver van Praag, Het verhaal laat zich vertellen als de straat met zijn
bewoners: als een draad met kralen, die trouwens wel een ronde ketting vormen.
Eerst komt de schoenmaker in beeld met de vrachtwagenchauffeur. De schoenmaker
voelt zich een magere minkukel naast de stoere vrachtwagenchauffeur. Zijn
werkplaats bezoekt ook de mooie serveerster, een alleenstaande moeder, die door
de vrouwen in het dorp met argusogen wordt bekeken en door de mannen achterna
gejaagd wordt. Dan komt de schoenmakerszoon, een perverterende student in
beeld, die een stevig oogje heeft op de serveerster. Later in het verhaal komen
die twee romantischer wijze nader tot elkaar. De vrachtrijder laat zich in de
loop van het verhaal van zijn minder goede kant zien; dat komt door zijn
verregaande staat van dronkenschap. De moeder van de student vertoont zich ‘in
a split second’ onverzoenlijk tegenover haar losbol van een zoon. Hij moet
thuiskomen om te werken. Even komt de landbouwcommune om de hoek kijken, maar
die speelt geen rol van betekenis. Daarna dreigt de serveerster te gaan trouwen
met de vader van haar zoon, zes jaar na dato. Die vader is inmiddels
afgestudeerd en wil vrouw en zoon meetronen naar Praag. Zij mag / moet dan
opzitten en pootjes geven; daar heeft de zelfstandige vrouw helemaal geen zin.
Het huwelijk wordt tot opluchting van het manlijke deel van het dorp
afgeblazen. De vrachtrijder verzoent zich met zijn minder stoere vrachtwagen en
met een dorpsgenoot wiens zoon hij de tanden heeft uitgeslagen in die bewuste
dronken bui. In deze situatie was trouwens de schoenmaker de grote held; hij
sloeg de agressieve vrachtrijder neer met een zweep die nog toevallig bij hem
aan de kapstok hing: de sukkel werd voor even een machtige held.
Het verhaal eindigt waar het begon: met de
vrachtrijder die zijn wagen met een ferme trap op de rem laat stoppen voor de
werkplaats van de schoenmaker. De eerste barst van het zelfvertrouwen en de luim, de tweede is een
beetje pissig om al die herrie. Eind goed al goed.
Schrijfstijl
De toon van Pavel Juráček is niet zwaar
en licht ironisch, misschien zelfs zwemend naar absurdisme. Wat opvalt is zijn
liefdevolle blik op de gewone mensen die maar moeten ‘dealen’ met hun leven.
Hij heeft veel oog voor detail; zijn opmerkingsgave is groot. Pavel Juráček gebruikt
tegenstellingen om de dynamiek en het ‘zwemend absurdisme’ te vergroten, zie
ook hierboven: stoer - sukkel; man - vrouw; student-arbeider; dorp - stad;
praatjesmaker - gewoon-duinenrij; authentiek - mooie sier willen maken.
Achtergrond en nawoord
De verhalen zijn geschreven in de jaren
vijftig van de vorige eeuw. Pavel Juráček's zoon kwam ermee aanzetten in 2014 toen
hij het archief van zijn vader overhandigde aan de Václav Havel Bibliotheek in
Praag. Het archief had voor het grootste deel betrekking op de filmcarrière van
zijn vader, regisseur en dramaturg binnen de ‘new wave’ van de Tsjechoslowaakse
film van de jaren zestig. Pavel Juracek zelf was de zoon van een alleenstaande
moeder (zie het verhaal hierboven); hij groeide op in een dorp in de buurt van
Praag. Hij was als student nogal een losbol. Hij begon als journalist bij een
plaatselijke krant maar studeerde daarna aan de beroemde Praagse filmacademie.
Na het einde van de Praagse lente was het voor Pavel Juráček ook zo’n beetje
schluss. Hij voelde zich niet thuis onder de dissidenten al was hij wel
bevriend met Václav Havel. Omdat hij Charta 77, dat het opnam voor de
mensenrechten, ondertekende moest hij emigreren naar Duitsland. Na zes jaar
keerde hij gedesillusioneerd naar huis en hij overleed nog voor de Val van de
Muur.
Edgar de Bruin schrijft in zijn nawoord ook
nog dat de deze verhalen van Juracek niet bedoeld waren om gepubliceerd te
worden en dat ze daarom ook niet gepolijst zijn en niet geredigeerd. Ze hebben
een deels autobiografische context.
Samen met anderen zit Edgar de Bruin in de
redactie van de reeks ‘Moldaviet’, die Tjechische literatuur vertaalt en
uitbrengt bij Uitgeverij Voetnoot. Een bijzonder project!
Auteur
Pavel
Juráček (1935-1989) was een Tsjechische schrijver en filmmaker. Hij maakte deel
uit van de Tsjechoslowaakse New Wave.
Auteur: Pavel Juráček
Categorie: Literaire
verhalenbundel
Vertaald door: Edgar de Bruin
Vertaald door: Edgar de Bruin
ISBN:
9789491738272
Uitgeverij
Voetnoot Publishers, reeks 'Moldaviet'
Verschenen:
december 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.