woensdag 17 februari 2021

David Mitchell - Utopia Avenue

Recensie door Roosje
Uitgeverij Meulenhoff


De trip*

Mijn introverte januarimaand - niet april is ’the cruellest month’** in mijn idee maar januari, een sombere lege maand - bracht twee super dikke boeken met zich mee; een daarvan is David Mitchells Utopia Avenue, de ander een detective van Robert Galbraight. Beide dikke boeken liggen een behoorlijk eindje buiten mijn comfortzone; ik ben een beetje elitaire literatuurlezer- met een dikke L.

Utopia Avenue is een fictief verslag van een fictieve Britse popgroep, in de periode 1967-1969. De swinging poppy sixties. Deze groep bestaat uit drie mannen en een vrouw en hun manager.
Elf Holloway, de vrouwelijke keyboardist en lead singer; zij speelde voorheen folk met haar Australische (ex-)vriendje Bruce, die lekker vet afgeschilderd wordt als een vreemdganger en dief van Elfs ideeën. Middle class.
Jasper de Zoet, lead guitarist. Een Nederlandse vader en een Engelse moeder heeft hij; upperclass. Tussen haakjes, een van zijn voorvaderen Jacob de Zoet, speelt een rol in meer boeken van Mitchell. Dean Moss, bassist uit Gravesend. Working class, net als Peter "Griff" Griffin, jazz-drummer uit Yorkshire.
Levon Frankland, de manager van de band, die oorspronkelijk uit Toronto komt en via New York in Londen terechtkomt; een zachtaardige en eerlijke crypto-homo.

Alle personages staan om de beurt uitgebreid in het middelpunt. Via flashbacks leren we hen kennen en hun kwetsbaarheden. Misschien is het omdat het verhaal begint met Dean en hij een ultiem inzicht krijgt na een lsd-trip met Jerry Garcia van de groep The Grateful Dead - ik moet me voorzichtig uitdrukken -, maar ik vind hem echt de belangrijkste persoon. Nét even wat indringender dan de anderen, hoewel Jasper vanwege de spiritueel-fantastische passages ook zeer veel indruk maakt. Wat Dean overkomt, wordt je als lezer verscheidene malen subtiel voorgehouden maar in de vaart van het verhaal vergeet je dat weer, grotendeels. Dat gebeurt mij met films nu ook altijd. Door de vaart in het verhaal en de concentratie om bij te blijven vergeet je een beetje de clous die het verhaal je voorschotelen. Dan voel je je daarna een beetje dom of in de maling genomen, teleurgesteld of verdrietig dat het anders afloopt dan je gehoopt/verwacht had. Ondanks alles hou ik van een happy end - a guilty pleasure, maar dat mag tegenwoordig gelukkig weer -.

Het verhaal van de band wordt chronologisch verteld aan de hand van hun drie lp’s/epees - laten we gewoon zeggen: platen -, voorkant en een b-kant; zijnde zes hoofdstukken. Frankland brengt de verschillende leden van de groep samen; de band is een mengeling van Pink Floyd, Cream, Sandy Denny - en waarom wordt Fairport Convention niet genoemd? -, Jefferson Airplane e.d. De leden van Utopia Avenue komen vanuit verschillende muziekscones: Elf uit de folk, Griff uit de jazz, Dean uit een andere popgroep en Jasper is de enigmatische, introverte, geniale sologitarist. De leden komen ook uit verschillende sociale lagen, die elk hun eigen problematiek met zich meebrengt.

Het is niet zo eenvoudig een bespreking van deze roman te geven, ook niet om niet te veel te verklappen. Slechts op een enkel punt dacht ik: nu maar eens even opschieten met dat verhaal, Mitchell. Het is knap dat een zo dik boek geweldig blijft boeien.

De auteur is geboren in 1969 en heeft de periode waarover hij schrijft dus niet meegemaakt, maar zijn beschrijvingen van Soho, Londen, de muziekscene, de muziek zelf ook (!), de mode, het drugsgebruik, de feesten en later idem in Los Angeles en Laurel Canyon (mij bekend door de plaat van blueszanger John Mayall, die niet genoemd wordt). De roman is voor mensen die die periode hebben meegemaakt een feest van herkenning, van nostalgie en de herinnering aan een energieke periode waarin de wereld aan het veranderen was. Vooral ook omdat Mitchell een heleboel werkelijk bestaande popartiesten en kunstenaars laat opdraven; dat doet hij op een volstrekt organische wijze. Je hebt helemaal niet het gevoel dat hij aan name dropping doet: David Bowie, Jerry Garcia, Leonard Cohen, Syd Barrett, Jackson Browne, John Lennon, Allen Ginsberg, Francis Bacon, Joni Mitchell, Richard Thompson - waarom wordt Fairport Convention niet genoemd? -, Steve Winwood, Keith Moon, Sandy Denny and Marc Bolan; Jimi Hendrix, Janis Joplin, Ron "Pigpen" McKernan, Jim Morrison, and Brian Jones; de laatste vijf zijn lid van de 27 Club, dat is de beruchte groep van popartiesten die allen op 27-jarige leeftijd overleden.
Nergens had ik het gevoel dat Mitchell zich schuldig maakt aan anachronismen; daarvoor ook chapeau.

Indrukwekkend zijn allerlei (onderlinge) verwijzingen in het verhaal. De titel alleen al: Utopia Avenue: Utopia is natuurlijk nergens, een ideaal dat nooit bereikt zal worden en Avenue is heel fysiek hier en nu, en duidt ook op Amerika, waar de band zijn hoogtepunt beleeft. De titel is een oxymoron, schrijft Mitchell, een stijlfiguur waarin een nauwe verbinding gelegd wordt tussen twee tegenovergestelde begrippen. De naam van de band slaat natuurlijk ook op zijn amalgaamkarakter. Alle bandleden schrijven songs, sommige wat meer dan anderen. Daarom is hun sound nooit voorspelbaar, maar volgens sommigen is dat juist een gebrek aan samenhang en consistentie. Mitchell weeft veelkleurige tapijten.

Mitchells stijl is een heerlijke-doorlees-stijl, soepel zou ik het noemen, hoewel dat begrijp wel een beetje uitgesleten is, maar het is wel zo. Nergens in het boek vraag je je af in welke periode je je bevindt. Er zijn geen zinnen die je twee keer moet lezen. En de inhoud is best ingewikkeld, ook omdat hij verschillende verbanden legt en verschillende verhaallijnen uitzet; het een vloeit moeiteloos over in het ander.  

Ik ben niet in staat onder woorden te brengen waarom dit een heerlijk boek is. Mijn woorden blijven een beetje bloedeloos en dat kan van dit boek op geen enkele manier gezegd worden. Ik ga niet zo ver als de criticus van de Volkskrant die deze roman vijf sterren geeft, maar ik ga een heel eind mee.

Deze roman heeft mij nieuwsgierig gemaakt naar andere boeken van Mitchell.

* Ook de titel van een boek van Ken Kesey, die ook One Flew Over the Cuckoo’s Nest schreef. Een fysieke en spirituele reis. Op de een of andere manier dragen mijn stukjes over gelezen boeken vaak een associatieve titel, hoewel in dit geval de vlag ook de lading dekt.
** T.S. Eliot, The Waste Land

Titel: Utopia Avenue
Auteur: David Mitchell
Vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema
Pagina's: 650
ISBN: 978909092968
Uitgeverij Meulenhoff
Verschenen : september 2020

5 opmerkingen:

  1. Mooie bespreking en ik ben benieuwd. Ik heb het boek nog liggen. Er was maar één zin in je bespreking die ik twee keer moest lezen :)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Haha, welke zin is dat Koen? Dan ga ik vragen of Roosje er nog eens naar wil kijken. ;-)

      Verwijderen
    2. Deze dus :) "Er zijn geen zinnen die je twee moet lezen"

      Verwijderen
    3. Dat is toch wel heel bizar dat juist díe zin een woord miste. 😅 Ik heb het maar snel aangepast. Dank je wel voor de feedback.

      Verwijderen
  2. Ja, waarom eigenlijk, waarom wordt Fairport Convention niet genoemd? Heel terecht stel je de vraag twee keer, Roosje! Wel een fijne recensie, en mijn interesse is gewekt, in 1967-69 was ik 19-21 jaar oud en liep alle grote festivals af. Het was een mooie tijd vol liefde...

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.