donderdag 21 januari 2021

De opgang - Stefan Hertmans

Recensie door Dietske Geerlings
Uitgeverij De Bezige Bij

Opgang door een leven vol insijpeling en rotting 

Wat houdt de nieuwe roman van Stefan Hertmans, De opgang, bij elkaar, behalve de prachtige omslag waarop een raam met open luiken staat afgebeeld, enigszins verscholen achter een blauweregen? Zowel zon als schaduw maken deel uit van de afbeelding, en wie gedacht had dat hij wel even door het raam naar binnen kon kijken om iets op te vangen van wat zich binnenskamers afspeelt, komt bedrogen uit, omdat niet alleen het hekwerk van het balkon, de brede raamlijsten en het fragiele gordijn het zicht naar binnen belemmeren, maar ook het perspectief waarvoor gekozen is, want je kijkt wat van onderen op tegen het raam. Evenzo vergaat het de lezer die op zoek is naar de kern van dit complexe werk, maar geloof mij, ook al is het maar de vraag of de lezer kan doordringen tot die kern, de zoektocht is het meer dan waard.

De opgang houdt het midden tussen geschiedenis en verbeelding. Aanleiding voor het schrijven van de roman was dat Hertmans in het werk Zoon van een foute Vlaming van de historicus Adriaan Verhulst zijn eigen naam tegenkwam als nieuwe bewoner van het huis in een straatje genaamd Drongenhof, een deel van het Gentse Patershol. Pas op dat moment drong tot hem door dat hij twintig jaar had gewoond in het voormalige huis van een Vlaamse SS’er, namelijk Willem Verhulst, vader van bovengenoemde historicus. In De opgang reconstrueert hij de geschiedenis van het huis, maar vooral ook de geschiedenis van Willem, zijn tweede vrouw Mientje en hun drie kinderen. 

Willem Verhulst is een wat grillige persoon, aan één oog blind, die als kind regelmatig overhoopligt met zijn Franstalige leeftijdsgenoten. Hij groeit uit tot een wat anarchistische figuur, die zich steeds weer door nieuwe ideeën laat beïnvloeden, romantisch-christelijke, communistische, maar uiteindelijk toch die van de nazi’s die Vlaanderen als onderdeel van het grote Germaanse rijk zien. Verhulst wordt hoofd van de Gentse Radiodistributie, is lid van de Vlaamse Waffen-SS en is uiteindelijk verantwoordelijk voor het maken van lijsten van verzetslieden, werkweigeraars, ondergedoken Joden en politieke tegenstanders. Zijn tweede vrouw Mientje daarentegen is een diepgelovige vrouw die niets moet weten van de collaboratie van haar man. Thuis moet zijn uniform uit, ze slaat het gipsen beeld van Hitler stuk en protesteert openlijk tegen alles wat met zijn ideologieën te maken heeft. Uiteindelijk blijkt het huis het middelpunt geweest te zijn van een aangrijpend huwelijksdrama. 

Toch is de roman veel meer dan alleen deze geschiedenis, al had ik aanvankelijk wat moeite met de term ‘roman’, die toch wel degelijk op de voorkant staat. De auteur zelf speelt namelijk een belangrijke rol in het boek als verteller. Normaalgesproken is het niet de bedoeling dat je auteur en verteller door elkaar haalt, maar bij deze roman kun je ze onmogelijk los zien, omdat de verteller samenvalt met degene die in 1979 het huis in het Drongershof heeft gekocht en daarmee dus ook zelf deel uitmaakt van de geschiedenis die hij aan het vertellen is. Hij blijft als verteller niet op de achtergrond, maar is als onderzoeker prominent aanwezig. Een van de verhaallijnen is zelfs die van hem waarin hij samen met notaris De Potter het huis doorloopt zonder op dat moment te beseffen dat dit het huis is geweest van een Vlaamse SS’er. 

Paradoxaal genoeg is het juist deze verhaallijn die ervoor zorgt dat het boek toch een ‘roman’ is te noemen, omdat deze ‘opgang’ (met De Potter loopt hij van beneden naar boven door het huis, met uitzondering van de zolderverdieping die hij alleen moet betreden) voor een symbolische, diepere lading zorgt. Hertmans verwijst in zijn motto van het eerste deel niet voor niets naar Dante. Het lijkt erop dat de verteller samen met De Potter de kamers van de hel bewandelt, richting het hoger gelegen paradijs, al is het nog maar de vraag of hij dit paradijs ooit zal bereiken. Daarbij is niet alleen de geschiedenis die zich hier heeft afgespeeld, een hel, maar ook de erbarmelijke staat van het huis zelf. 

'We liepen over het nauwe, zonloze koertje naar het achterhuis, dat zich aan de linkerkant bevond. Dat kale bouwsel was er het ergst aan toe. De ramen waren ondoorzichtig door het stof, de muren leken doorweekt, het platte dak stond op instorten. De bitumen dakbanen, door de notaris terre-papier genoemd, een Gents-Franse verbastering van ‘geteerd papier’, waren zo lek als een zeef, de zoldering was aangetast door insijpeling en verrotting, enkele balken waren gebroken en staken door het gips, dat nog vermengd was, zoals men dat vroeger deed, met strengen paardenhaar.’ 

De mankementen krijgen vooral een symbolische lading doordat de verhaallijnen ingenieus in elkaar geweven zijn, want tijdens de ‘opgang’ met De Potter heeft de verteller weliswaar zelf nog geen vermoeden van het gruwelijke verleden dat zich hier heeft afgespeeld, maar deze verhaallijn wordt steeds onderbroken door de geschiedenis van Willem Verhulst en zijn gezin, waardoor de lezer de ruimte heel anders ervaart dan de nog nietsvermoedende verteller. Het langzaam doordringen van het nazisme in het huis voelt als ‘insijpeling’ en ‘verrotting’, zoals het huwelijk dat net als het platte dak op instorten staat en zo lek is als een zeef. Dit laatste niet alleen door het nazisme, maar ook door Willems relatie met zijn minnares Griet. 

Niet alleen de mankementen krijgen een symbolische lading, ook de prachtige blauweregen, die niet alleen op de omslag prijkt, maar ook in het verhaal steeds opnieuw terugkomt. Mientje heeft de plant ooit in de grond gezet, haast als teken van hoop. Een blauweregen is enorm krachtig, een heuse woekeraar, en daarmee in deze roman symbool voor Mientjes kracht, die ondanks alles, aan de liefde blijft vasthouden. Dat deze plant giftig is, moeten we dan misschien maar zien als een noodzakelijk tegengif tegen alles wat deze liefde probeert aan te tasten. 

Er is nog een andere verhaallijn en dat is die van de reflecterende onderzoeker, die commentaar levert op het eigen onderzoek, vragen stelt bij verschillende bronnen, maar ook reflecteert op wie nu eigenlijk Willem Verhulst was. Het is mooi dat er geen pasklaar antwoord komt. Verhulst komt in allerlei facetten naar voren. Natuurlijk kun je je afvragen of dat niet iets te veel eer is voor een forse collaborateur. Toch vind ik dat juist de kracht van de roman. Hoezeer wij met elkaar ook de collaboratie afkeuren, het is de kunst om de mens die zich er schuldig aan heeft gemaakt, toch als mens te blijven zien, om niet aan de verleiding toe te geven mens te laten samenvallen met zijn daden. Hertmans dwingt de lezer in de opgang door het huis, waarin de geschiedenis rottend en misselijkmakend naar binnen sijpelt, maar laat juist door de krachtige Mientje zien hoe je die twee moet loskoppelen, want het is wonderbaarlijk hoe zij het voor elkaar krijgt de mens in hem lief te hebben en het monster steevast af te keuren, terwijl ze zelf ondanks alle twijfels en het verdriet overeind blijft. Ook daarmee stijgt het boek uit boven een willekeurige geschiedenis. Het laat zien dat het mogelijk is, zelfs binnen de muren van een huis. Dat het niet eenvoudig is, laten de barsten en de rotting zien. Overigens laat niet alleen Mientje deze strijd zien, maar ook de kinderen. Zij balanceren voortdurend tussen afkeuring en poging tot begrip. Niet in de laatste plaats is het ook de onderzoeker zelf die zijn plaats zoekt, woonachtig geweest in een pand waarin zoveel onheil is geschied. Ook hij probeert voortdurend een houding aan te nemen tegenover Verhulst, maar wordt heen en weer geslingerd door tegengestelde krachten. Als wij de zolderverdieping al als paradijs zouden zien, dan is het er een waarin geen duidelijke antwoorden zijn. De mens blijkt meer dan een verzameling feiten en blijkt in wezen ongrijpbaar. Een schrale troost is het te zien hoe Verhulst uiteindelijk wel in de gevangenis voor zijn daden moet boeten. 

Niet alleen in deze ingenieuze constructie van verschillende verhaallijnen laat Hertmans zijn vakmanschap zien, want daarnaast is hij een taalvirtuoos. Hij wisselt diverse taalregisters af, afhankelijk van de verschillende verhaallijnen en personages: Vlaams, dialect, Duits, maar ook afwisselend ‘officiële’ taal en een wat huiselijker variant. Hij baseert zich op dagboekfragmenten van Mientje, maar ook op gesprekken met nabestaanden en diverse andere bronnen. Wat voor mij afdoet aan de romanwerkelijkheid, zijn de afbeeldingen die in het boek staan: foto’s van personen, maar ook van voorwerpen. Hierdoor verliezen de voorwerpen aan symbolische kracht, omdat ze niets aan de verbeelding van de lezer overlaten. Die verbeelding is wat mij betreft nu juist nodig om het boek als roman te ervaren, al zullen er ongetwijfeld ook lezers zijn bij wie de voorwerpen juist tot de verbeelding spreken. 

De kracht van De opgang zit in een combinatie van het ingenieuze weefsel van de verhaallijnen, de virtuoze stijl en de betekenisvolle details die de menselijke en monsterlijke misère laten zien van een leven dat aangetast is door lekkages en rotting. De roman is na Oorlog en terpentijn en De bekeerlinge de derde in de reeks van ‘literaire reconstructies van een geschiedenis’, die Hertmans inmiddels heeft gepubliceerd. Hij toont zich meester in dit bijzondere genre, dat hij in zijn eigenzinnigheid – al schrijvend – zelf voor een belangrijk deel heeft vormgegeven. Ik ben benieuwd of er nog meer gaan volgen, maar met dit vakmanschap zijn ook andere literaire vormen bij hem in goede handen.

Titel: De opgang
Auteur: Stefan Hertmans
Pagina's: 352
ISBN: 9789403101316
Uitgeverij De Bezige Bij
Verschenen: oktober 2020

2 opmerkingen:

  1. Een ingenieuze recensie. Ik heb er nieuwe inzichten in De opgang door gekregen. Wat de afbeeldingen betreft verschillen we van mening. Bij mij spreken ze inderdaad tot de verbeelding.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bijzonder nieuwsgierig om ook dit boek te kunnen lezen. Hoort als historische roman tot mijn favoriete genre naast non-fictie... En ik woon op een serieuze steenworp van het Gentse patershol 😊dus daardoor reeds moreel verplicht6

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.