zaterdag 14 maart 2020

David Markson - Wittgensteins minnares

Recensie door Marjon Nooij
Uitgeverij Van Oorschot
Schwob
'Waarover niet kan worden gesproken,
daarover moet men zwijgen'
-Ludwig Wittgenstein


Waan, waanzin of werkelijkheid?


David Markson (1927-2010) voltooide in de tachtiger jaren van de vorige eeuw zijn volstrekt unieke boek Wittgenstein's mistress, maar geen enkele uitgever durfde zijn vingers eraan te branden, zodat hij er vierenvijftig langs is geweest in een poging om zijn boek op de markt te krijgen, voordat hij uiteindelijk in 1988 zijn zoektocht eindigde bij Dalkey Archive Press die hij bereid vond om zijn postmodernistische werk uit te geven.

Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat dit boek geschreven is door het enige personage dat de auteur ten tonele brengt. Kate - zo is op de achterflap te lezen, want de oplettende lezer zal maar éénmaal haar naam ontdekken - bevindt zich in een desolate wereld en naar het schijnt is ze het enig overgebleven, levende wezen op aarde. Of de setting een post-apocalyptische, dystopische of sience fiction is, wordt niet meteen duidelijk, maar mysterieus doet het zeker aan. Is er iets met haar aan de hand? Zelf zegt ze; 'Al was ik een groot deel van de tijd behoorlijk geschift natuurlijk.' Ook rijst de vraag hoe betrouwbaar de woorden en beweringen van deze ik-verteller zijn. Aangezien ze een monoloog houdt en helemaal alleen is, is er ook niemand die zegt aan haar woorden te twijfelen. Wat we lezen is dus geheel en al de waarheid van Kate.

Ze heeft een huisje aan het strand gevonden en, omdat niemand haar kan waarnemen, leeft ze geheel zoals ze dat wil. Overal zijn er auto's - met het stuur aan de rechterkant - te vinden waarmee ze de wereld rond is gereden en voornamelijk in musea heeft gewoond, zoals het Louvre, National Gallery, Hermitage, Galleria Borghese, waarbij ze onderweg ook Troje heeft aangedaan. De richting waar de neus van de volgende auto naartoe wees, was leidend voor de richting die ze ging. Ze geeft de indruk gedesoriënteerd te zijn in tijd, aangezien ze zeventien horloges om de beurt af laat gaan en niet precies weet hoelang het geleden is dat ze helemaal alleen over is gebleven. Soms vertelt ze iets over haar leven voor dit leven: ze is gescheiden en heeft een vroeg gestorven zoontje wiens graf ze graag wil bezoeken.

'De zonsondergang van gisteren was een Vincent van Gogh, met wat angst erin.'

Op een typemachine is ze haar gedachten aan het documenteren en ordenen. Lustig strooit ze met feitenkennis over onder andere Homerus' Odyssee, mythologische figuren, kunstenaars, klassieke auteurs en dito muziek en oudheidkundige gebeurtenissen, maar dat klinkt niet altijd even coherent. Ze filosofeert er lustig op los en schrikt er niet voor terug om haar beweringen ook weer te ontkrachten of om te draaien, soms pas na een aantal bladzijden en roept zichzelf direct tot de orde wanneer ze aan het generaliseren is. Regelmatig herhaalt ze zichzelf om dan weer op voort te borduren op eerdere gedachten en hersenspinsels.

Is ze werkelijk alleen? Ze schrijft dat ze te maken heeft gehad met depressies en gek was. Is haar wereld letterlijk leeg of zit Kate opgesloten in haar eigen hoofd? Heeft ze misschien last van psychiatrische problematieken? Ze geeft de schijn intelligent te zijn en is universitair geschoold.

'Er is een ruimte. Veel planken hierboven zijn half leeg. Hoewel ik ongetwijfeld, als ik zeg dat ze half leeg zijn, moet zeggen dat ze half vol zijn, aangezien ze vermoedelijk helemaal leeg waren voordat iemand ze voor de helft vulde. Aan de andere kant is het niet onmogelijk dat ze ooit helemaal vol waren en alleen maal half leeg werden toen iemand de helft van de boeken naar de kelder verhuisde. Ik vind de tweede mogelijkheid minder waarschijnlijk dan de eerste, hoewel je haar niet helemaal buiten beschouwing moet laten.'

Uniek is Markson's werk zeker te noemen. Het lijkt eerst heel verwarrend en het heeft even tijd nodig om aan de schrijfstijl te wennen, om vervolgens tot de conclusie te komen dat je het begin van de door Wittgensteins taalfilosofie geïnspireerde schrijfstijl niet goed hebt opgenomen en begrepen. Het werk is verstoken van hoofdstukken en witregels, en bestaat uit een doorlopende tekst, waarbij elke alinea bestaat uit één zin - of elke zin vertegenwoordigd één alinea. Kate's relaas is een onafgebroken stream of conciousness, waarin ze vloeiend van de ene bewering in de andere glijdt, voortborduurt en filosofeert.

Wittgensteins minnares, voorzien van  een uitgebreid nawoord door Lieke Marsman, is een heel rijk boek, vol verwijzingen die ontegenzeglijk niet allemaal opvallen bij een eerste lezing. Daarom is het ook een boek om zeker een tweede kans te geven. Het is geen gemakkelijk werk en het eist behoorlijk de aandacht door het filosofische experimenteren. Slow reading lijkt in dezen het toverwoord, want op de meeste zinnen is het heerlijk kauwen. Kate's gefilosofeer is soms ontroerend en regelmatig heel geestig te noemen. De manier van schrijven maakt het een spannende leeservaring. Wat het zo uniek maakt is dat het in feite een boek is zonder plot: verrassend, bedwelmend, geestig, ontroerend, bijzonder intrigerend, pakkend en vreselijk goed.

Opgenomen in de lenteactie 2020 van Schwob en terecht een moderne klassieker!

David Foster Wallace (1962-2008), hoogleraar Engelse literatuur en filosoof, was idolaat van het werk van Markson en in het bijzonder van Wittgensteins minnares, welke hij tot op de draad heeft ontleed en er een essay over heeft geschreven.

Titel: Wittgensteins Minnares
Auteur: David Markson
Vertaling: Erik Bindervoet en Robert-Jan Henkes
Pagina's: 282
ISBN: 9789028293083
Uitgeverij Van Oorschot
Verschenen: oktober 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.