woensdag 18 november 2020

Nicolaj Gogol - Dode zielen

Recensie door Cies
Uitgeverij van Oorschot
 

 

 De onmetelijke rijkdom van de Russische geest  

 

Het eerste deel van Dode Zielen werd in 1842 gepubliceerd. Van Gogols plannen om er een trilogie van te maken analoog aan Dante’s Goddelijke Komedie is niets terechtgekomen in verband met het ‘writersblock' en de afnemende geestelijke gezondheid waar Gogol last van had na de publicatie van het eerste deel. Het tweede deel is nog wel gedeeltelijk gepubliceerd, maar is zo onvolledig dat ik het niet meeneem in deze recensie. Het eerste deel is een afgerond geheel op zich.

De op het platteland van de Oekraïne geboren Gogol (1809 – 1852) trok vrijwel direct na afronding van zijn middelbare school naar Petersburg om daar beroemd te worden. Na een aantal jaren proberen lukte het in 1836 om een beroemd en gevierd man te worden in Petersburg met de publicatie zijn komedie De Revisor. Gogol, geïrriteerd door de deels negatieve kritieken, vertrok naar het buitenland (Rome) om nog maar een enkele keer terug te keren naar Rusland. Zijn haat-liefde verhouding met Rusland en met het Russische platteland in het bijzonder staat centraal in Dode Zielen

Dode Zielen is een satirische schelmenroman waarin Gogol de kleinburgerlijke, bekrompen en onwetendheid van de Russische bourgeoisie in provinciesteden te grazen neemt én hij zet gelijktijdig de hele Russische samenleving, de Russische ‘ziel’ te kakken. Hij doet dit niet uit haat, maar uit liefde in de hoop en verwachting (Gogol had een meer dan gezond vertrouwen in zijn eigen capaciteiten) dat de Russische samenleving zijn als satire vermomde wijze raad zou opvolgen. Helaas voor Gogol. 

De schelm in Dode Zielen is Tsjitsjikov. Over zijn achtergrond, waar hij geboren is, zijn vorige werkgevers enzovoorts komen we weinig te weten. De verteller ligt pas een tip van die sluier op tegen het einde van het boek. In het begin van het boek wanneer Tsjitsjikov in de niet nader geduide provinciestad N. arriveert is het enige dat hij over zijn verleden tegen de plaatselijke notabelen en landeigenaren vertelt dat hij in ambtelijke dienst is geweest op een niet te hoge, maar ook niet te lage positie. Deze onbestemde beschrijving tussen niet te hoog en niet te lage positie geeft de verteller ook van het fysiek gestel van Tsjitsjikov: niet te dik, niet te mager, niet te groot, niet te klein. Tsjitsjikov als vertegenwoordiger van de Russische middelmatigheid, maar dan wel een vertegenwoordiger met een creatieve ondernemende geest. Of is het een criminele geest? En welke van deze twee ‘geesten’ is dan representatief voor de Russische middelmatigheid? 

In het elfde, en laatste, hoofdstuk richt de verteller zich direct tot de lezer (niet voor het eerst) in een lange monoloog waar in hij onder andere zegt: "…wellicht zal in dit verhaal de Russische geest zijn onmetelijke rijkdom tonen..". De verteller, Tsjitsjikov en Gogol houden de Russische samenleving van die tijd de hele duur van de roman een spiegel voor. Wat die spiegel ons en de Russische lezers in het midden van de 19e eeuw laat zien is niet al te verheffend en fraai. Hebzucht, (ambtelijke) corruptie, list en bedrog, incompetentie, roddel en achterklap, schelden en vloeken, lompigheid en jaloezie zijn de krachten die het Russische platteland draaiende houden. Enige geestelijke vooruitgang, verlichting en intelligentie is er zo goed als niet te vinden, ondanks dat de bourgeoisie in de provinciestad N. zich in het Frans weet uit te drukken en de laatste Parijse en Petersburgse modetrends volgt. Gogol beschrijft dit alles op een wisselende humoristische manier. 

Het ene stuk(je) is een groteske, het volgende een bijtende satire, om daarna verder te gaan vol met ironisch gevoel voor ‘understatement’. Deze afwisseling zorgt ervoor dat het geen repeterend geweer van lachsalvo’s wordt dat na een tijd toch ook gaat vervelen hoe goed de grappen ook zijn. Het resultaat van de verfrissende variatie, de herkenbaarheid van de ondeugden van Tsjitsjikov en alle mensen van hoog tot laag die hij tegenkomt in de provinciestad N. en op de omliggende landgoederen, zorgen ervoor dat Dode Zielen nog steeds heel goed leesbaar en actueel is. 

Titel: Dode zielen
Auteur: Nicolaj Gogol
Uitgeverij: Van Oorschot
ISBN: 978902826136
Vertaling: Arthur Langeveld en Charles B. Timmer
Pagina’s: 464
Genre: fictie
Verschenen: deze editie 2016

 

2 opmerkingen:

  1. Wat een fijn weerzien! Ik las dit boek jaren geleden en het is me altijd bijgebleven. Tijd om het eens te herlezen. Dank dus om mijn geheugen op te frissen!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Graag gedaan.
      Altijd leuk om te lezen dat een recensie inspirerend werkt om een boek te herlezen.

      Verwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.