Recensie
door Roosje
Uitgeverij
Atlas Contact
Schuld en boete
‘Daaraan herken je een verdrietig huis: dat gaat achterlopen op de huizen eromheen. ’s Ochtends blijven de gordijnen langer dicht, en ’s avonds staat de televisie nog aan lang nadat de andere woonkamers donker zijn geworden. De kerstboom komt, als hij komt, een paar dagen voor kerst en blijft daarna staan tot eind januari, steeds kaler en bruiner. De kliko wordt minder vaak naar de hoek van de straat gerold en is, wanneer de vuilnismannen zijn langsgekomen, steevast de laatste die nog moet worden opgehaald, als het laatste kind op de opvang dat nog op zijn ouders wacht en ondertussen toekijkt hoe de begeleidster maar vast de lichten begint uit te doen.’ (2021: 35-36)
En toen kwam Emma, een klasgenoot van Ben, die natuurlijk zijn zus, Kim, gekend had. In zo’n dorp kent iedereen elkaar. En Emma deed hetzelfde: spoor, aanstormende avondtrein, en weer een leven weg.
De rouw en het verdriet bij Ben en zijn moeder worden hierdoor extreem aangewakkerd. Het is niet zozeer dat zij hun verdriet extra gaan voelen, het zijn ook nog de schaamte en een zeer onbestemd gevoel van zich niet weten te gedragen en dus dan maar onzichtbaar willen zijn, dat hen nog verder terugwerpt op zichzelf. En na Emma volgen nog een paar kinderen.
Onderwijl volgen er eindexamenfeesten die zo niet genoemd worden, omdat er geen blijheid en opluchting gevierd worden maar iets van een ongerichte en zelfdestructieve rouw van die kinderen.
Toch is dat zelfs nog niet alles. Ben worstelt met zijn homoseksualiteit, en niet zo’n beetje ook.
De stijl en het verhaal zijn heel beeldend. Ik zie de film al voor me. Dit romandebuut lijkt een mengeling van The Virgin Suïcides van Sofia Coppola en de Netflix-serie 13 Reasons Why. Een high school-drama van Nederlandse bodem. Een coming-of-age-verhaal van een zich schuldig voelende jongen. Een medicijn wordt beproefd, natuurlijk, in drank en drugs, seks, en een obsessie met adrenaline.
‘Het is moeilijk om lang geïnteresseerd te blijven in een dode, daarvoor blijven ze net te veel dood.’ (ib: 119)
‘In een dorp zo klein als dit leer je van jongs af aan dat je niet tegen de groep ingaat; als zij je niet meer moeten is er geen tweede.’ (ib.: 196)
Een vreemde lijst met afvinkthema’s doet de rondte en ook foto’s van Kim en Emma. Wat er precies op de lijst staat wordt Ben niet helemaal duidelijk. In ieder geval iets met een gele panty op het hoofd dragen, een vriendje hebben, vermoedelijk ook seks hebben, jezelf verstikken met je eigen handen, en lest best het gaan staan op de spoorbaan en de trein afwachten, zoals Kim had gedaan.
Het is niet het soort verhaal waarin al deze mysteries opgelost worden. Daar gaat het in dit verhaal niet om. Het gaat om Ben en eigenlijk nog niet eens zozeer om het feit dat hij een buitenstaander is, een nerd - want hij kan goed leren -, een homo - wat hij wel verbergt, maar het is niet zijn diepste geheim. Het gaat om Ben en om zijn schuld en boete. Hij draagt zijn schuld met de vastberadenheid van een groot kind, en hij doet boete met de wanhoop van een richtingloze puber.
De vreemde titel van deze roman Stenen eten is te verklaren uit het feit dat stenen een belangrijke rol spelen in dit verhaal - ja, duh..… Het zijn letterlijk de stenen van het spoor. Op het laatst wordt duidelijk hoe dat zit; dat kan ik niet verklappen. Overal liggen stapeltjes stenen, als een grafheuvel misschien voor de omgekomen kinderen. Als de stenen op een joods graf. Als de steenmannetjes in de bergen om de juiste weg te wijzen.
Maar ook de steen en de stenen die zwaar op je maag liggen, schuldgevoel, rouw, verdriet. Ben vertelt Kim op de bewuste avond het verhaal van de krokodil die stenen eet, moet eten, om zijn eten te kunnen verteren. Overigens doen heel veel vogels dat ook, zoals kippen en duiven (rdv). Ben doet dat omdat hij niet weet wat hij tegen Kim moet zeggen en hoe hij haar nog wat langer kan laten blijven.
Koen Caris (1988) is schrijver, schrijfdocent en vertaler. Hij studeerde in 2011 met lof af aan de opleiding Writing for Performance aan de HKU. Sindsdien schreef hij theaterstukken en hoorspelen voor onder andere BNNVARA, de VPRO, Bellevue Lunchtheater, De Hoorspelfabriek, Korthals Stuurman en Festival Over het IJ. Daarnaast was hij 8 jaar lang huisschrijver van het Utrechtse theatergezelschap Als de Beren Komen.
Zijn werk won prijzen op het Café Theater Festival (2012) en het Amsterdam Fringe Festival (2015), en werd genomineerd voor o.a. de ITs Playwriting Award (2011), de Zilveren Reissmicrofoon (2015) en de Prix Europa (2015, 2017). In 2017 ontving hij het TheaterTekstTalent Stipendium van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Koens werk kenmerkt zich door een combinatie van poëzie en geroep, van harde tekst en zachte bedoelingen. Hij schrijft verrassende well-made plays vol scherpe dialogen en licht-magische elementen. Talige maar toegankelijke tragikomedies over kleine mensen die zich maar net staande houden in een wereld die te groot voor ze is.
Koen werkt daarnaast als vertaler, redacteur en copywriter voor o.a. de Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, HKU Lectoraat en de AHK. (Bron: https://www.koencaris.nl/)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.