Helaas nog steeds actueel en hilarisch
In 1996, ter ere van het honderdste geboortejaar van Paul van Ostaijen, publiceerde uitgeverij Ooievaar de goedkope pocket (ƒ 15,--/BFR 300,--) Het bordeel van Ika Loch. Ooievaar had Tom Lanoye de opdracht gegeven om uit het creatief proza van Van Ostaijen een selectie te maken en er een inleiding bij te schrijven. Goede keuze van Ooievaar, want Lanoye laat in 1985 in zijn prozadebuut, de verhalenbundel Een slagerszoon met een brilletje, in het verhaal Het boek, de jongen Achille (= Tom Lanoye?) door de plaatselijke bibliotheek met volle stem aan de bibliothecaris vragen: 'Het bordeel van Ika Loch, is dat wat?'.In zijn inleiding constateert Lanoye dat de waardering voor Van Ostaijen vooral zijn poëzie betreft en amper zijn creatief proza. Deze bundel heeft daar, helaas, niet veel aan veranderd. Dat ligt zeker niet aan de selectie die Lanoye heeft gemaakt, die is representatief voor het proza oeuvre van Van Ostaijen. Waar het dan wel aan ligt? Geen idee. De meeste verhalen in de bundel zijn grotesken, verhalen waarin onmogelijke dingen als de gewoonste zaak ter wereld worden beschouwd. In De bende van de stronk gaat het bijvoorbeeld om een man van wie het lichaam niet veel completer is dan dat van een gemiddeld borstbeeld. Van Ostaijen werkt zijn grotesken consistent uit zonder vast te lopen in ongeloofwaardigheid.
Toch is dit niet de grootste kwaliteit van de in deze bundel opgenomen verhalen. De grootste kwaliteit en ook actualiteit van de grotesken zit in de ideologie- en maatschappijkritiek die Van Ostaijen levert, geen geringe prestatie voor verhalen die zijn geschreven tussen 1919 en 1927. Zo is De trust der vaderlandsliefde een hilarische kritiek op het nationalisme, De verloren huissleutel is zowel een kritiek op de seksuele moraal van die tijd (en deels de onze) als op de psychoanalyse van Freud, en in Intermezzo wordt de theaterwereld op de hak genomen. Steeds terugkerende elementen in de verhalen van Van Ostaijen zijn het bekritiseren van het ‘establishment’ en het onnodig intellectualistisch en onnodig ingewikkeld taalgebruik van ditzelfde ‘establishment’ om de eigen machtspositie te verdedigen.
De cynische en bittere, maar niet verbitterde, virtuoze stijl waarin Van Ostaijen dit doet is een waar genoegen om te lezen. De onzinnige drogredenen van het ‘establishment’ rollen over de pagina’s. Wanneer je na het lezen van een groteske van Van Ostaijen de tv aanzet om naar een nieuwsuitzending te kijken en een minister, parlementslid, burgemeester of plaatselijke theaterdirecteur aan het woord hoort dan waan je je in een verfilming van een groteske van Van Ostaijen. Het is jammer dat dat zo weinig leden van het ‘establishment’ zijn proza lezen, want dan zouden ze kunnen (?) inzien hoe onzinnig hun betogen vaak zijn. De grotesken van Van Ostaijen zijn dan ook tegen wil en dank nog steeds actueel.
Merci. Intrigerend. Zodra het overgrote deel der literaire kudde ken ik de gedichten en weet ik van zijn proza.
BeantwoordenVerwijderenDat was bij mij jarenlang ook zo. Tot ik eindelijk deze bundel las. Dit leidde er toe dat ik zijn Verzameld Proza in huis haalde.
BeantwoordenVerwijderen