Recensie door Roosje
Uitgeverij Signatuur
!! Heel weinig spoilers maar niet helemaal zonder…
‘….familie komt op de eerste plaats.’ (2021, 234)
Dit boek gaat over Chinese
immigranten in het negentiende-eeuwse Amerika. Ba, Lucy en Sam zijn in Amerika
geboren, maar Ma was uit China gekomen naar het ‘Beloofde Land Amerika’, waar
de Chinese arbeiders met open armen zouden worden ontvangen, quid non. Het verhaal gaat met name over
Lucy, de oudste dochter, dat wil zeggen dat er vanuit haar personage het
verhaal wordt verteld.
C Pam Zhang werd geboren
in Peking, maar groeide op in de VS. Ze woonde in dertien verschillende steden
in vier verschillende landen en is nog steeds op zoek naar haar thuis. Al wat goud op de bergen is is haar
debuutroman, die lovend werd ontvangen en genomineerd werd voor de Booker Prize 2020.
In vier delen neemt de
auteur je mee. De delen zijn mysterieus getiteld als XX62, XX59, XX42/62, XX67.
Hoe de XX te duiden? Uit de context leid je wel af dat het om de 19e eeuw gaat:
spoorwegen worden aangelegd, goud wordt gezocht, etc. Ik heb het als volgt
opgevat: dít specifieke verhaal gaat weliswaar over Chinese immigranten in de
19e eeuw, maar hét verhaal van immigranten, waar ook, is van álle tijden. Het
einde van deze roman suggereert geen einde; deze roman, dit verhaal van Lucy is
ongoing …. Maar je mag het einde
misschien zelf verzinnen, of kijk om je heen hoe levens verdergaan of uiteindelijk
aflopen.
Immigratie is een ongoing process en vindt overal ter
wereld plaats. Dat is het grote thema in het debuut van Zhang. Immigratie gaat
altijd hand in hand met discriminatie, met het verlangen naar het oude land -
heimwee dus -, met onrechtvaardige behandeling.
En binnen de groep -
immigranten en ‘autochtonen’ - is de familie/het gezin het innigste verband.
Binnen de familie/het gezin worden gevoelens, wensen en hoop gedeeld, maar het
is ook de ‘plek’ waar het grootste verdriet ontstaat.
Het valt me de laatste
jaren op dat met name in Amerikaanse films en series, het gezin/familie een van
de grote thema’s is. Het gezin/familie is the
save haven in een samenleving die te dynamisch is of zelfs chaotisch en
vijandig. We leven in een tijd waarin te veel en te snel verandert. In de
familie zou een mens zich moeten kunnen terugtrekken om zich veilig te voelen
en zich te kunnen opladen voor die samenleving die zo veeleisend en
onbarmhartig is.
Dat is in deze roman van
Zhang ook het geval. Wat in die films en series aan de hand is, gebeurt ook in
de roman: ook het gezin niet vaak niet die safe
haven. In veel opzichten gedraagt het gezin zich als de samenleving:
gevaarlijk, een ultieme bron voor verdriet en trauma.
Je leest het verhaal van
Ba en Ma (vader en moeder, maar dat is wel duidelijk, toch?), Lucy en Sam. De
auteur misleidt je: aanvankelijk denk je natuurlijk dat Sam een jongen is. Hoe
makkelijk volg je als lezer en kijker de gebaande paden. In mijn vorige
boekbespreking was dat hetzelfde laken een pak (Vonne van der Meer, Naar Lillehammer). Maar dat Sam op een
jongen lijkt of wil lijken heeft wel degelijk redenen. Die ga ik niet
verklappen - zo min mogelijk spoileren -.
In het eerste deel gaan
Lucy en Sam - 12 en 11 jaar zijn ze - ervandoor met het lijk van Ba in een
kist, die op het paard Nellie gebonden is. Ze ontvluchten het mijnwerkerskamp.
Ze zoeken een plek om hem te begraven. De tijger, een van voornaamste literaire
motieven in deze roman, moet hun de plaats wijzen waar zij hem ter aarde kunnen
bestellen. Die tijger duikt overal op; een mythisch en magisch dier is hij,
innig verbonden met hun moeder, die eerder gestorven is, in het kraambed; de
baby was ook dood.
Deel twee vertelt over Ma,
het jaar waarin zij Ma en de baby verloren en al hun spullen en goud. Ba was in
hart en ziel een goudzoeker. Verbeten joeg hij dat na. Met redenen die je later
te weten komt. Ma is nogal ambivalent over dat goudjagen. Ze wil wel het goud,
dat hun alle ruimte zou geven het leven te leiden dat ze zou willen voor zichzelf
en haar gezin, maar ze ook het immense gevaar dat daarmee verbonden is.
Feitelijk is het goud in dit boek in alle opzichten de vijand, de verkeerde
keuze, het pad dat naar hel en verdoemenis leidt, omdat goud de mensen
hebzuchtig en gewelddadig maakt. Ma krijgt gelijk.
Deel drie gaat over Ba,
zijn verleden, zijn wensen en gedachten. Tot nu toe werd Ba voornamelijk
afgeschilderd als een dronkaard, een gokker en een verbeten goudzoeker. Het
lijkt erop dat hij meer om Sam geeft en dat Lucy meer naar haar moeder trekt.
In dit deel vertelt hij zijn oudste dochter dat hij eigenlijk meer van haar
houdt maar dat hij zijn liefde niet durft te tonen, waarschijnlijk om de kwade
geesten van Lucy te misleiden. In dit deel krijgt Ba eindelijk een beetje
diepte. In het vorige was Ma de centrale figuur.
Deel vier is het einde van
het boek. Lucy en Sam zijn onafhankelijk van elkaar hun weg gegaan maar Sam
komt haar opzoeken in de stad waar zij beiden naartoe waren gegaan, nadat ze Ba
begraven hadden. In dit deel vernemen we wat er met Sam gebeurd is.
In alle delen blijft Lucy
het centrale personage. Het hele open einde komt toch wel een beetje als een
verrassing, maar stemt me ook blij. Gelukkig worden niet alle raadsel
opgelost….
Deel een overdonderde me.
Op de achtergrond had ik herinneringen aan Faulkners As she lay dying, waarin een gezin hun dode moeder gaat begraven.
Dat is een heel particuliere associatie, en die hoeft niet voor iedereen even
duidelijk te zijn. Het gaat in ieder geval om familieleden die heel ver gaan -
letterlijk en figuurlijk - om een dood familielid naar zijn laatste rustplaats
te brengen.
In dit debuut van Zhang
speelt de natuur een grote rol. In de eerste plaats omdat Lucy bijna alleen
maar natuur kent, ze woont immers altijd in een kamp, nog net niet in een tent.
Water, wuivend gras, aarde, lucht, modder, wind, zout, bloed, botten, goud,
etc. De hoofdstukken binnen de delen dragen zulke kopjes. Hard is het leven.
Heel hard. En magisch en mysterieus; die toverachtige wereld, waarin de tijger
voorkomt - maar ook andere dieren als
jakhalzen - ook figuurlijk -, bizons -
komt van Ma, die zo’n ontzettende heimwee heeft naar haar eigen land aan de
andere kant van de oceaan.
Dit begindeel was zo
heerlijk kinderlijk magisch; zoveel dingen hadden nog geen verklaring, geen
rationele duiding. Dat volgt in de volgende delen: achtergronden en afkomst van
Ba en Ma; een verklaring voor hun gedrag en houding. En ook volgen we de groter
geworden Lucy en Sam, op de drempel van hun volwassenheid. Bijna zou ik willen
schrijven: had het bij het eerste deel gehouden. Dan was het net zo’n dun
boekje geworden als dat van Faulkner; dan had het naar mijn gevoel zijn sterkte
helemaal uitgebuit.
Maar dit is persoonlijk.
Ik hou wel van boeken en verhalen die de lezer niet helemaal uitgelegd worden.
Je moet dan zelf aan het werk. Suggestie is vaak aantrekkelijker dan uitwerkte
verklaringen, en uitdagend is ze zeker, suggestie bedoel ik.
Het meest dynamische
karakter is misschien wel dat van Ba, met Ma op de tweede plaats; dat verwacht
je als lezer niet en daarom is het spannend. Misschien is Lucy zelf wel het
meest statische personage. Daar kan ook veel moois instieten, natuurlijk. Sam
ontwikkelt zich in de richting die ik wel verwacht had maar een ander misschien
niet.
Een sympathiek debuut van
een auteur met een immigratie-achtergrond. Immigratie en aanpassing aan een
andere cultuur, waarbij immigranten sociaal gezien de mindere posities hebben
is vanzelfsprekend een hot item. Het is
goed dat we daarover zo veel boeken kunnen lezen. In een roman kunnen kwesties,
thema’s en karakters uitgebreid verhaald worden.
Interview
Waardoor raakte je voor
het eerst geïnspireerd om dit bijzondere verhaal te schrijven?
Ik werd op een ochtend wakker
met de beelden van twee zilveren dollars, twee zusjes, droge hitte en een
avontuurlijke reis in mijn hoofd. Elk fictioneel element uit het boek heeft
zich zo ongevraagd aan me opgedrongen: via beelden, via een stem of vanuit een
soort emotionele noodzaak.
Hoe zou je het begrip ‘thuis’
definiëren?
Thuis is meer een gevoel
dan geografische plek, een gevoel van je letterlijk op je plaats voelen. Voor
mij, als vrouw en als Amerikaanse van Aziatische afkomst, is het zeldzaam dat
ik ergens ben waar ik me niet hyperbewust ben van hoe mensen me zien. Op dit
moment is ‘thuis’ voor mij meestal de plek waar de mensen zijn van wie ik hou,
maar het kan ook een landschap zijn, een moment van rust in een vertrouwde
kamer of een bepaalde lichtinval waardoor ik me blij voel.
Welk boek maakte je voor het laatst aan het
lachen?
The Changeling van Joy
Williams.
De natuur en het landschap
in het Amerikaanse Westen spelen een belangrijke rol in je boek. Wat is jouw
relatie tot de natuur − hoe verhoud je je daartoe?
O, ik ben doodsbang voor
de natuur! Maar dat wil niet zeggen dat ik er niet van hou. Sterker nog, ik zou
zeggen dat ik meer respect heb voor het geweldige, woeste en ontzagwekkende
Amerikaanse Wilde Westen dan de gemiddelde mens. Maar het is net zo als met wilde
dieren. Je observeert het, maar het is niet de bedoeling dat je ermee knuffelt,
want het heeft scherpe tanden. Ik ben me ervan bewust hoe weinig ik weet over
overleven in de natuur. De natuur houdt zich niet aan de menselijke regels, en
daarom bewonder ik haar vanaf een veilige afstand: via documentaires, goed
onderhouden wandelpaden, et cetera.
Heb je een ochtendroutine of een
andere specifieke routine in deze coronatijd?
Ik word wakker, vecht
tegen existentiële angst, was mijn gezicht, smeer het rijkelijk in met een
vitamine C-serum en vochtinbrengende crème en zonnebrandcrème. Dan geef ik toe
aan mijn drang om het nieuws en mijn sociale media een paar minuten te checken.
Vervolgens trek ik fatsoenlijke kleding aan en zet ik een modieus (?) mondkapje
op om met mijn hond te wandelen. Want ik heb besloten dat het belangrijk is om
ook in deze tijd echte kleding te dragen, en dan voel ik me zo langzaamaan weer
mens worden en probeer ik te lezen of te schrijven.
Hoe ziet jouw huidige baan eruit?
Ik werk als creatief
directeur bij een start-up op het gebied van huidverzorging. Gedurende dat deel
van de dag richt ik me volledig op één specifieke en bevredigende taak, en ben
ik heel gefocust. Dat is zo anders dan bij het schrijven van fictie, wanneer ik
ben overgeleverd aan een wervelende, hulpeloze chaos!
Zijn er verhalen of boeken die jouw
manier van denken over verdriet hebben veranderd of gevormd?Beminde van Toni Morrison
en het verhaal In the Cemetery Where Al Jolson Is Buried van Amy Hempel zijn
geweldig omdat ze verdriet om weten te zetten in iets onverwachts en
wonderlijks. Bij Beminde gebeurt dat in de belichaming van een spook-baby-vrouw
en ‘In the Cemetery’ vanwege de bondige, ongrijpbare structuur die zich rondom
de kern van de pijn beweegt. Beide werken onderzoeken de minder gebruikelijke
manieren waarop mensen hun verdriet verdringen, en bespreken vormen van rouw
die we niet vaak krijgen te zien in de media voor het grote publiek. De H van
havik van Helen Macdonald doet iets vergelijkbaars.
In welk restaurant ga je als eerste
eten als het weer opengaat, en wat eet je dan?
Dit is misschien wel de
beste vraag die mij is gesteld in mijn hele boektournee! Waarschijnlijk ga ik
dan naar My Tofu House, voor een borrelende pot soondubu jjigae en, nog
belangrijker, voor een eindeloze hoeveelheid banchan– en gerstthee. Ik mis die
ervaring bijna meer dan het eten zelf: het wuiven van de obers, het gekletter
van servies, het gevoel van een overvloed aan eten dat iemand anders voor je
heeft gekookt. Of waterpijp en verse pitabroodjes met knoflooksaus op de
geheime patio van Arabian Nights, nog zo’n onverklaarbare ervaring.
Welk immigrantenverhaal zouden meer
mensen moeten kennen of lezen volgens jou?
Lucy van Jamaica Kincaid.
Welke schrijver bewonder je?
Toni Morrison, Jamaica
Kincaid, Michael Ondaatje, Angela Carter en Anne Carson zijn veruit mijn echte
helden, vanwege hun lyrische toon en diepere wijsheden. Daisy Johnson en
Ottessa Moshfegh schrijven spetterende zinnen. Alexander Chee, R.O. Kwon,
Lauren Groff, Garth Greenwell en Brandon Taylor schrijven prachtig, naast het
feit dat ze ook bekende literaire personen zijn. Dat laatste klinkt misschien saai,
maar deze schrijvers zijn zo belangrijk om de diversiteit in onze literatuur
hoog te houden. En ik sta te springen om bij meer mensen een aantal nieuwe
schitterende schrijvers onder de aandacht te brengen van wie het debuut nog
moeten verschijnen, onder wie dat van Mai Nardone, Raven Leilani en Alice Sola
Kim.
Titel: Al wat goud op de bergen is
Auteur: C Pam Zhang
Vertaling: Anne Jongeling
Pagina's: 335
ISBN: 9789056726829
Uitgeverij Signatuur
Longlist Booker Price 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.