Uitgeverij Atlas Contact
De vrouwen van
Afrika
‘Een blanke, vergeten man raakt vergrijsd en
verdwaald in het hart van Afrika. Hij speurt en spit, al dolend en dwalend, en
wordt onze vader bij toeval, onze lukrake pater muzungu. Dit is het verhaal van
een natie, niet een kolonie of een volk, dus het start uiteraard met een
blanke.
Op een dag kreeg een nobele Schotse arts het idee
de bron van de Nijl te vinden. In plaats daarvan vond hij een geul in de grond
vol kolkend, stapelend water. Zijn dragers noemden het Mosi-oa-Tunya, wat ‘de
rook die dondert’ betekent, maar hij gaf het de naam van zijn koningin.’ (2020, 11).
Victoria Falls dus, de
rook die dondert, de rivier de Zambesi, de dam in de rivier, de mensen, met
name de vrouwen: blank, bruin en zwart. Vanaf de Victoriaanse tijd tot nu,
vrouwen vooral, hun verhalen, de ontwikkeling van Afrika, van Zambia. Het lot
brengt hen op de een of andere wijze samen; hun lot lijkt overeenkomsten te
vertonen.
‘Tijd, die eeuwenoude, eindeloze stroom, strekt
zich uit zover men kan kijken, maar onderweg wordt het steeds in bochten
gebogen door een cumulatieve dwaling. Zie het als een grafiek, als de
vergelijking, van de archimedische spiraal. Dat is de draaiing die de dag
ontrolt, de kering die het keren der seizoenen bepaalt, en de cyclus van jaren
en decennia. Maar ook het heelal, die hemelse gyre, draait inwaarts en
uitwaarts tegelijk. En zo drijven we mee in de oudste der stromingen - een
wenteling diep in de kern van de leegte, het duistere hart van al.’(ib.: 780)
Het ontstaan of de
stichting van Zambia zien we als een afspiegeling van de stichting van het oude
Rome, in de mythische gedaante van Aeneas, een ontheemde en zwervende Trojaan.
Een deel uit boek 6 van Vergilius’ Aeneis, de Romeinse dichter die in navolging
van Homeros een mythisch queeste-verhaal schreef, heeft Serpell gebruikt als
motto voor haar vuistdikke Afrika-roman. Dat bevreemdt wel een beetje, maar
misschien ook weer niet. Aeneas was een vreemde, een ‘buitenlander’ die de
grote stadstaat Rome stichtte. Zo ook is Livingstone, een blanke ontdekkingsreiziger,
een ‘buitenlander’, blijkbaar de stichter van een deel van Afrika.
Afrika, hart van de
duisternis, direct moest ik denken aan het donkere boek van Joseph Conrad, de
moederschoot van de mensheid, is ook de plek waar verschillende mensen uit
verschillende gebieden uit Europa en Afrika elkaar weer ontmoeten en
samenleven.
De mythische moeder van de
wereld is Afrika; de verhalen van talloze vrouwen vormen een bijdrage aan haar
gestalte en haar ontwikkeling. Mythisch, magisch, tragisch en altijd groots. De
grootmoeders, de moeders, de dochters. De watervallen, de dam, de ontwikkeling
van het moderne leven en de offers die daarvoor gegeven zijn.
De Italiaanse Sybilla met
haar weelderige haargroei overal over haar lichaam, die vooral voor veel
opwinding zorgt. Een magische vrouw. Maar ook de verschillende moeders en de
verscheidene dochters komen uitgebreid aan het woord. Hun levens worden beschreven,
hun verhalen verteld.
Prachtig, poëtisch,
voelbaar, tastbaar, luid en heftig, maar toch bleven een gevoel van hevige
geboeidheid en alsmaar door willen blijven lezen achterwege. Het is niet omdat
het onderwerp oninteressant is, integendeel. Het is niet omdat de verhalen
vervelend zijn, nee, dat ook niet. Het ontbreekt een beetje aan een verband, al
wordt het verband de lezer zeer duidelijk. Misschien blijven de personages te
veel mooi gekleurde poppetjes, en mist hun ontwikkeling een eye-opener. Misschien
is er een overkill aan poëzie waardoor het verhaal in het geding komt;
misschien ontbreken de woorden om ‘de rook die dondert’ en zijn bevolking samen
te smeden tot een boek waaruit je je als lezer niet kunt losrukken.
‘Ze hoorde haar knie breken voordat ze het vuur
door het bot voelde trekken. Woede gierde door haar lijf en ze graaide naar wat
het ook was waar ze tegen op was gebotst. Ze haalde haar hand open terwijl ze
haar arm eromheen probeerde te slaan. Toen hees ze zichzelf omhoog en kwam haar
hoofd boven water. Ze hapte naar adem. De bladerloze boom die boven het water
uitstak was ruw, maar ze klampte zich eraan vast, hield hem in een houdgreep
tot ze haar naakte benen om de stam wist te klemmen […]. Het water donderde en
raasde langs haar heen. Aan de boom gepapu’d speurde ze hijgend het kolkende,
glinsterende water af.’ (ib.:
776-777)
Auteur
Namwali Serpell (1980) is geboren in Zambia en woont sinds haar negende jaar in de
Verenigde Staten waar ze werkt als hoogleraar Engels aan UC Berkeley. In 2014
werd ze door Africa 39 verkozen tot een van de veelbelovendste Afrikaanse
schrijvers onder veertig. In 2015 werd een van haar korte verhalen bekroond met
de Caine Prize for African Writing. De rook die dondert is haar eerste roman.
(Naar de tekst op de achterflap)
Titel: De rook die dondert
Auteur: Namwali Serpell
Vertaling: Linda Broeder
Pagina's: 832
ISBN: 9789025448806
Uitgeverij Atlas Contact
Verschenen: januari 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.