Recensie door Tea
van Lierop
Uitgeverij Van
Oorschot
Verlangen naar
vrijheid
Een prachtig
historisch landhuis te midden van weelderig groen, water en een
overvloed aan vogels en insecten is het decor van een verhaal waarin
twee jonge mensen op zoek gaan naar de juiste richting. Parallel in
een andere setting verlangt men naar hereniging met de geboortegrond.
Oscar en Louise,
broer en zus, zitten niet op één lijn wat betreft hun wensen, wat
hen bindt is de behoefte aan verandering. Het meisje komt net terug
uit de stad waar ze studeerde, verleden tijd, want ze heeft besloten
te stoppen. Oscars verhaal begint in de klas waar hij een bromvlieg
bestudeert die keer op keer probeert door een ruit te vliegen.
De vlieg komt, net
als vele andere insecten, vogels en de kat te veelvuldig terug om
niet als motief te worden gezien.
Voor de vlieg zijn
meerdere verklaringen te vinden, maar aangezien hij (dood door
verveling) terugkeert in het laatste gedeelte van het boek staat hij
als symbool voor Oscars coming of age. Net als de vlieg probeert hij
‘uit te vliegen’ op zijn manier en probeert binnen zijn
mogelijkheden te ontsnappen uit zijn positie. Het lot helpt hem een
handje, want hij komt in aanraking met een Moluks gezin. Jonkie
Matupessy, één van zijn klasgenoten, ligt in het ziekenhuis en Oscar
moet hem zijn huiswerk brengen. Behalve de Molukse wijk, daar komt verder
nooit een niet-Molukker, is ook het huis waar Jonkie woont een
Eldorado van curiositeit. Tevens ontmoet hij er Dona, een schoonheid die
hem onmiddellijk betovert. Een kist roept Oscars nieuwsgierigheid op,
maar daar mag hij niet eens naar kijken!
Louise zwoer op haar
twaalfde haar geloof in God af. Heel stellig keerde ze zich tegen
haar Gereformeerde omgeving. Schitterend zijn de passages waarin ze
zich probeert af te zetten, maar deze rebellie toont tegelijkertijd
aan hoe diep haar gereformeerde vorming geworteld is.
‘Met de eerste zin die er, geestdriftig en in verrassende harmonie, uitrolde, voelde ze haar tot glimlach geplooide mond verstijven. Het was of er gedurende een paar seconden een grauw waas voor haar stemming schoof en daarna was het tafereel dat ze voor zich zag veranderd. Want hier zag ze het in werking, en voor het eerst in haar volwassen leven zag ze het zo duidelijk: de machinerie – die zij dus deze keer zelf had aangezet.’
Louise is niet mals
in haar kritiek op degenen die haar gelovig hebben opgevoed, ze
schuwt geen enkel argument. Dat deze tegenspraak stevige discussie en
teleurstelling oplevert behoeft geen uitleg en de auteur beschrijft
deze breuk met het geloof met gepast geweld. Voor een gelovige lijkt
het geen eenvoudig te verteren boek, tenslotte komt er wel een
aanval op het geloof en hen die geloven. Maar misschien dat de
discussie die het boek oproept ook verheldering brengt.
Oscar verkeert in
een heel andere situatie. Hij zit nog op school en verveelt zich
eigenlijk een beetje. Vandaar ook die vlieg als metafoor. Door zijn
kennismaking met het Molukse gezin wordt zijn wereld compleet op zijn
kop gezet. Hij komt in aanraking met de liefde, een enorm
cultuurverschil, het verdriet en de woede van de Molukkers en voelt
zich zo betrokken dat hij obsessief alles wil weten van de
historische achtergrond van deze groep ontheemden. Verhelderend is
het betoog over de geschiedenis van deze misleide mensen en de
maatschappelijke gevolgen hiervan. Met ontroerende pen beschrijft de
auteur over beloftes die de Nederlandse regering deed en nooit
nakwam. Het boek speelt zich af in de jaren tachtig, de acties van de
Molukkers liggen dan nog vers in het collectief geheugen.
De verhaallijnen van
Oscar en Louise worden losjes om en om verteld, telkens vanuit hun perspectief. Het boek
bestaat uit drie delen met een bijzonder aantal hoofdstukken, 8-4-8.
Zou de auteur hiermee een bepaalde bedoeling hebben? Even gedacht
aan een Bijbeltekst, maar dat biedt geen duidelijkheid. Het boek
heeft als titel Pastorale, deze benaming doet denken aan landelijk,
herderlijk. Herder associeert weer makkelijk naar De Heer is mijn
Herder. Daarmee is de titel met zorg gekozen en kun je als lezer
mijmeren over de verschillende betekenissen en uiteindelijk
concluderen welke er het beste past of misschien hangt het van de
passage af. De prachtige schrijfstijl en de bijzondere verhaallijnen
zorgen voor een erg mooi evenwichtig boek dat vragen oproept en de
blik op geloof en gelovigen doet veranderen.
De auteur
Stephan Enter
debuteerde in 1999 met de verhalenbundel Winterhanden, die lovend
werd ontvangen en genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs
2000. In april 2004 verscheen zijn eerste roman, Lichtjaren, die
eveneens een Librisnominatie in de wacht sleepte. Beide boeken werden
ook genomineerd voor de Gerard Walschapprijs. Eind april 2007
verscheen Enters tweede roman Spel.
Enters derde roman,
Grip (2011), werd bejubeld in de media, was genomineerd voor de
Librisprijs, voor de AKO Literatuurprijs en won de Gouden Boekenuil
Lezersjuryprijs. Het boek is tevens bekroond met de F.
Bordewijk-prijs. In 2012 is de C.C.S.Croneprijs, de tweejaarlijkse
oeuvreprijs van de stad Utrecht, aan Stephan Enter toegekend.
In 2015 verscheen de
roman Compassie, eveneens goed ontvangen:
‘Enter heeft er,
ook dankzij zijn nooit falende, indringende stijl, een klein
meesterwerk van gemaakt met een bespiegelend slot dat van grote
schoonheid is.’ – NRC
‘een wanhopig mooi
boek’ – De Groene Amsterdammer
Zie ook:
www.stephanenter.nl
Titel: Pastorale
Auteur: Stephan
Enter
Uitgever: Uitgeverij
Van Oorschot
ISBN: 9789028293304
Pag.: 288
Genre: fictie
Verschenen: december
2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.