dinsdag 4 oktober 2022

Eveline van de Putte - Lucht


Loslaten is een kunst; hoe een vogel naar de hemel gaat

Wat besluit je wanneer de laatste levensfase van een ouder is aangebroken? Wat ligt binnen je mogelijkheden en wat kun je zelf emotioneel aan?

Eveline van de Putte (1966, schrijver, dichter, trainer en fotograaf) besluit om haar stervende moeder bij te staan op haar weg naar de dood. Een 'gelukje' daarbij is dat ze door de coronapandemie haar werkzaamheden noodgedwongen heeft moeten staken en dat haar lief, eveneens noodgedwongen, in het overzeese verblijft. Ze had de tijd en de mogelijkheid, en greep die met beide handen vast.

Marjon Nooij

In 2017 is haar vader op 92-jarige leeftijd overleden en Van de Putte ziet ook haar moeder na verloop van tijd achteruit gaan, totdat deze ineens blind wordt. In het verzorgingshuis in Vlissingen zit ze gedurende vier weken dagelijks aan het bed van haar moeder; zwaar voelende weken 'waarin niks gebeurt en tegelijk heel veel gebeurt'. Ze biedt haar moeder haar ogen door haar steeds te vertellen wat zij zelf ziet, geeft haar haar natje en droogje – slokje water, thee met honing, hapjes vla, kleine stukjes fruit – en zorgt dat ze krijgt waar ze om vraagt. Doordat ze intensief aan het mantelzorgen is, beleeft ze het afscheid heel intens.

'De dag duurt eindeloos en ik kan me nauwelijks voorstellen hoe het moet zijn om opgesloten te zitten in een donker zelf. Het moet angstaanjagend stil zijn daarbinnen, stil en rumoerig tegelijk. Je droomt de raarste dingen. Dat je als vrouw alleen in een donkere schuur bent opgesloten met een stel piloten. Oorlogsherinneringen die je nooit hebt uitgesproken? Of demonen die alle ruimte krijgen nu je ogen je geen afleiding meer bieden.'


Tijdens de laatste twee weken besluit ze op te schrijven hoe de dagen verlopen. Haar moeder is lang helder gebleven. Het samenzijn en de gesprekjes tussen hen ervaart ze als waardevol. Pas een jaar na het overlijden vat ze de moed op deze persoonlijke herinneringen te verwerken tot het boek Lucht, dat in april 2022 is verschenen bij Uitgeverij De Brouwerij.

De verstilling in die dagen zorgt ervoor dat haar eigen blik niet alleen beperkt blijft tot de kleine kamer. Ze registreert ook de dagelijkse gang van zaken rond de 'grijze kinderen' van het verzorgingshuis; de andere bewoners wier leven op dat moment 'gewoon' verder gaat. Het leven buiten de kamer volgt gedurende die zomerse dagen haar gebruikelijke ritme. Het uitzicht op de binnentuin geeft afleiding en met scherpe observaties beschrijft ze de bloementuin, de vogels die vaste gast zijn, de mensen die er hun vertier zoeken en rondwandelen met bewoners.

Door het blind zijn komen bij haar moeder de onzekerheden en onrust bovendrijven, maken haar kwetsbaar. Ligt ze nog steeds op haar eigen kamer? Wat gebeurt er buiten?
De korte gesprekken halen herinneringen naar boven. Over bessen en bramen plukken, de vele potten zelfgemaakte jam en de souvenirs die ze voor haar moeder van haar reizen meenam. Echt diep gaan de gesprekken niet; de gelovige Zeeuwse is altijd wat gesloten geweest over haar emoties, maar ze is vastbesloten om weer naar huis te gaan.

'Ik ben niet bang om te sterven, kind, maar dat ik zo moet liggen en gevoerd worden, dat vind ik verschrikkelijk.' […] 'Let op me, dat ik geen vlekken op mijn kleren heb. […] Sorry dat ik zo ongezellig ben.'


Om haar zinnen aan het eind van de dag te verzetten, gaat Van de Putte regelmatig langs bij een bloemenkweker om onkruid te wieden, waarna ze naar haar ouderlijk huis gaat om te slapen op een matras in de woonkamer.

Het zien van het breekbaarder worden en de uitputting die haar moeder ten deel vallen, is confronterend. Decorumverlies komt om de hoek kijken; haar geest wordt warrig. Het moment van pijnbestrijding en palliatieve sedatie met dormicum is de voorbode dat het afscheid steeds dichterbij komt. 'Als jij niet kan loslaten, moet ik het anker binnenhalen en de boot de haven uitduwen.'

'Tegen het potloodgrijze laken met fijne, roze bloemetjes lijkt je gezicht nog bleker dan het al was. Ik schrik. De Schreeuw van Munch ligt op het kussen. Nu je verdwaalt in de kolkende eenzaamheid, slaan de demonen hun klauwen in je huid. Je krijgt steeds meer blauwe plekken. […] Je neus wordt met het uur bleker, kouder en spitser. […] Je zakt steeds verder in elkaar, als een vrucht die zonder water verschrompelt en uiteindelijk van de tak valt.'


Lucht
is een alomvattend en troostrijk verhaal over een heel ingrijpende gebeurtenis; het onvoorwaardelijk bieden van zorg en aandacht aan een ouder in de laatste levensfase, het transformeren van kind zijn, naar het zorg dragen voor een ouder. De auteur beschrijft haar eigen benauwende gevoelens van onvermogen en schielijk geïrriteerde emoties jegens de verzorgenden, die uiteraard hun liefdevolle best doen, maar vanuit hun professie soms wat te zakelijk lijken. Niet alleen het verliezen van een ouder gaat gepaard met rouwen, ook het verlies van je eigen functies en zelfstandigheid brengt rouw met zich mee. Met Lucht schreef Van de Putte liefdevol over de zorg voor en het verlies van haar moeder, en een openhartig verslag van haar eigen rouwgevoelens.

Een mooie laag in het verhaal zijn haar beschrijvingen van Dik; een jonge meeuw die in de binnentuin vertoeft – 'vast ook enig kind' – wachtend tot een van zijn ouders hem komt voeren en de tijd daar is om uit te vliegen.

Vlak na het sterven van haar moeder vliegt ook Dik op.

Hij vliegt het leven tegemoet.

--

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow


Titel: Lucht
Auteur: Eveline van de Putte
Pagina's: 234
ISBN: 9789083114569
Uitgeverij De Brouwerij
Verschenen: april 2022

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.