Recensie door Roosje
Uitgeverij Meulenhoff
De trip*
Mijn introverte
januarimaand - niet april is ’the cruellest month’** in mijn idee maar januari,
een sombere lege maand - bracht twee super dikke boeken met zich mee; een
daarvan is David Mitchells Utopia
Avenue , de ander een detective van Robert
Galbraight. Beide dikke boeken liggen een behoorlijk eindje buiten mijn comfortzone;
ik ben een beetje elitaire literatuurlezer- met een dikke L.
Utopia
Avenue is een fictief
verslag van een fictieve Britse popgroep, in de periode 1967-1969. De swinging
poppy sixties. Deze groep bestaat uit drie mannen en een vrouw en hun manager.
Elf Holloway,
de vrouwelijke keyboardist en lead singer; zij speelde voorheen folk met
haar Australische (ex-)vriendje Bruce, die lekker vet afgeschilderd wordt als
een vreemdganger en dief van Elfs ideeën. Middle class.
Jasper
de Zoet, lead guitarist. Een Nederlandse vader en een Engelse
moeder heeft hij; upperclass. Tussen haakjes, een van zijn voorvaderen Jacob de
Zoet, speelt een rol in meer boeken van Mitchell. Dean Moss,
bassist uit Gravesend . Working class, net als Peter "Griff" Griffin, jazz-drummer uit
Yorkshire.
Levon Frankland, de
manager van de band, die oorspronkelijk uit Toronto komt en via New York in Londen
terechtkomt; een zachtaardige en eerlijke crypto-homo.
Alle personages
staan om de beurt uitgebreid in het middelpunt. Via flashbacks leren we hen
kennen en hun kwetsbaarheden. Misschien is het omdat het verhaal begint met
Dean en hij een ultiem inzicht krijgt na een lsd-trip met Jerry Garcia van de
groep The Grateful Dead - ik moet me voorzichtig uitdrukken -, maar ik
vind hem echt de belangrijkste persoon. Nét even wat indringender dan de
anderen, hoewel Jasper vanwege de spiritueel-fantastische passages ook zeer
veel indruk maakt. Wat Dean overkomt, wordt je als lezer verscheidene malen
subtiel voorgehouden maar in de vaart van het verhaal vergeet je dat weer,
grotendeels. Dat gebeurt mij met films nu ook altijd. Door de vaart in het
verhaal en de concentratie om bij te blijven vergeet je een beetje de clous die
het verhaal je voorschotelen. Dan voel je je daarna een beetje dom of in de
maling genomen, teleurgesteld of verdrietig dat het anders afloopt dan je
gehoopt/verwacht had. Ondanks alles
hou ik van een happy end - a guilty pleasure, maar dat mag
tegenwoordig gelukkig weer -.
Het verhaal van de
band wordt chronologisch verteld aan de hand van hun drie lp’s/epees - laten we
gewoon zeggen: platen -, voorkant en een b-kant; zijnde zes hoofdstukken.
Frankland brengt de verschillende leden van de groep samen; de band is een
mengeling van Pink Floyd, Cream, Sandy Denny - en waarom wordt Fairport
Convention niet genoemd? -, Jefferson Airplane e.d. De leden van Utopia Avenue
komen vanuit verschillende muziekscones: Elf uit de folk, Griff uit de jazz,
Dean uit een andere popgroep en Jasper is de enigmatische, introverte, geniale
sologitarist. De leden komen ook uit verschillende sociale lagen, die elk hun
eigen problematiek met zich meebrengt.
Het is niet zo
eenvoudig een bespreking van deze roman te geven, ook niet om niet te veel te
verklappen. Slechts op een enkel punt dacht ik: nu maar eens even opschieten
met dat verhaal, Mitchell. Het is knap dat een zo dik boek geweldig blijft
boeien.
De auteur is
geboren in 1969 en heeft de periode waarover hij schrijft dus niet meegemaakt,
maar zijn beschrijvingen van Soho, Londen, de muziekscene, de muziek zelf ook
(!), de mode, het drugsgebruik, de feesten en later idem in Los Angeles en
Laurel Canyon (mij bekend door de plaat van blueszanger John Mayall, die niet
genoemd wordt). De roman is voor mensen die die periode hebben meegemaakt een feest
van herkenning, van nostalgie en de herinnering aan een energieke periode
waarin de wereld aan het veranderen was. Vooral ook omdat Mitchell een heleboel
werkelijk bestaande popartiesten en kunstenaars laat opdraven; dat doet hij op
een volstrekt organische wijze. Je hebt helemaal niet het gevoel dat hij aan name
dropping doet: David Bowie, Jerry Garcia, Leonard Cohen, Syd Barrett,
Jackson Browne, John Lennon, Allen Ginsberg, Francis Bacon, Joni Mitchell,
Richard Thompson - waarom wordt Fairport Convention niet genoemd? -, Steve
Winwood, Keith Moon, Sandy Denny and Marc Bolan; Jimi Hendrix, Janis Joplin,
Ron "Pigpen" McKernan, Jim Morrison, and Brian Jones; de laatste vijf zijn lid van de 27
Club, dat is de beruchte groep van popartiesten die allen op 27-jarige
leeftijd overleden.
Nergens had ik
het gevoel dat Mitchell zich schuldig maakt aan anachronismen; daarvoor ook
chapeau.
Indrukwekkend
zijn allerlei (onderlinge) verwijzingen in het verhaal. De titel alleen al: Utopia Avenue :
Utopia is natuurlijk nergens, een ideaal dat nooit bereikt zal worden en Avenue
is heel fysiek hier en nu, en duidt ook op Amerika, waar de band zijn
hoogtepunt beleeft. De titel is een oxymoron, schrijft Mitchell, een
stijlfiguur waarin een nauwe verbinding gelegd wordt tussen twee
tegenovergestelde begrippen. De naam van de band slaat natuurlijk ook op zijn
amalgaamkarakter. Alle bandleden schrijven songs, sommige wat meer dan anderen.
Daarom is hun sound nooit voorspelbaar, maar volgens sommigen is dat juist een
gebrek aan samenhang en consistentie. Mitchell weeft veelkleurige tapijten.
Mitchells stijl
is een heerlijke-doorlees-stijl, soepel zou ik het noemen, hoewel dat begrijp
wel een beetje uitgesleten is, maar het is wel zo. Nergens in het boek vraag je
je af in welke periode je je bevindt. Er zijn geen zinnen die je twee keer moet
lezen. En de inhoud is best ingewikkeld, ook omdat hij verschillende verbanden
legt en verschillende verhaallijnen uitzet; het een vloeit moeiteloos over in het ander.
Ik ben niet in
staat onder woorden te brengen waarom dit een heerlijk boek is. Mijn woorden
blijven een beetje bloedeloos en dat kan
van dit boek op geen enkele manier gezegd worden. Ik ga niet zo ver als de
criticus van de Volkskrant die deze roman vijf sterren geeft, maar ik ga een
heel eind mee.
Deze roman
heeft mij nieuwsgierig gemaakt naar andere boeken van Mitchell.
* Ook de titel
van een boek van Ken Kesey, die ook One Flew Over the Cuckoo’s Nest schreef.
Een fysieke en spirituele reis. Op de een of andere manier dragen mijn stukjes
over gelezen boeken vaak een associatieve titel, hoewel in dit geval de vlag
ook de lading dekt.
** T.S. Eliot,
The Waste Land
Titel: Utopia Avenue
Auteur: David
Mitchell
Vertaling: Harm
Damsma en Niek Miedema
Pagina's: 650
ISBN:
978909092968
Uitgeverij
Meulenhoff
Verschenen : september
2020
Mooie bespreking en ik ben benieuwd. Ik heb het boek nog liggen. Er was maar één zin in je bespreking die ik twee keer moest lezen :)
BeantwoordenVerwijderenHaha, welke zin is dat Koen? Dan ga ik vragen of Roosje er nog eens naar wil kijken. ;-)
VerwijderenDeze dus :) "Er zijn geen zinnen die je twee moet lezen"
VerwijderenDat is toch wel heel bizar dat juist díe zin een woord miste. 😅 Ik heb het maar snel aangepast. Dank je wel voor de feedback.
VerwijderenJa, waarom eigenlijk, waarom wordt Fairport Convention niet genoemd? Heel terecht stel je de vraag twee keer, Roosje! Wel een fijne recensie, en mijn interesse is gewekt, in 1967-69 was ik 19-21 jaar oud en liep alle grote festivals af. Het was een mooie tijd vol liefde...
BeantwoordenVerwijderen