vrijdag 13 oktober 2017

Henk Spaan - De binnentuin

Gastrecensie Roosje
Beoordeling: 3.5 sterren
Uitgeverij Atlas Contact



Amsterdamse babyboomers: geen spaan blijft ervan heel

De hoofdpersonen

Sam heeft het er maar moeilijk mee. Hij woont noodgedwongen alleen in een luxe maar nog nauwelijks bewoonbaar huis; zijn belangrijkste bezit, zijn boeken, zitten nog in dozen. Het lukt hem maar niet zijn boekenkast in elkaar te timmeren. De zwerver die onder zijn huis slaapt en op zijn fiets past krijgt het wel voor elkaar. Die zwerver ontvangt iedere dag vijf euro van Sam. Meer heeft hij niet nodig. Sam is een loser en een lulletje-rozenwater.

Sams vrouw, Marjolein, woont in een net zo’n chic huis van de - ongetwijfeld sociaal-democratische - woningbouwvereniging De Coöperatie, een gewilde plek voor de Amsterdamse babyboomersscene. Lekker goedkoop en gezelling ‘onder ons’. Een van Sams vrienden heeft zijn koophuis aan het Vondelpark voor 6 miljoen euro weten te verkopen aan een voetballer en is nu de buurman van Marjolein.

Alle figuren uit dit boek zijn onsympathiek. Dat leest wat lastig. Voor Sam kan ik weinig interesse opbrengen maar voor Marjolein net zo min. Soms is de hoofdpersoon onsympathiek of zelfs walgelijk, zoals bijvoorbeeld de hoofdfiguur in AFTh van der Heijdens Kwaadschiks. Het is mogelijk: een goed boek met een onsympathieke hoofdfiguur.

Sleutelromantische zedenschets

In zijn eenzaamheid en depressie probeert Sam zijn ex, die eigenlijk nog gewoon zijn vrouw is, want de scheiding is er nog niet door, terug te winnen. Dat wil nog niet zo opschieten. Hij denkt terug aan de dingen die hij met haar gedaan heeft, hoe hij haar ontmoet heeft en waarom het fout is gegaan. Dat was natuurlijk iets futiels. Hij had een korte affaire met een jonge vrouw ten tijde van de misgeboorte van hun kind. Dat kwam jaren later pas uit, toen een kennis een boek geschreven had waarin die specifieke gebeurtenissen een rol speelden. Dit is een weinig subtiele aanwijzing van Henk Spaan dat De binnentuin gelezen moet worden als een sleutelroman en als een zedenschets. Een sleutelromantische zedenschets, als het ware.

Tegelijk speelt er een kwestie van asielzoekers en vooral hoe die te gelde te maken. Een hilarisch en tenenkrommend verhaal waarin ironie dikwijls over de top gaat en hier en daar een glimp sarcasme en een grotere glimp cynisme zijn te bekennen.

Die babyboomers, de Maagdenhuisbezetters van weleer met hun idealistische praatjes zijn in de loop van hun PvdA-carrière met topbaantjes als gemeentelijke bestuurders met hun billen vastgeplakt op het Amsterdamse pluche, veranderd in een stelletje eurovreters in hun oude-jongens-krentenbrood-netwerk en met hun inside relaties bij kranten, de televisie, het hele linkse mediagebeuren. Wat hun interesseert zijn de pecunia - non olet, immers -, de honderden euro’s kostende wijnen, die zij onder betaling van kurkgeld in het café, openbaar dus, vooral voor iedereen zichtbaar, opdrinken, hun oude vingers nog steeds in de sociaaldemocratische pap, terwijl persoonlijke ressentimenten uit een ver verleden bij voortduring opspelen.

‘’Ik heb altijd geweten hoe belangrijk het was om Maagdenhuisbezetter te zijn geweest. Het staat nog steeds boven aan mijn cv. Hoewel het nog maar zelden voorkomt dat ik ergens een cv moet overleggen,’ zei Gerrit. Hij lachte erbij. (...) ‘Ik bedoel marketingtechnisch. Voormalig Maagdenhuisbezetter is een eretitel. Hij opent deuren die voor anderen gesloten blijven,’ zei Gerrit. (...) ‘...Je hebt een leuke vrouw, trouwens,’ zei ik. // ‘Dina” Ik kwam haar in 1977 tegen in Beiroet waar ik een Nederlandse opvang voor adoptiekinderen aan het opzetten was. (...) Geld verdienen met altruïsme is mijn motto.  Die kinderen waren hun ouders kwijt en in Nederland zaten onvruchtbare echtparen te smachten naar een kind. (...) Ik bemiddelde en vroeg vijfentwintig procent voor mijn bemoeienissen....’’ (p. 83-84)

Heel sterk is het über-ironische, de cynische zedenschets, van het hele asielzoekersgebeuren en het geldelijk - moreel verwerpelijke - slaatje dat het stelletje voormalige salonsocialisten slaat uit deze wrange vluchtelingenproblematiek. Uitgebuite vluchtelingen, die onderling ook nog eens op de vuist gaan, want de een voelt zich toch de meerdere van en bedreigd door de ander. Neonazistische nare kaalkoppen bemoeien zich er ook nog eens mee. Geweld en chaos alom

Ik heb een idee (...). Buitenlandse vrouwen die het tegen elkaar opnemen (als tv-format, rdv) in typisch Nederlandse cultuuruitingen als ramen lappen, de vloer in de was zetten, strijken en de stoep vegen. Over integreren gesproken. Ze worden overhoord over kinderboeken van Annie M.G. Sschmidt. Wie kan de meeste figuren opnoemen uit Jip en Janneke? Welke rivier stroomt er door Rotterdam? Hoe heet de hoogste toren van Utrecht? Ik ga er meteen werk van maken. Wie heeft de rechten?’ (aldus Gerrit op p. 85).

Liefdesverhaal

Te midden van deze hoofdstedelijke couleur locale speelt Sam langzamerhand en behoedzaam onder het oog van het asielzoekerstententkamp in de binnentuin van Het Hof, waar Marjolein woont, zijn troeven uit. Aanvankelijk krijgt ons lulletje-rozenwater geen poot aan de grond, tot Marjolein twee asielzoekersmeisjes aan de ouderlijke macht onttrekt en bij haar in huis neemt. Dat is blijkbaar haar scharnierpunt, maar dat komt wel een beetje als een deus-ex-machina. De twee zwarte meisjes, die al zo goed Nederlands praten en op de laptop tv kijken, hebben de plaats ingenomen van haar gestorven vrucht.

Het liefdesverhaal vind ik minder dan de cynische zedenschets maar toch nog best de moeite waard. Het laatste hoofdstuk had wat mij betreft ongeschreven kunnen blijven.

Auteur

Spaan studeerde van 1968-1973 Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij behaalde zijn eerstegraads lesbevoegdheid, maar maakte hier nooit gebruik van. Tijdens zijn studie was hij redacteur van het studentenweekblad Propria Cures. Zo belandde hij in de journalistiek. Al op 23-jarige leeftijd was hij columnist van Het Parool en het in die dagen gezaghebbende weekblad Haagse Post.

Spaan publiceerde vier dichtbundels:
-Een lach en een traan (1973)
-De zoon van Cruijff (1995)
-Maldini heeft een zus (2000)
-De kop van Kuijt (2006)

Van hem verscheen een aantal columnbundels en in 2007 het boek Alle dagen voetbal. In mei 2009 verscheen De rapen zijn gaar (Les carottes sont cuites), een boek over zijn huis in Frankrijk. In 2014 debuteerde hij als romanschrijver met 'Oude vrienden'.

'De binnentuin'
Auteur: Henk Spaan
Pagina's: 272
ISBN: 9789025450311
Uitgeverij: Atlas Contact
Verschenen: mei 2017


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.