Recensie door Tea
van Lierop
Uitgeverij Aspekt
Achtervolgd door wanen
Deze novelle heet
het laatste werk van Arthur Schnitzler te zijn, maar er zijn
aanwijzingen dat hij dit werk twintig jaar voor zijn dood schreef. Om
redenen - die duidelijk worden tijdens het lezen - besloot de auteur
dat het manuscript niet eerder afgedrukt mocht worden. De tekst op de
achterflap en het verhelderende nawoord van vertaler Jef Rademakers
maken het verhaal meer dan compleet. Ik las het nawoord vooraf en dat
vond ik in deze situatie de goede volgorde. Er wordt in het nawoord
een boekje opengedaan over het privéleven van de auteur, hij bleek
niet voor iedereen het toonbeeld van een aimabel mens. Toch liet ik
me niet leiden door de typering; het hoofdpersonage in het boek wordt
zo krachtig neergezet dat de auteur samen met zijn scrupules verdween
naar de achtergrond. Ik ben het hierin roerend eens met de vertaler,
het is een zeer sterk boek.
De titel en de
afbeelding op de cover vormen het beeld dat het hier gaat om een donker, duister en sinister boek. Dat is het ook. Robert en zijn
broer Otto zijn de twee personages waar het in deze novelle boek om
draait. Behalve liefde en bezorgdheid voor elkaar, is er ook een zeer
broze vertrouwensband. Robert is de onevenwichtige hypochonder die
lijdt aan waanvoorstellingen, Otto is een succesvol zenuwarts. Door
Roberts zwakke psychische gesteldheid is hij deels afhankelijk van de
expertise van zijn broer. Op zijn beurt worstelt Otto met zijn
dubbelrol als broer en arts.
‘Oordeel: dat was het woord, dat in zijn binnenste steeds klonk; en daar ging het inderdaad om. Want van jongs af had hij, over welke fraaie eigenschappen hij ook beschikte, zich tegenover zijn broer altijd als een mens van geringe waarde beschouwd, en hij realiseerde zich dat zijn eigen maatschappelijke activiteiten door Otto weliswaar verdraagzaam, maar vaak ook met ongeduld en afkeuring werden bekeken.’
Dat deze
ongelijkheid tot ongewenste situaties kan leiden is bijna te
verwachten, zeker doordat Robert continue in de waan is dat hij
bedreigd wordt. De auteur kan bijzonder goed in Roberts hoofd kijken.
Angstaanjagende, irreële beelden wisselen die van de zeldzame goede
momenten af. Het schijnt dat er nogal wat autobiografische elementen
verwerkt zijn in de novelle, vandaar dat de beelden zo waarachtig
overkomen.
Opvallend is het
terugkomen van de spiegel als motief. Het toont aan hoe de waarheid
vertekend weergegeven kan worden, Robert zag in zijn spiegelbeeld
niet zijn eigen gezicht, maar dat van zijn broer. De auteur heeft er
vast een bedoeling mee, misschien wilde Robert meer van Otto's
karakter bezitten, of huizen er meerdere persoonlijkheden in één
geest? In ieder geval geeft het de meerlagigheid aan.
Roberts liefdesleven
is gecompliceerd, altijd zijn er weer de twijfels of hij de juiste
vrouw heeft getroffen en steeds slaat de verveling en de irritatie
toe. De vrouwen vormen een rode draad in het boek, in zijn dromen
herbeleeft Robert zijn angstige avonturen en haalt hij alles door
elkaar. Prachtig zijn de duistere beschrijvingen wanneer hij een
vrouw meeneemt naar een bos en vervolgens niet meer weet wat er
precies gebeurd is.
‘Hij liep met haar het bospad in, hetzelfde bospad dat hij in dat uur van afscheid met Alberta ingegaan was. Zij hield haar handen in de zakken van haar lange regenjas en razendsnel sprak zij, zonder Robert aan te kijken, volledig onverstaanbare woorden, zomaar in het niets. Doch hij wist dat dit eigenlijk iets anders betekende dan een wandeling, namelijk zijn eigen levensweg, ja, zijn allengs naar het einde voortschrijdende bestaan […] Toen hij wakker werd […]
Deze duistere
novelle las ik met verwondering en plezier. Verwondering vanwege het
ultieme inlevingsgevoel van de auteur en dan laat ik even los wat er
bekend is van Schnitzlers levenswandel, het goed verwoorden van
gevoelens is op zich al bewonderenswaardig. Verwondering ook omdat
het verhaal getuigt van zelfinzicht en ondanks dat weten toch niet
anders kunnen handelen. Symboliek speelt een belangrijke rol, een
voorbeeld is de trein die in vele romans een profetische rol speelt
en zodoende de spanning opvoert. Want spanning is er zeker,
schitterend opgebouwd en daarmee werd bijna ongemerkt het leestempo
verhoogd. Beter is het rustig de laatste bladzijden in te laten
werken en daarbij de prachtige beschrijvingen van het landschap te
laten vervloeien met het lot van de broers.
De auteur
Arthur Schnitzler
(Wenen, 15 mei 1862 - aldaar, 21 oktober 1931) was een Oostenrijks
huisarts en schrijver.
Schnitzlers vader
was een bekende arts en had daarom Arthur voorbestemd tot een
medische loopbaan, die Arthur gedurende tien jaar zou volgen.
Schnitzler werkte onder meer als assistent in de kliniek van Freuds
leermeester, Theodor Meynert, en werd een expert in klinische
hypnosetechnieken. Toen Arthur zich steeds meer tot de literatuur
geroepen voelde, verzette zijn vader zich tegen de plannen van zijn
zoon.
Zijn bekendste
toneelwerk is Reigen (in het Nederlands door Martin van Amerongen
vertaald als Reidans) over het decadente Weense leven rond 1900.
Destijds was het stuk zo controversieel dat het lange tijd niet mocht
worden opgevoerd.
Ook als
prozaschrijver is Schnitzler belangrijk. Zijn novelle Leutnant Gustl
(1900) is het eerste verhaal in het Duits dat helemaal als innerlijke
monoloog is geschreven. Het is een satire op de huichelachtige
erecode in het toenmalige Oostenrijkse leger. Traumnovelle (1926)
heeft de film Eyes Wide Shut (1999) geïnspireerd.(Wikipedia)
Titel: Vlucht in de
duisternis
Auteur: Arthur
Schnitzlers
Uitgever: Uitgeverij
Aspekt
Vertaling: Jef
Rademakers
ISBN: 9789463386500
Pag.: 158
Genre: fictie
Verschenen:oorspronkelijk 1931, deze vertaling 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.