Uitgeverij Oevers
De Tantaluskwelling
van een voorloper
Op een verstikkend hete
zomernacht in Parijs, het onweer is losgebarsten, treft Claude Lantier bij
thuiskomst, in het licht van de bliksem, een doorweekte en angstige jonge vrouw
aan, schuilend in het portiek voor zijn appartement. Aarzelend gaat ze -
Christine - in op zijn uitnodiging om haar onderdak te bieden. Dat is het begin
van haar fascinatie voor de schilder.
Het meesterwerk is het veertiende deel van Émile Zola's twintig delen tellende magnum
opus, de romancyclus Les Rougon-Macquart,
waarin Claude Lantier al eerder werd opgevoerd. Zola's werk kenmerkt zich door
de literaire stroming naturalisme dat in Frankrijk aan het einde van de
negentiende eeuw is ontstaan vanuit het realisme. Het is gebaseerd op de
wetenschap dat maatschappelijke normen en waarden, erfelijkheid en het milieu
waarin men is opgegroeid, factoren zijn die men niet of nauwelijks kan
beïnvloeden (determinisme). Karakteristiek voor het naturalisme zijn
bijvoorbeeld kenmerken als; natuurlijke dialogen, taboedoorbrekende
seksualiteit, een hoofdpersonage met een zwak karakter, ontgoocheling,
realistische setting en een onpartijdige verteller.
Ook in de schilderkunst
deed het naturalisme zijn intrede, maar doordat het impressionisme in de
kunstwereld was ingeburgerd kon het niet meteen op de bewondering van de
impressionistische schilders en het kunstminnende publiek rekenen. Schilders
als Paul Cézanne, Claude Monet en Édouard Manet behoorden tot de
impressionisten. En hier gaat deze (droge?) theorie over in dit kunstenaarsboek
van Zola (1840-1902), die tot de literaire school van naturalisten gerekend
wordt. Hij was bevriend was met Monet, Manet en Cézanne, en heeft ze als
inspiratiebron gebruikt voor zijn protagonist Claude Lantier. In het personage
van Pierre Sandoz heeft Zola duidelijk autobiografische elementen verwerkt,
maar bij de andere kunstenaars tevens karakteristieken van de schilders uit zijn eigen vriendengroep en
beschrijvingen van hun doeken. Hierdoor heeft de roman kenmerken van een
sleutelroman, ware het niet dat hij deze karakteristieken schijnbaar willekeurig
heeft verdeeld over de vrienden van Claude. Het perspectief ligt voornamelijk
bij het hoofdpersonage, maar ook de personages van de kunstenaarsvrienden maken
een ontwikkeling door, hebben problematische relaties en worstelen met
erkenning, hun verhaallijnen meanderen daar doorheen. En, last but not least, is het een
dramatisch liefdesverhaal.
De volgende ochtend, nadat
Claude is opgestaan, kijkt hij achter het kamerscherm waar zijn gast ligt te
slapen.
'In de broeierige warmte die door het raam binnenkwam, had het meisje de lakens van zich af geduwd en uitgeput door de doorwaakte nachten lag ze badend in het licht te slapen, zo onbewust, dat haar pure naaktheid zelfs niet door de geringste beweging werd verstoord. Waarschijnlijk door haar onrustige gedraai toen ze niet kon slapen, waren de knoopjes van haar hemd losgeraakt, de linkermouw naar beneden gegleden en haar boezem ontbloot. Ze had een zijdezachte, goudglanzende huid, in haar eerste lentebloei, twee kleine, stevige borsten, boordevol levenskracht, waarop twee bleekroze knopjes ontkiemden. [...] 'Godallemachtig! Ze is fantastisch!"
Met gezwinde spoed haalt
hij papier en krijt, en begint te tekenen, meer geraakt door haar schoonheid
dan dat hij haar ziet als een vrouw. Hier begint zijn fascinatie en de
ontdekking dat zij het perfecte model is voor naturalistische schilderkunst.
Edouard-Joseph Dantan - Un Coin du Salon
|
Christine zoekt de schilder
steeds regelmatiger op. Hele dagen zwerven ze door de straten van Parijs -
minutieus, visueel en beeldend beschreven. Omdat het Claude maar niet lukt om de naakte vrouwenfiguur naar volle tevredenheid op het doek te krijgen staat zijn muze
urenlang model. Hij gaat volledig op in zijn werk en heeft daarbij niet in de
gaten dat ze de uitputting nabij is. Als een ware Sysiphus moet hij steeds weer
opnieuw beginnen. Toch belandt zijn schilderij tot zijn teleurstelling bij de Salon des Refusés in
plaats van bij de jaarlijkse kunsttentoonstelling de Salon. Het realistische
naakt en de vernieuwende stijl kan het publiek, dat nog altijd gelooft in
neo-klassieke werken, niet bekoren.
'De ophef over dit bizarre schilderij was beslist als een lopend vuurtje rondgegaan, want uit alle hoeken van de Salon kwamen mensen aangesneld, verdrongen elkaar, wilden erbij zijn. 'Waar is het? Daar! O, wat een klucht!' En nog meer dan elders regende het kwinkslagen, vooral het onderwerp leidde tot hilariteit: de mensen begrepen het niet, vonden het bespottelijk, van een misselijkmakende zotheid.'
Machteloosheid kwelt
Christine, als Claude gedesillusioneerd besluit om doek en penselen aan de
wilgen te hangen, maar hun liefde bloeit op en ze besluiten Parijs te verruilen voor een huis op een idyllisch plekje in Bennecourt.
'Alleen Christine bestond nu nog voor hem. Ze omhulde hem met die verzengende adem, die zijn artistieke ambities deed vervliegen. [...] En altijd en overal bedreven ze de liefde, zonder verzadigd te raken.'
Daar weet ze hem toch te
overreden om weer te gaan schilderen en wordt hun liefde bezegeld met de
geboorte van Jacques. Maar Christine krijgt jaloerse gevoelens doordat de tijd
die hij tot voorkort aan haar besteedde, nu opgaat aan het schilderen van het
landschap. Maandelijks gaat Claude naar Parijs, maar na verloop van tijd valt hem een
vernietigende somberheid ten deel en vergaat hem de lust om te werken. '[...] Christine bewaarde haar liefdevolle
zorgen voor haar andere, grote kind, haar geliefde kunstenaar, wiens
depressieve buien haar met angst vervulden.' De idylle van het platteland is
tanende en Claude zit lange tijd op het vinkentouw. Pas wanneer zijn jeugdvriend
Pierre Sandoz op bezoek komt weet deze hem op te vrolijken. Doordat ze Claude
van zich af voelt drijven, dringt Christine er opaan, in weerwil van zichzelf,
om terug te keren naar Parijs, waar haar kunstenaar de draad weer oppakt. De
machteloosheid en drang om een meesterwerk af te leveren, die Zola zo
fenomenaal weet te vangen, drijft de schilder tot obsessief doorschilderen aan
dat verfoeide schilderij in een oneindige Tantaluskwelling en verder weg van
zijn vrouw. Waar Christine haar seksualiteit wil laten gelden, is Claude meer
overtuigd van het principe 'geen seks voor de wedstrijd'. Meer en meer wordt
hun zoontje in zijn kamer opgesloten en aan zijn lot overgelaten. De wekelijkse
etentjes met zijn kunstenaarsvrienden zijn niet meer wat ze voordien waren. Hun
twijfels en onvermogen wreken zich op den duur ook.
'Ieder dacht aan zijn eigen hachje. De scheuring was daar, een nog nauwelijks zichtbare breuk, die de oude gezworen vriendschappen had gespleten en ze op een dag in duizend stukken uit elkaar zou doen barsten.'
De enigen in de kunstscene
die goed verdienen aan de schilderijen zijn de opkopers, die het monopolie
hebben en daardoor bepalen wie succes heeft en wie niet. Als voorloper is het Claude
te moede dat succes uit lijkt te blijven. Om dit te bereiken is het hebben van
connecties van groot belang en hij kan zich niet overgeven aan de dwang om
commerciële prenten te produceren, wat hen, langzaam maar zeker, tot de
bedelstaf veroordeelt. Pijnlijk duidelijk blijkt dat andere schilders, die in
navolging van Claude hun technieken enigszins aanpassen, wel succesvol blijken
te zijn.
Émile Zola door Cathérine
Petré
|
Zola's schrijfstijl is
invoelbaar en gedetailleerd, veelal besteedt hij pagina's lang aan de vloeiende
opbouw van de gebeurtenissen, zonder ook maar een moment te vervelen. De
omzwervingen, het kinderlijke geloof in te bereiken succes, het vleugellam
raken en het onvermogen van de protagonist zijn aangrijpend en ontroeren diep,
evenals de gevoelens van verlies, wroeging en verdriet van Christine.
Zintuiglijk zijn de passages waarin Zola de lezer mee laat kijken in het
gevoelsleven en de bezetenheid van Claude en zijn ontdekkingen van kleurrijke
decors als model voor zijn schilderwerk en bij de onzekerheden en angstige
gevoelens van zijn vrouw. Het besef dat niets voor niets is geschreven wordt
groter naarmate het verhaal vordert, zoals weersomstandigheden, kleuren, dag of
nacht, het stadsleven en de bekoorlijkheid van het platteland illustreren de gemoedstoestand van de personages. Zola grijpt je vast en sleept je ongenadig mee het verhaal in.
Het uitgebreide nawoord
van Marjolein van Tooren is van een uitstekende toegevoegde waarde. Ze
beschrijft het artistieke leven van de auteur en gaat dieper in op zijn roman.
Nog lang niet alle delen
van romancyclus Les Rougon-Macquart
zijn verschenen in het Nederlands, maar de vloeiende, soepele vertaling van Lidewij van den
Berg en Marijke Scholts doet verlangen naar meer vertalingen.
Zoals een klassieker de
tand des tijds heeft doorstaan, zo heeft de kwaliteit van deze roman dat ook.
Het kaf is immers al van het koren gescheiden, dus pak dit boek bij de lurven,
duik in een rustig hoekje, laat je meevoeren naar het Parijs aan het einde van
de negentiende eeuw en geniet van dit fenomenale meesterwerk.
Titel: Het meesterwerk
Auteur: Émile Zola
Vertaling: Lidewij van den
Berg en Marijke Scholts
Pagina's: 472
ISBN: 9789492068194
Uitgeverij Oevers
Verschenen: mei 2020
Bedankt voor je bijzondere beschrijving, Truusje. Je maakt er veel werk van!
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Anlu, voor mij is een boekbespreking altijd een heerlijk klusje.
BeantwoordenVerwijderenIk ben doorgaans nogal spaarzaam met loftuitingen, maar ik heb nog maar zelden een recensie gelezen die zo goed de geest en en zo raak de teneur van een werk vat, precies zoals ik het allemaal aanvoelde toen ik "L'Oeuvre" (d.i. de originele titel) las. Ook de gekozen citaten weerspiegelen uitstekend de kwaliteit van deze roman die, zoals bijna alles wat Zola schreef, hoogstaand is.
BeantwoordenVerwijderenNet zoals de zevendelige cyclus "A la recherche du temps perdu" las ik dit en nog vijf andere delen van "Les Rougon-Macquart" destijds in het Frans. Het is gevaarlijk een oordeel uit te spreken nadat ik maar zes van de twintig delen heb gelezen, maar ik vond - en dit is dus heel persoonlijk - "A la recherche du temps perdu" meer intensiteit hebben en doordringender zijn.
Of het er ooit nog van komt die veertien andere delen te lezen is zeer de vraag. Aan goesting ontbreekt het mij geenszins, Emile Zola heeft mij immers nooit een seconde verveeld! Dat mijn kennis van de Franse taal de laatste jaren wat is gaan slijten bij gebrek aan oefening zou een probleem kunnen zijn. Alhoewel...
Een prachtige recensie die ik met veel genoegen nu al enkele keren heb gelezen... Zo had ik ze ook graag geschreven!
Dank je wel Robert, een compliment van jou is me heel veel waard. Het is absoluut een fantastische parel en het heeft ook iets melancholieks.
BeantwoordenVerwijderenEr zijn wel een aantal vertalingen te vinden, maar helaas moeten we er nog een poosje op wachten tot alle twintig delen zijn vertaald. In het Frans lezen geeft absoluut een extra dimensie, maar zelf prefereer ik het ook om een goede vertaling te lezen. Toch zit de Franse taal nog wel ergens in je hoofd verstopt Robert en wanneer je er weer meer mee bezig gaat zullen er allerlei laadjes met kennis opengaan.