Recensie door Cies
Uitgever: L.J. Veen
Conformisme tot de
dood er op volgt
Het is alsof Frans Coenen (1866-1936)
zijn einde voelde naderen toen hij begon aan Onpersoonlijke Herinneringen. Het
werk werd eerst in vijf delen gepubliceerd in het literaire tijdschrift
Groot-Nederland. In 1936, kort na zijn dood is Oorspronkelijke Herinneringen in
boekvorm gepubliceerd. Nog één keer rechtte Coenen zijn rug om ons, zijn
lezers, een boodschap mee te geven. Niet dat Onpersoonlijke Herinneringen een
zwaar moralistische roman is, maar Coenen neemt wel degelijk afstand van het
conformeren aan wat ‘men’ gepast gedrag vindt.
Onpersoonlijke Herinneringen is zijn
eerste fictie sinds Burgermensen in 1905. In de tussenliggende jaren schreef
hij essays, recensies en literaire kronieken. Hij groeide uit tot een van de
voornaamste critici in Nederland. Zijn vroege romans zijn naturalistisch met
een stevige scheut Tachtigers sensitiviteit en worden gekenmerkt door
uitzichtloosheid en verveling. In zijn kritisch proza is hij een scherp
observator die met een milde ironie (soms bot sarcasme) kijkt naar
politiek-maatschappelijke ideologieën en literaire theorieën. In Onpersoonlijke
Herinneringen komen deze twee kanten van de auteur op evenwichtige wijze samen.
Hierdoor is dit boek voor een hedendaagse lezer, die (nog) niet gewend is om
naturalistische romans te lezen, een goede introductie in het oeuvre van
Coenen.
De (auto-)biografische roman begint
met een vertellende ‘ik’ die voor het eerst op de Amsterdamse Herengracht door
het (voormalige) huis van de familie Diefenbach – Le Roy. De laatste
bewoonster, Louise, is onlangs overleden en heeft het huis aan de gemeente
Amsterdam geschonken om als museum ingericht te worden. De verteller is Frans
Coenen die in 1895 wordt aangesteld als conservator-directeur van het dan net
gestichte museum Willet-Holthuysen. De weduwe S.L.G. Willet-Holshuysen heeft de
zeventiende-eeuwse patriciërswoning in legaat aan de gemeente Amsterdam
overgedragen.
Het huis stinkt naar kattenpis en het
is er een rommeltje. In die rommel doet testamentair executeur de heer Bekking
zijn werk.
“Deze van huis uit zo infatsoenlijke en correcte Amsterdamse burger…leek wel een volkomen misverstand en een ellendig toeval”.
Er volgen nog veel van dergelijke rake
typeringen van Coenens hand in Onpersoonlijke Herinneringen. Tegen het einde
van de rondgang door het huis neemt ‘ik’ de reisdagboeken van de heer
Diefenbach, de vader van Louise, ter hand. Deze reisdagboeken zijn gespeend van
enig persoonlijk gevoel. Dat kan ook niet anders, want de heer Diefenbach doet
precies wat ‘men’ van hem verwacht wanneer hij met vrouw en dochter door Europa
reist. Op die enkele momenten dat Diefenbach bij zichzelf iets van een eigen
persoonlijkheid dreigt te ervaren kan hij er nauwelijks mee om gaan.
Wanneer Louise er als tienermeisje
achter komt dat zij “niet geheel een meisje” is en ze zich toch conformeert aan
‘het meisje’ zijn, is dat niet eens tegen wil en dank of tegen beter weten in.
‘Men’, inclusief Louise, doet niet anders, kan niet anders, dan conformeren aan
wat er door ‘men’ verwacht wordt. Dus trouwt Louise op 34-jarige leeftijd met
de verlopen bon vivant Abraham Le Roy. Hierdoor voorkomt ze dat ‘men’ gaat
vermoeden dat er iets mis is met haar en hij krijgt toegang tot haar geld om
zijn hobby’s en drankgelagen te financieren. Niet dat een van tweeën door dit
arrangement ook maar iets van levensgeluk gaat ervaren. Daar zijn ze alle twee
niet (meer) toe in staat.
Na het overlijden van haar echtgenoot
trekt Louise zich steeds verder terug in haar kamers in de woning op de
Herengracht omringt door haar katten die zij en een oude huishoudster niet meer
goed kunnen verzorgen. Waar Louise nog wel voor zorgt is haar testament, waarin
is opgenomen dat de woning als museum aan de gemeente Amsterdam wordt
geschonken. Het is deze woning die ‘ik’ een paar maanden na het overlijden van
Louise binnen stapt.
Titel: Onpersoonlijke Herinneringen
Auteur: Frans Coenen
Uitgever: LJ Veen Amstel Klassiek
ISBN:9789020452877
Pag.:124
Genre: fictie
Verschenen: deze editie 1983,
oorspronkelijk 1936
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.