Uitgeverij De Bezige Bij
Beeld
van een moeder
De titel
Narziss en Goldmund alleen roept al vragen op. Is de Narziss een literaire
‘reïncarnatie’ van Narcissus uit Metamorphosen van Ovidius? In hoeverre is
Goldmund, gouden mond, de wedergeboorte van de heilige Johannes Chrysostomus
(345 – 407) of van de Grieks-Romeinse filosoof en redenaar Dion Chrysostomus (±
40 - ± 120)? Hesse beantwoordt deze vragen, en nog veel meer vragen, in de loop
van Narziss en Goldmund. Vrijwel aan het begin maakt Hesse duidelijk dat
Narziss inderdaad zelf ingenomen is, zeer intelligent is en door iedereen
geliefd wordt. Het is echter Goldmund die in het verdere verloop van het
verhaal meerdere keren tevreden naar zijn eigen spiegelbeeld kijkt. De
patroonheilige van Goldmund is de heilige Johannes Chrysostomus en is het de
levensstijl van Narziss die nog het meest op die van de heilige lijkt. Het
zwerven van Goldmund komt dan weer het meest overeen met het leven van de
verbannen filosoof-redenaar, maar is Narziss in zijn taalgebruik vaak niet meer
dan een sofist.
Door het
eerlijk ‘verdelen’ van eigenschappen van (literair) historische figuren tussen
Narziss en Goldmund geeft Hesse op ingenieuze wijze aan hoe lastig, zo niet
onmogelijk het is, om een evenwicht te vinden in ons zelf tussen een leven van
teruggetrokken contemplatie als ene uiterste en volop genieten en lijden midden
in het leven staand als andere uiterste. Deze (bijna) onmogelijke balanceer act
werkt Hesse verder uit aan de hand van het Grieks mythologische broederpaar
Apollo en Dionysus, zoals dit ook door onder ander Nietzsche is gedaan. Met
manlijkheid, logica, ratio, ordening, contemplatie, vernietiging, leiderschap
aan de ene kant en vrouwelijkheid, emotie, ethiek, esthetiek, creatie,
levenslust, en onderschikking aan de andere kant.
Het verhaal
speelt zich af in Duitsland in de Middeleeuwen en begint met de aankomst van
Goldmund en zijn vader bij het klooster Mariabronn. Goldmund is dan ongeveer
dertien jaren jong en staat aan het begin van zijn middelbare schooltijd en
heeft de innige wens, op aandringen van zijn vader, om geestelijke te worden.
Al snel sluiten Goldmund en de twee jaar oudere Narziss een voor beiden
ongemakkelijke vriendschap. Narziss heeft homo-erotische gevoelens voor
Goldmund, maar net als zijn naamgenoot uit Metamorphosen wil hij niet toegeven
aan zijn verliefdheid voor anderen. Goldmund zoekt kameraadschap op basis van
gelijkheid, maar krijgt een vriend die beter dan hijzelf weet wie en wat hij is
en zal worden. De vriendschap brengt hen alle twee veel vreugde en plezier,
maar ook lijden en pijn.
Wanneer
Goldmund 17-18 jaar is gaat hij op verzoek van een monnik kruiden plukken in de
bossen buiten het klooster. Hij ontmoet tijdens deze trip een vrouw, die hem
verleidt en met wie hij de liefde bedrijft. Op dat moment valt bij hem het
kwartje. Eindelijk begint hij te begrijpen wat Narziss al jaren tegen hem zegt.
Hij is niet in de wieg gelegd om monnik te worden, het regelmatige kloosterleven
en het hele dagen opgesloten in het klooster diep gebogen in de boeken zitten
is niets voor hem. Goldmund besluit om de wijde wereld in te trekken.
Tijdens zijn
omzwervingen leert hij het verschil tussen seksuele begeerte en ware liefde, de
onwetende innerlijke goedheid van arme (land)arbeiders, het opportunisme van de
hogere standen, het kwaad dat mensen elkaar aandoen in panieksituaties
(pestepidemie) en leert hij met vallen en opstaan ook zichzelf beter kennen.
Dit middenstuk van Narziss en Goldmund is een van de hoogtepunten in Hesse’s
oeuvre en zeker het beste in Narziss en Goldmund. Hesse slaagt erin om de
filosofische en psychologische lading in dit deel op subtiele ingetogen wijze
in het verhaal te weven als een (bijna) niet zichtbare, maar o zo intense, rode
draad. In dit middenstuk geen confronterende recht tegenover elkaar staande
tweegesprekken tussen Goldmund en Narziss die Hesse soms net iets te dik
aanzet, maar een innerlijke brokkelige en meanderende zoektocht bij Goldmund
naar zijn zin van het leven, balancerend en af en toe bijna vallend, tussen
Apollo en Dionysus.
Tegen het
einde van zijn zwerversbestaan komt Goldmund terug bij het klooster van zijn
jeugdjaren. Narziss is ondertussen abt geworden in het klooster en Goldmund
heeft zich ontwikkeld als kunstenaar. Goldmund vestigt zich op het terrein van
het klooster, maar treedt niet toe tot de kloosterorde. Tijdens zijn zwerf- en
innerlijke zoektochten heeft hij het idee, het gevoel, de innerlijke drang
gekregen om de ‘oermoeder’ uit te beelden. De ‘oermoeder’ is voor Goldmund de
symbiose van alle vrouwen die hij heeft lief gehad en een enkele keer heeft
geminacht. Van zijn moeder die hem op jonge leeftijd heeft verlaten via alle
vrouwen met wij hij lief en leed heeft gedeeld tot aan Moeder Gods Maria aan
toe, hij moet en zal ze allen samenbrengen in dat ene beeld.
Wanneer hij
als voorstudie een beeld van Maria, gebaseerd op zijn eerste grote liefde, af
heeft, gaat Goldmund toch weer zwerven. Vrouwen versieren lukt niet meer, ze
vinden hem te oud en ook het harde zwerversleven in weer en wind valt Goldmund
zwaar. Hij keert als een oude zieke futloze man terug naar het klooster. Aan
zijn ziekbed is het Narziss die aan hem opbiecht, de rollen zijn voor een keer
omgedraaid, dat hij vanaf het begin op Goldmund verliefd is geweest en nog
steeds is én dat hij door de kunstwerken die Goldmund heeft gemaakt en de
verhalen die hij heeft verteld over zijn avonturen buiten de veilige poort van
het klooster, is gaan twijfelen of hij, Narziss, wel de juiste keuzes heeft
gemaakt in het leven. Bij Goldmund geen innerlijke twijfel meer, geen onrust,
geen aandrang meer om het beeld van de ‘oermoeder’ te maken, omdat hij tot het
besef is gekomen dat het de ‘oermoeder’ is geweest die hem heeft gemaakt. Over
beide mannen is een rust gekeerd, ze zijn er alle twee, ieder op zijn eigen
manier, achter gekomen dat het leven leren sterven is.
De auteur
Hermann Karl
Hesse (Calw (Duitsland), 2 juli 1877 – Montagnola (Zwitserland), 9 augustus
1962) was een Duitstalig Zwitserse schrijver, dichter en schilder. Hij ontving
in 1946 de Nobelprijs voor Literatuur.
Als zoon van
Baltische Rusland-Duitsers werd Hesse als staatsburger van het keizerrijk
Rusland geboren. Vanaf 1883 had hij de Zwitserse nationaliteit en vanaf 1890
die van het koninkrijk Württemberg. Vanaf 1924 was hij weer Zwitser. (Wikipedia)
Titel: Narziss
en Goldmund
Auteur:
Hermann Hesse
Uitgever: De
Bezige Bij
ISBN:
9789023483540
Vertaling: Pé
Hawinkels
Genre: fictie
Pag.: 290
Verschenen:
deze editie 2014, oorspronkelijk 1930
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.