Recensie
door Roosje
Uitgeverij
Atlas Contact
Zonder ons zijn er geen verhalen*
Deze bundel bevat achttien korte verhalen, tamelijk kort, in een totaal van 175 bladzijdes, dus nog geen 10 pagina’s per verhaal. Bij mij is ook altijd de vrees aanwezig dat ik de pointe van het verhaal niet snap, dat waar het in essentie omgaat. De meeste korte verhalen hebben een pointe, een min of meer plotselinge omslag aan het einde van het verhaal, waardoor het verhaal begrepen gaat worden. Soms word je als lezer op het verkeerde been gezet, zoals ik me herinner van veel verhalen van Roald Dahl. En evenzo ijverig zoek ik naar het gemeenschappelijk thema in die verhalen.
De personages van Dondorp zijn vrouwen en mannen - gek genoeg vond ik dat opvallend; blijkbaar ga ik ervanuit dat een vrouwelijk auteur vaak een over vrouwelijk hoofdpersonage schrijft; hmmm, nu val ik aardig door de mand; wat een vooroordeel! -. Soms zijn de figuren een ik-personage, soms een hij/zij, soms een volwassene en soms een kind. Soms krijgen ze een naam, maar niet altijd. Wat hen bindt in dit debuut, is hun zeer particuliere ongemakkelijkheid in het leven. De personages worden getroffen door een scheiding, of dood, of verlies, of ouder worden, of een existentiële crisis of iets dergelijks. Erg expliciet wordt hun situatie meestal niet - maar het snijdt hen in ieder geval wel af van hun omgeving - en dat is meteen het mooie van deze bundel: dat het allemaal niet te expliciet wordt. Ik merk dat ik dat ‘mooi’ vind en dat het me stoort als het soms wel een beetje explicieter wordt, zoals - naar mijn gevoel - in ‘De bruiloft’. (Zelf lezen dan maar, dan kom je er wel achter wat ik bedoel.)
Dondorp schrijft heel ‘sferisch’, de buitenwereld reflecteert vaak de situatie van het personage, zoals het roodborstje in de winter, in de sneeuw uit ‘En er is niets veranderd’. Houd het vogeltje in de gaten, dan krijg je een vermoeden wat er met het personage gebeurt. Van oudsher heet zo’n literaire vorm de ‘Natureingang’. Ik houd erg van de natuur, dus een dergelijke beschrijving is erg aan mij besteed. Maar evenzo heerst de Natureingang in ‘Van de aarde vallen’, dat zich afspeelt aan de uiterste westkust van Ierland, al ligt het hier misschien een beetje te veel voor de hand.
Hoe bespreek je dan een verhalenbundel? Lastig is dat. Tijdens het lezen probeer ik me zoveel mogelijk de verschillende verhalen in te prenten, maar ze allemaal gaan bespreken is natuurlijk gekkenwerk. Dan maar proberen de algemene noemer te bepalen. Iets heb ik er al over gezegd. Dondorp schrijft sferisch, en zuinig, geen overbodige woorden, weinig bespiegelingen, en het einde is wat je gerust kunt aanduiden met ‘een open einde’. Dat wordt niet door iedereen gewaardeerd. Je moet je als lezer gaan afvragen welke mogelijkheden er zijn, en omdat er veel niet benoemd wordt, moet je aanwijzingen gaan zoeken in de omstandigheden. Zoals het einde van ‘De zeemeermin’, misschien mijn favoriet uit de bundel. Er is sprake van wankelen vanuit een hoog punt - oei, dat is niet goed! - en daarna alleen maar de vlag aan de stok die ‘bleef bollen in de eindeloze kleuren van de zomer.’ (2021: 111)
Het overkomt mij herhaaldelijk dat ik nog eens terug moet lezen, want dan heb ik blijkbaar toch iets gemist. Of ik begin een verhaal overnieuw als ik het uit heb. Dat doen auteurs wel vaker, dat soort van ‘omgekeerd’ vertellen: het einde eerst, maar dat heb je als lezer niet meteen door, want jij begint voor je gevoel aan het begin. De auteur zet je op een verkeerd been - en hoeveel benen heeft een mens? -.
Heerlijk in ‘Met de wind mee’ is dat oma aan zee kwijt raakt; een omgekeerde situatie. Toen ik klein was lette mijn oma op mij en wist dat ik, totaal in beslag genomen door mijn spel met zand en water, met de wind in de rug langs het strand zou lopen. Daarom raakte ik niet kwijt.
De vrouw in ‘En er is niets veranderd’ spreekt tegen het roodborstje: ‘’We voelen een groot verdriet, we zijn iets verloren wat we helemaal niet hadden willen verliezen, maar we wachten gewoon tot het verdwijnt. Tot we vergeten hoe belangrijk we het vonden. Zonder dat er iets hoeft te gebeuren of te veranderen.’’ (ib.: 150).
Een erg sterk debuut zijn deze gebundelde verhalen van Dondorp. Ik ben blij verrast. Niet elke debuut levert een groot leesgenot.
* Ik kan het het niet laten om een beetje te spelen met de titel van mijn stukje. De titel van deze debuutbundel is Zonder ons is er geen muziek. Zo heet een van de verhalen: het gaat over een vader, een boswachter, die in het bos - weer een Natureingang trouwens - met zijn kinderen muziek maakt. Een familie-orkestje. Hun moeder, zijn vrouw, houdt het in het bos niet uit en gaat terug naar de stad. Weg is het fijne familie-orkestje. Zo ook gaat het met dit debuut: de lezers brengen de verhalen tot leven. Zonder lezers is er geen levend boek. En ik voel me een echte lezer; ik heb geen schrijversambitie. Dus de titel is een ode aan de lezers.
Lotte Dondorp (1987) studeerde literatuurwetenschap en filosofie. In 2019 rondde zij de vierjarige opleiding af aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Haar verhalen verschenen op Revisor.nl, in Hollands Maandblad en Tirade. De verhalenbundel Zonder ons is er geen muziek is haar debuut en verschijnt in augustus 2021. (Bron: https://www.atlascontact.nl/auteur/lotte-dondorp/)
Titel:
Zonder ons is er geen muziek
Auteur:
Lotte Dondorp
Pagina's:
175
ISBN:
9789025459598
Uitgeverij
Atlas Contact
Verschenen:
augustus 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.