Boeiende
reconstructie van het leven van een voorvader
Bosch (1952) studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en vestigde zich als eerstelijnspsycholoog. Vanuit zijn ervaring met de veranderingen binnen de GGZ schreef hij in 2019 Help, de psycholoog verzuipt!
Adam
wordt als oudste zoon van het gezin van Paulus en Maria Barbara Bösch
geboren in het Zwitserse dorpje Stein. Hij leert lezen en schrijven,
maar de kosten van school zijn te hoog voor het gezin en er wordt van
hem verwacht dat hij taken verricht op de boerderij. Er worden na
Adam nog tien kinderen geboren, maar daarvan zijn er zeven
doodgeboren of al op jonge leeftijd overleden. Het dagelijks leven is
hard door armoede, kindersterfte, oorlogsdreiging en epidemieën.
Paulus is – net als zijn vader en grootvader – , werkzaam als
dagloner in het graafschap Toggenburg en ook Adam zal zich moeten
laten inhuren om zijn aandeel te leveren aan de financiën van het
gezin. Hij wil echter zelf ook sparen voor een eigen huis en ambieert
een ander leven. Het idee dat zijn oom opperde om naar Holland te
reizen en zich aan te sluiten bij het Zwitserse regiment, spreekt hem wel
aan. Als tromslager welteverstaan, want hij wil onder geen beding
schieten en vechten.
'Omdat het belangrijk is dat de soldaten in de pas blijven lopen, geef jij met je trommel het loopritme aan en tijdens gevechten geef je de bevelen van de generaal door met trommelslagen. De infanteristen weten dan precies, wanneer ze moeten laden en schieten. Je speelt ook samen met pijpers: dat zijn trompetters en fluitisten die de melodie spelen.'
Met
zijn doopbewijs op zak vertrekt hij in het voorjaar van 1789 naar de
Zuidelijke Nederlanden, in de hoop er een betere toekomst op te
kunnen bouwen en een gezin te stichten. De lange tocht leidt hem te
voet naar Basel, waar hij zijn weg zal vervolgen langs de Rijn. Bij
Keulen moet hij de weg nemen naar Breda. In ruil voor het doen van
klusjes, kan hij onderweg altijd wel ergens een slaapplaats
bemachtigen en kan hij vanaf Basel op een rijnvlot meevaren naar Dordrecht,
waarna hij te voet de laatste 30 kilometer naar Breda aflegt.
De
auteur heeft veel informatie kunnen achterhalen en verweeft deze
interessante feiten in zijn romandebuut. Zo beschrijft hij Adams'
toetreding in 1790 – als tromslager voor vijf stuivers per dag –
tot het Staatse leger van Holland, dat na de Bataafse omwenteling in
1795, onder Franse leiding verder gaat. In de strijd
tegen
de Engelsen en de Russen loopt hij een geestelijk trauma op en raakt hij levensgevaarlijk gewond, waardoor hij in het Sint
Elisabeth Gasthuis van Haarlem belandt. Als klap op de vuurpijl deserteert hij, na tien jaar
te hebben gediend, uit het leger van Napoleon. In Haarlem blijkt hij
de buurman te zijn van koning Lodewijk Napoleon en leert hij Keetje
Hodshon kennen, die een pikante verhouding heeft met de vorst.
Wanneer hij de liefde van zijn leven vindt, wordt ook zijn wens om een gezin te stichten vervuld. Het gezin verhuist naar Huisduinen, gelegen aan de Noord-Hollandse kust, waar Adam voor 26 tot 48 stuivers per week aan het werk kan als aardwerker bij de bouw van de fortificaties nabij Fort Lasalle. In oktober 1811 reist Napoleon naar de Nederlandse kust om de bouw van de fortificaties te inspecteren en komt Adam alsnog letterlijk oog in oog met de keizer te staan.
Als snel weet hij het tot uitvoerder te schoppen en een ploeg aardwerkers aan te sturen. Wanneer dit werk hem te zwaar wordt, grijpt hij de kans om dienaar van politie te worden met beide handen aan. Het gezin verhuist naar Den Helder en krijgt er een huis aangeboden; droog, ruim en veel comfortabeler dan hun woonruimte in Huisduinen. Hun oudste dochter Cornelia zal dit huis blijven bewonen tot haar dood in 1862.
Het
zijn bittere tijden voor de burgerlijke bevolking en ook de leden van
de familie Bösch krijgen hun portie verdriet en armoede te
verwerken. Daarbij blijft het geheim van zijn desertie een zware
ballast, waardoor hij zich meer dan eens in lastige bochten zal
moeten wringen om dit geheim niet prijs te geven. Op 2 november 1824 overlijdt Adam op de leeftijd van zesenvijftig jaar, een groot geheim meenemend in zijn graf.
'De tweeden dag in de maand november van ’t jaar 1824 ten elf ure voor de middag. Acte van overlijden van Adam Bösch, overleden den dag van heden. ‘Zesenvijftig jaren, wonende en overleden in Den Helder, van beroep Dienaar der politie geboren te Sint Gallen in Zwitserland, echtgenoot van Grietje Gode, nalatende vier kinderen.'
Niet alleen is deze roman gebaseerd op de levensloop van Adam, Bosch heeft ook onderzoek gedaan naar zijn bloedverwanten en de personen die een belangrijke rol hebben gespeeld tijdens zijn leven. De meeste personages in het boek hebben dan ook echt geleefd en waren belangrijk in het leven van Adam. Concreet historisch feitenmateriaal dat Bosch heeft gevonden en verzameld, is gebruikt als raamwerk voor het verhaal. Om dit alles tot een prettig leesbare roman te creëren, heeft de auteur gebruik gemaakt van fictieve elementen.
Frits Bosch ging terug naar de achttiende eeuw en is daarmee op invoelende wijze in het bewogen leven van zijn voorvader Adam gedoken. De keuzes die Adam destijds tegen wil en dank heeft moeten maken, zijn door de auteur op boeiende wijze in De Tromslager gereconstrueerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.