maandag 19 april 2021

Olga Tokarczuk - Jaag je ploeg over de botten van de doden

Recensie door Roosje
Uitgeverij De Geus

Ode aan William Blake

Pas na een dertigtal pagina’s kom je erachter dat de hoofdpersoon van dit boek een vrouw is, en het duurt nog vele pagina’s daarna voordat haar naam bekend wordt: Janina Duszejko.
Dat vond ik heel opmerkelijk. Een oude ziekelijke vrouw, die alleen woont op een berg in de buurt van de grens met Tsjechië, is het zinderende middelpunt van deze roman. Ja, zinderend is een begrip dat best gebruikt mag worden. Hoe oud ze is, wordt niet duidelijk, maar dat is niet erg. Drie kwart van de roman getuigt van een heerlijk zelfbewustzijn en van een krachtige, maar ook duistere energie. De auteur is helemaal verstopt in Janina’s hoofd. In het begin zien we door haar ogen.

Ik ben van mening dat ieder van ons een ander mens op zijn eigen manier ziet…’ (2020: 28)

Want de beste gesprekken heb je met jezelf. Dan krijg je tenminste geen misverstanden.’ (ib.: 39)

Wanneer een Mens Woede voelt, lijkt alles soms voor de hand liggend en simpel. Woede zorgt voor orde, laat de wereld in een notendop zien; Woede herstelt ook de gave van de Heldere Blik, wat in andere toestanden zeldzaam is.’ (ib.: 40)

Heerlijke zinnen van dit soort nestelen zich in je hoofd; ik had de neiging zo’n beetje alles wat Tokarczuk in het begin aan ons openbaart, te willen noteren; gewoon alles overschrijven. Die zinnen alleen al hebben zoveel zeggingskracht dat het verhaal er, wat mij betreft, niet toe doet. Maar er is wel een verhaal. In de omgeving van Janina en haar buurman Eunjer worden lijken aangetroffen van mannen; mannen die niet deugen. Wat er in ieder geval niet aan hen deugt is dat zij jagen en wrede mensen zijn. Janina is ervan overtuigd, zo lijkt het, dat de dieren uit de omgeving, reeën, zwijnen e.d., het recht in “eigen hand” hebben genomen. Er kleeft iets vreemds aan Janina. Enerzijds wil zij dat de politie de moorden oplost, anderzijds weet zij dat de dieren zich hebben gewroken. Dus waarom zou ze de politie stad weer aanmanen de moordenaar(s) te vinden?

Niet alleen is deze roman zeer feministisch, vooral in die zin dat het volstrekt vanzelfsprekend is dat een oude, onproductieve en zieke vrouw de hoofdrol speelt, maar ook is het een roman waarin de Natuur evenzeer een voor de hand liggende taak heeft. Feminisme en eko-vanzelfsprekendheid komen samen in Janina.

Maar het verhaal, de gebeurtenissen die zich afspelen in het leven van de mensen op de berg of heuvel, ontwikkelt zich. En gek genoeg vind ik dat een beetje jammer. De immense natuurgodin, die ik in Janina zag, wordt een beetje te menselijk. Het verhaal krijgt een betrekkelijk duidelijk einde. De thrillerachtige motieven en elementen werden me een beetje te letterlijk. En dat vind ik jammer. Liever bleef ik vertoeven bij half hallucinerende bergvrouw met haar vreemde en beeldende dromen.

Een heel ander thema in deze roman is William Blake, de Engelse romantische en mystieke dichter. Ik vroeg me direct al af: waarom denkt Janina in hoofdletters, willekeurige hoofdletters. Ik probeerde een relatie te zien met de dichteres Emily Dickinson, die een vreemd, idiosyncratisch hoofdlettergebruik introduceerde in haar poëzie, tot ik steeds vaker las dat Janina samen met haar oud-leerling Dionizy, Dyzio (je zult je kind maar Dionysos noemen…) William Blake aan het vertalen was. Janina gaf Engels in het stadje lager op de berg of heuvel. Dyzio werkt als ‘informaticus’ bij de politie. Ze zegt dat ze weinig van Blake begrijpt met zijn ‘schitterende dramatische beelden’ (ib.: 81): ‘Waar gebeurt het en wanneer? Is het een sprookje of een mythe? Ik vroeg het Dyzio. ‘Het gebeurt altijd en overal’, zei Dyzio met een schittering in zijn ogen.’ (ib.: 81)

De titel van deze roman is ontleend aan een gedicht van Blake, ik weet alleen niet welk…. En dat is wel een beetje stom.

De winter begint vlak na Allerheiligen. […] Dan wordt alles zwart-wit: op de omploegde velden valt sneeuw. “Jaag je ploeg over de botten van de doden’, zei ik tegen mezelf in de woorden van Blake.’ (ib.: 249)

Blakes gedichten zijn zeer mystiek en bezitten een heel eigen mythologie en eigen symboliek, die niet altijd even duidelijk is. Zijn belangrijkste prozawerk, met gravures, The Marriage of Heaven and Hell ontstond in 1790. https://nl.wikipedia.org/wiki/William_Blake en https://en.wikipedia.org/wiki/William_Blake . Blake was ook schilder. Op het album Hoe sterk is de eenzame fietser van Boudewijn de Groot zijn twee liedjes opgenomen van Blake: ‘Kindermeids lied’ en ‘De kleine schoorsteenveger’.

Ik citeer uit de Engelse Wikipedia-pagina, die veel uitgebreider is dan de Nederlandse, om Blakes idiosyncratisch hoofdlettergebruik en zijn eigen mystiek te tonen:

In The Everlasting Gospel, Blake does not present Jesus as a philosopher or traditional messianic figure, but as a supremely creative being, above dogma, logic and even morality:

If he had been Antichrist Creeping Jesus,
He'd have done anything to please us:
Gone sneaking into Synagogues
And not us'd the Elders & Priests like Dogs,
But humble as a Lamb or Ass,
Obey'd himself to Caiaphas.
God wants not Man to Humble himself (55–61, E519–20)’

Zonder dat Janina het beseft leeft zij het leven van een - onder andere - door Blake geïnspireerde natuurmystiek. Ze weet het niet, ze leeft die intuïtie, met een grotere liefde voor de Natuur dan voor mensen.

Hoewel de afloop mij niet helemaal zint is dit beslist een boek om te lezen. Uitzonderlijk van stijl, een ode aan William Blake, en een stuk makkelijker te verteren dan Tolarczuks grote epos De Jacobsboeken. Zonder de Nobelprijs zou ik vermoedelijk niet van haar gehoord hebben en een prachtige auteur gemist hebben.

Auteur

Olga Nawoja Tokarczuk (Sulechów, 26 januari 1962) is een Poolse feministische schrijfster aan wie de Nobelprijs voor Literatuur voor het jaar 2018 werd toegekend.

Tokarczuk was oorspronkelijk psycholoog. Ze haalde haar diploma aan de Universiteit van Warschau in 1985 en opende een praktijk in Wrocław en daarna Wałbrzych. Haar eerste dichtbundel verscheen in 1989 en haar eerste roman in 1993 (beide niet in het Nederlands vertaald). Literair succes kwam na het verschijnen van de romans Oer en andere tijden, in 1996, en Huis voor de dag, huis voor de nacht, in 1998. Sinds 1998 woont ze in de kleine stad Nowa Ruda, waar ze sinds 2015 een jaarlijks literair festival organiseert, Festiwal Góry Literatury.

In 2018 brak ze internationaal door na het winnen van de Man Booker International Prize voor Flights, de Engelse vertaling van haar boek Bieguni uit 2007, dat in het Nederlands is vertaald als De rustelozen.

Haar werk en persoon worden door sommige Poolse nationalisten, onder wie Waldemar Bonkowski van de PiS, als on-Pools gezien. Tokarczuk is een zelfverklaard patriot en verwerpt de aanvallen als xenofobisch en racistisch.

In 2017 is haar roman Jaag je ploeg over de botten van de doden verfilmd door Agnieszka Holland als Pokot (internationale titel: Spoor).

Op 10 oktober 2019 werd bekendgemaakt dat aan haar de Nobelprijs voor Literatuur werd toegekend voor het jaar 2018 (het jaar dat de Nobelprijs wegens enkele schandalen niet was uitgereikt).

Titel: Jaag je ploeg over de botten van de doden
Auteur: Olga Tokarczuk
Vertaling: Charlotte Pothuizen, Dirk Zijlstra
Pagina’s: 304
ISBN: 9789044542806
Uitgeverij De Geus
Verschenen: april 2020

1 opmerking:

  1. Interessante recensie, Roosje. Het lijkt wel alsof dit boek en het veel ontoegankelijkere "De Jacobsboeken" door verschillende auteurs werden geschreven.
    Je schrijft dat niet te weten uit welk gedicht van William Blake de titel is ontleend, maar eigenlijk zit je er met je verwijzing naar "The marriage of Heaven and Hell" bovenop... Blake schreef deze satire in 1790, met daarin de beroemde "Proverbs of Hell" die openen met:
    In seed time learn, in harvest teach, in winter enjoy
    Drive your cart and your plow over the bones of the dead.

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.