dinsdag 3 maart 2020

Eva Vriend - Eens ging de zee hier tekeer

Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact



Het hart van Nederland


Het hart van Nederland bestaat uit water. Dat is de werkelijkheid, fysiek, sociaal en economisch. Waternatie. Watervolk. Flevomeer. Zuiderzee. IJsselmeer. Marken. Urk. Wieringermeerpolder. Noordoostpolder. Flevoland. Markerwaard. Schokland. Volendam. Bunschoten-Spakenburg.
Daar gaat dit boek van Eva Vriend over. Over dat water in het midden van Nederland en het volk dat dat water bevaart, bevist, bevolkt, betreedt als het ware.

Voorin twee duidelijke aardrijkskundige kaarten van de Zuiderzee rond 1900 en het IJsselmeer anno 2019. In ruim honderd jaar is dat landschap totaal veranderd. Door mensenhanden aangepast en opnieuw geschapen. Jullie kennen het grapje? God schiep de wereld en de Nederlanders schiepen Nederland.

Het gebied van de Zuiderzee - in de tijd van de Romeinen heette het Flevomeer - dus afgesloten van de Waddenzee, en de Waddenzee is zelfs voor moderne menselijke begrippen altijd een zeer dynamisch gebied geweest, waarin water en land met elkaar een eeuwig gevecht voerden. Deze strijd is overigens met de aanleg van de Afsluitdijk, in 1932, nog steeds niet van de baan. Kijk maar naar de afslag en aangroei van land bij en aan de Waddeneilanden.

Eva Vriend heeft haar onderzoek gebaseerd op archiefstukken en vooral op interviews met mensen uit Urk, Volendam, Spakenburg en Wieringen. Hun stambomen zijn voorin het boek afgedrukt. Thematisch en chronologisch schrijft Vriend haar bevinden op. Drie delen maken die geschiedenis wat overzichtelijker: Oude zee. Nieuw leven. Zonder meer (en dat is een grappige woordspeling).

‘Het Zuiderzeeproject is het meest indrukwekkende planologische project dat Nederland tot nu toe heeft gerealiseerd. De 32 kilometer lange Afsluitdijk transformeerde de Zuiderzee enerzijds in het strakke Flevoland, de grootste polder van de wereld, en anderzijds in het stille IJsselmeer, het grootste zoetwatermeer van West-Europa.’ (2020, 8): het is maar dat u het weet! Waar een klein land groot in kan zijn!

Alle levensgebieden van het oude, het nieuwe en voormalige vissersvolk komen aan de orde. Natuurlijk staan het vissen, de vissersschepen en het vissersleven centraal. De economie speelt een rol, het bestuur in de gedaante van de overheid en alle regels en bureaucratische rompslomp, de sociale verbanden, wel en geen ‘Zuiderzeemigratie’, ‘IJsselmeervluchtelingen’, het verschil tussen de verschillende gebieden die Vriend voor haar onderzoek heeft uitgekozen. Het verschil in godsdienst en de betekenis daarvan. Maar ook zaken die niet direct in ons geheugen liggen zoals fysische antropologie met schedelmetingen en iets dat aanschurkte tegen eugenetica: de Zuiderzeevissers zouden een ‘oerras’ vormen; een uitvloeisel van de sociale evolutieleer uit de negentiende eeuw.
Vissers zijn wel en geen andere Nederlanders. Hun ondernemerszin en vrijheidsdrang worden geroemd. Nog steeds zijn Nederlandse vissers, nu vanzelfsprekend meer op de Noordzee dan op het verkleinde en verpolderde IJsselmeer.

Een niet te onderschatten onderneming is natuurlijk de afsluiting van de Zuiderzee door de aanleg van de Afsluitdijk. Deels werd zij opgeroepen door gevaarlijk weer en waterrampen op die binnenzee, deels door behoefte aan nieuw land. Nederland veranderde van vissersnatie in een land van dijkenbouwers, waterbouwkundigen en ‘landveroveraars’ (mijn term, rdv): watermanagement dus kortweg. Conservatieve krachten hingen meer aan de Zuiderzee en de rijke visvangst; anderen, modernisten, roemden de moderne strijd tegen het water. Joris Ivens maakte er een film over, Nieuwe Gronden. ’Nederland maakte nieuw land uit water’ (ib.: 56). De nostalgische volkszanger Louis Davids trok zich het lot aan van de arme Zuiderzee en haar kustbewoners. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Natuurlijk gooide de Duitse bezetting behoorlijk wat roet in het eten van de inpoldering en de grootschalige plannen. 
De Nederlandse overheid heeft in haar plannen en de uitvoering daarvan niet altijd een prettige rol gespeeld. Ik ben daar overigens niet verbaasd over.

In de loop van de tijden hielden veel vissers vaak vast aan hun beroep; soms betekende dat een aantal van hen emigreerden binnen Nederland. Zo verhuisden, vaak tijdelijk, een aantal Urkers naar Breskens om er op de Noordzee te kunnen vissen. Maar niet iedere visserszoon voelde evenveel voor het vak. Sommigen werden boer, anderen vonden emplooi in de opgerichte industrie, die er mondjesmaat kwam in de loop van de twintigste eeuw omdat de visserij niet voor allen genoeg brood op de plank bracht.

‘De kustbewoners van de Zuiderzee voelden zich innig verbonden met hun woonplaats toen de Nederlandse overheid hen met het Zuiderzeeproject voor een monsterklus stelde: zichzelf opnieuw uitvinden. Door de ligging aan het water en de grote invloed die de visserij vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw op het welbevinden van alle bewoners verwierf, hadden ze die sterkte band opgebouwd.’ (ib.: 346)

Het is een zeer rijk gedocumenteerd boek, deze studie van Vriend, met foto’s en ook een bronnenvermelding achterin. Het is geen sinecure een samenhangend verhaal te maken uit een groot aantal en uit zoveel verschillende bronnen. De stambomen voorin heb je ook echt wel nodig, want vaak raakte ik toch wel verstrikt in de namen van de mensen die hier genoemd worden en wier levens beschreven worden. De namen kunnen erg verwarrend zijn omdat de kinderen vernoemd werden naar hun grootouders en andere familieleden. Iedere genealoog weet dat je daar erg mee moet uitkijken. In tamelijk besloten gemeenschappen als Volendam en Urk zijn heel veel mensen ook nog familie van elkaar.
De thematische aanpak zorgt voor veel afwisseling, maar soms had ik wel behoefte aan een wat langer verhaal, bijvoorbeeld over de sociaal-economische ontwikkelingen op langere termijn, of van een bepaalde vissersfamilie. Maar een kniesoor die daar op let.
Goed boek, goed gedocumenteerd, zeker niet overbodig, en ‘oer-Nederlands’.

Auteur

Eva Vriend (Emmeloord, 1973) is een Nederlands journalist en historicus uit Emmeloord.
Ze groeide als boerendochter op in Luttelgeest in de Noordoostpolder. Na haar middelbare school studeerde zij aan de Universiteit van Groningen en de universiteit in Rouen. Naast haar werk als schrijfster doceert zij aan de School voor Journalistiek Hogeschool Windesheim in Zwolle. Daarnaast werkt ze mee aan programma's van Omroep Flevoland.

In 2013 debuteerde Eva Vriend met Het nieuwe land, over de ontstaansgeschiedenis van Flevoland. Zij beschrijft dit aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis. Haar grootvader kreeg als pionier in de nieuwe polder in 1952 een bedrijf toegewezen. In het boek wordt aandacht besteed aan het selecteren van geschikte landbouwers die het nieuwe land zouden gaan ontginnen. Maar ook teleurgestelde landarbeiders die werden afgewezen komen aan bod. Het boek vormde het uitgangspunt voor het programma Superboeren van Andere tijden dat op 13 januari 2013 werd uitgezonden door de NPO.

In 2016 verscheen haar tweede boek De Helpende Hand. Het boek beschrijft de ontwikkeling vanaf de begindagen van de Nederlandse verzorgingsstaat in de jaren vijftig. Het beschrijft de ontwikkeling van de gezinsverzorgsters van het begin in de jaren vijftig naar de thuiszorgvoorziening van de participatiewet in deze eeuw. Het boek is deels autobiografisch. Het gezin waarin Eva opgroeide kreeg tien jaar lang gezinszorg van de staat toen de moeder overleed. Vriend kreeg voor het boek een debutantenbeurs van het Nederlands Letterenfonds. De Helpende Hand stond 16 januari 2016 centraal in het televisieprogramma Andere Tijden van de NPO.

Titel: Eens ging de zee hier tekeer
Auteur: Eva Vriend
Pagina's: 368
ISBN: 9789045036311
Uitgever: Atlas-Contact
Verschenen: februari 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.