Recensie door Roosje
Uitgeverij Atlas Contact
Hoe schrijf je een
roman?
Kamers antikamers is de
nieuwe roman van Niña Weijers. Haar debuut De consequenties had me heel prettig
verrast. Haar debuut ging over kunst en met name de performance art à la Marina
Abramović: het leven en het lichaam van de kunstenaar is onderwerp en subject
van de kunst; een roman over het maken van kunst, over kunstopvattingen en wat
doet dat met een mens, een vrouw in dit geval.
Over het algemeen lees ik zelden de teksten op de kaften en andere besprekingen, ik ga gewoon mijn eigen leesweg en schrijf daar wel of niet een stukje over. Deze keer had ik wel een handvat of misschien wel twee nodig om mijn gedachten over dit boek op papier te zetten.
Kamers antikamers gaat
naar mijn mening over literatuur, en met name over het schrijven van een roman;
en dat heb ik bij anderen niet gevonden - ik geef toe dat mijn onderzoekje
gering van omvang is -. Veel romans gaan trouwens ook over het schrijven van een
roman, een meta-niveau dus; het reflecteren op het schrijven, hoe te schrijven,
wat te schrijven, wat is de noodzaak van de auteur nu juist dit aan zijn
publiek mee te willen delen, voorbeeld: Ilja Leonard Pfeijffers Grand hotel
Europa.
De aanbevelingstekst op de
linkerkaft van Weijers boek is:
‘Kamers antikamers is een roman over de poreuze grenzen tussen herinnerde, verzonnen en mogelijke levens. Over de keuzes die je maakt, en niet maakt. Over liefde en vriendschap, en de manieren waarop mensen elkaar vinden en verliezen.’
Ja, dat klopt, is mijn
reactie, maar deze tweede roman van Weijers is meer dan dat: het is een
zoektocht - een queeste is het inderdaad - naar het schrijven van een nieuwe
roman. Dit uitgangspunt doet zo veel meer recht aan Weijers ‘geschreven kindje’.
Op heel veel verschillende
manieren onderzoekt Weijers uit welke elementen je roman zou kunnen bestaan. Er
zijn personages: hoe vind je die? Nou gewoon, kijk rond in je omgeving, je
vriendinnen, platonische, liefdespartners, ex-en; je vrienden, je minnaars en
vrienden; je familie: vader, moeder, broertjes, zusjes; docenten, je redacteur
van de uitgeverij, je uitgever; je eigen kinderen, je kennissen, geliefde
auteurs; of gewoon mensen in de straat, buren, vroegere buren, mensen van
vroeger, historische personen; of gewoon het huis waar je in verblijft om die
roman te kunnen schrijven. En vooral ook jijzelf; jezelf als personage, als
mens en als schrijver. Het is een enorme hoeveelheid mensen uit wie je als
schrijver kunt kiezen om een rol te kunnen spelen in je verhaal; - even
afgezien of iemand daarop zit te wachten. Meestal zijn je naasten er niet zo
kien op om te dienen als romanpersonage; er zijn in de loop der jaren nogal wat
geweest tussen auteurs en de mensen uit hun omgeving, vaak een geliefde, omdat
de naasten vinden dat zij onjuist verbeeld zijn (mensen, een roman is hoe dan
ook fictie, de personages zijn fictief!) -.
En wat doen die personen?
Hoe handelen zijn, waarom handelen zij? Hoe staan zij tegenover het
hoofdpersonage? Wat zijn hun gevoelens?
En dan hebben we het nog
niet gehad over de verschillende thema’s in het boek; in dit geval - ik doe een
greep -: liefde, vriendschap, ex-en, kinderen, verliefdheid,
heteroseksualiteit, homoseksualiteit (ik bedoel hier lesbische liefde, maar in
het kader van gelijke behandeling noem ik lesbische liefde ook
homoseksualiteit, wat het technisch gesproken ook is, rdv), biseksualiteit, en
alle soorten gevoelens die daarbij horen. Kortom, het leven zelf.
Schrijf niet over seks,
zegt de redacteur, en de auteur schrijft over seks; schrijf niet over
huisdieren, en de auteur schrijft over Theo, de hond; en de auteur schrijft
over Carlo, het fictieve paard (let wel: een fictief paard in een fictief
verhaal in een fictief boek: als dat geen meta-niveau is dan weet ik het niet
meer).
Een vriendin - M - van het
hoofdpersonage heeft een krantenbericht gelezen over een Nederlandse vrouw die
bij het skiën verongelukt is. Die situatie wil ze gebruiken om het
hoofdpersonage van Weijers boek - tenminste in dit onderhavige stukje - te
gebruiken voor haar - M - eigen boek. M zou dan haar hond erven, maar een hond
is zo lastig, ze kan niet overweg met honden, nu dan maken we er toch een paard
van, dat we Carlo noemen, dat is veel beter...etc. Enorm grappig, als je er
eens goed over nadenkt.
Schrijf niet zomaar wat,
zegt de redacteur, schrijf niets zonder dat dat een betekenisdrager is (mijn
term, rdv), zonder dat dat een relatie heeft met andere zaken. De auteur doet
niet anders - maar weloverwogen vanzelfsprekend -. Komisch!
En Weijers schrijft over
het schrijven van verschillende situaties, met verschillende personen, die soms
dezelfde voorletter hebben: M.
Kamers antikamers is geen
boek waarover makkelijk te schrijven is. Ik heb het hierboven
waarschijnlijk al
veel te ingewikkeld gemaakt. Het is een roman over het schrijven van een roman.
In Kamers antikamers onderzoekt Weijers op allerlei manieren hoe je dat kunt
doen. En ook schrijft zij allerlei fragmenten, korter en langer, die zouden
kunnen leiden tot een uiteindelijk verhaal. En inderdaad zijn er fragmenten die
veel lijken op verhalen die gepubliceerd zouden kunnen worden.
Het is dus niet ‘het
verhaal’ waar je een samenvatting van zou kunnen schrijven als boekbespreker;
’het verhaal’ bestaat uit verschillende mogelijkheden, ook van situaties die
elkaars tegenpolen - vandaar de titel Kamers antikamers - zijn, waaruit een
publicabel verhaal zou kunnen ontstaan. Zoals een schilder eerst schetsen maakt
voordat het grote schilderij gemaakt kan worden, zo schrijft Weijers korte
stukjes waaruit een roman zou kunnen ontstaan. Er is een verschil: Kamers
antikamers bestaat uit deze stukjes, een soort deconstructivisme, maar dan
eentje vooraf. Deconstructureren doe je volgens mij achteraf.
Heeft het zin om op zoek
te gaan naar wat ‘echt’ en wat ‘fictief’ is in deze roman? Naar mijn mening,
nee, niet doen, alles is fictief in een roman, en al lezend vind je vanzelf de
fragmenten waarvan je kunt denken: ja, dit is ‘het verhaal’ dat het
hoofdpersonage, de schrijver, uiteindelijk heeft geschreven.
Het zijn niet alleen
situaties, personages en thema’s die Weijers onderzoekt, ze voegt beschouwingen
van allerlei aard eraan toe, ook literaire. Die zijn vaak bijzonder geestig,
getuigend van opmerkingsgave, authentiek, erudiet - maar zeker niet té - en
intelligent.
Het is een beetje lastig
goed voorbeelden te geven. Ik ben de luiheid zelve en raad aan: zelf lezen!
Deze tweede roman van
Weijers is zal vermoedelijk niet bij iedereen een warme plek in het hart
achterlaten. Als je houdt van een mooi gestructureerd verhaal, van poëtische
taal, van een grote soepelheid, dan ben je waarschijnlijk niet ondersteboven
van Kamers antikamers. Je moet ervan houden, van dat gigantische meta-niveau
van vertellen, van heen en weer geslingerd worden tussen mensen, thema’s, situaties,
waar je het gevoel hebt dat je weinig houvast hebt. Ik ben er dol op; ik ben
erg gecharmeerd van romans die gaan over het schrijven van een roman.
Niña Weijers (1987)
studeerde literatuurwetenschap. In 2010 won zij de schrijfwedstrijd Write Now!,
en ze publiceerde korte verhalen in o.a. 'De Gids' en 'Passionate Magazine'.
Door Opzij werd ze in 2013 uitgeroepen tot een van de ‘35 schrijfsters onder de 35’ .
Ze heeft een vaste column op de website van 'De Groene Amsterdammer'. Haar
debuutroman 'De consequenties' werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs
2015 en is bekroond met de Anton Wachterprijs 2014, de publieksprijs van de
Gouden Boekenuil 2015, met de Van der Hoogt-prijs en de Opzij-prijs. 'De
consequenties' is in vertaling verschenen in Duitsland, Frankrijk, de USA,
Tsjechië en Montenegro. In juni 2019 is haar nieuwe roman Kamers antikamers verschenen. (Bron)
Titel: Kamers antikamers
Auteur: Niña Weijers
Pagina's: 240
ISBN: 978902544561
Uitgeverij Atlas Contact
Verschenen: juni 2019
Genre: fictie
Gave analyse. Ik kan me er in vinden. Alleen voelde ik me lost in de plotloosheid. 🙃
BeantwoordenVerwijderen